Prostitutie

i

De wereld kijkt met minachting naar de vrouw van de straat, als een web van kwaad dat de levens van de mannen naar de afgrond sleurt; als een wezen wier gedrag niet eerbiedig kan zijn; als iemand die het nauwelijke waard is dat er over gesproken wordt. Maar zij heet menigeen welkom die helemaal nooddruftig is, of zo laag of zo onaangenaam die hij geen ander toevluchtsoord zou vinden als zij hem zou weigeren. De dronken en losbandige mannen, blind door een dierlijke passie; mannen die op reis zijn; vreemdelingen in een stad die eenzaam zijn; en het vreemdst van allen, mannen die door een medisch arts zijn geadviseerd om seksuele omgang met een vrouw te hebben, al deze mannen zijn welkom bij haar. Zij is het slachtoffer van zoveel kwaad van de wereld; zij is een martelaar verpletterd door het afval van de wereld. Zij is als het ware een menselijke beerput van de viezigheid en degradatie van de samenleving.

Dingen lijken in de ogen van het individu goed of slecht overeenkomstig zijn eigen norm, gewoonlijk gevormd op zijn eigen goede of slechte ervaringen van het leven. Maar het is mogelijk je eigen norm opzij te leggen, behalve als middel om jezelf te beoordelen, en om naar de verborgen oorzaak van resultaten te zoeken. Als iemand dat doet, zal hij ontelbare gewoonten vinden die voor de materiële winst bestaan en die niet prostitutie heten ofschoon er in werkelijkheid geen andere naam voor hen bestaat.

Vanaf de oudheid heeft de mens alles wat hij nodig had gekocht en verkocht en hij overweegt zelden de werkelijke waarde van wat hij koopt, maar hij hangt er een prijs aan door de mate van zijn behoefte en door zijn moeite waarmee hij die behoefte bevredigt. In rijke Europese steden bijvoorbeeld heeft men de werkdag van handwerklieden gezien, en zelfs van kinderen, verkocht voor bijna niets, zo dat de ellende van hun omstandigheden het luid uitschreeuwde; en weer op een ander moment hebben ze een loon ontvangen voor hetzelfde werk dat hen in staat stelde hun hoofden op te heffen met iets van de waardigheid die de menselijke soort zou moeten tonen; of weer, aan het andere uiterste, is kinderen een loon betaald dat hun hele gezin onderhield. En deze verschillen in het geld dat wordt betaald voor dezelfde werkende levens hing alleen maar af van de voorraad handen in de wereld van de industrie. Zo lijken de meest onnatuurlijke gewoonten een mens natuurlijk, die zich trots voelt bij de gedachte dat de mensheid zich altijd evolueert en dat de laatste fase van de beschaving vanuit elk gezichtspunt de beste is.

En hoe onnatuurlijk het een man ook mag toeschijnen, het zou voor hem een natuurlijke wet moeten zijn dat de laagste prijs die hij een vrouw in ruil voor haarzelf kan geven zijn hart is, zelfs wanneer hij haar aanbiedt met haar te huwen. Als een vrouw uit armoede hem bereidwillig haar lichaam verkoopt is het voor hem een schande als hij haar behoeften niet tegemoet komt en haar helpt uit principe en niet alleen uit lust.

ii

Zowel in het Oosten als in het Westen tonen vrouwen dezelfde niet-aflatende onbuigzaamheid ten opzichte van prostitutie; en een reden is dat in alle landen vrouwen de belangrijkste handhavers van religie zijn en geen enkele grote religie heeft ooit prostitutie toegestaan. Maar de hoofdreden voor deze onbuigzaamheid is ongetwijfeld de waarheid, onbewust iedereen bekend, dat ofschoon het menselijk wezen dat nooit een ideaal heeft gehad te betreuren valt, de vrouw die een ideaal heeft gehad en heeft toegestaan dat de levensomstandigheden die hebben doorbroken, zelf haar ziel heeft weggegooid. En de gedachte dat een andere vrouw geboren is zonder een ideaal van vrouwelijkheid is voor elke vrouw moeilijk te tolereren.

´De prostituée die oud is geworden maakt haar roeping te gelde en de meiden die ze bezit zijn haar slavinnen´, zegt Sa´di. Waar slavernij in zijn uiterlijke verschijningsvorm in de maatschappij werd verbannen, veranderde prostitutie, die in feite een slavenhandel is, van eigenaar. De ervaren prostituée is het centrum van dit verkeer; zij leidt niet alleen jonge meiden hiertoe op en neemt haar deel van de verdiensten, maar de geruïneerde of verlaten vrouwen, die te beschaamd zijn om naar huis te gaan of die misschien geen huis hebben om naar toe te gaan, worden ook tot haar aangetrokken. Voor haar voelen zij geen schaamte; en met haar welkom, onbedorven door de kille benaderingen van harde toespraken die de deugdzamen te vaak aanreiken met hun assistentie, biedt zij vriendelijkheid en sympathie en ook praktische hulp en een middel van bestaan.

Slechts in haar lente-achtige jeugd vindt de prostituée iemand die voor haar zorgt; nadat die tijd voorbij is begint ze vaak te leven van de inkomsten van andere vrouwen. Soms is ze zelf in handen van een man die de werkelijke slaven-eigenaar van de zaak is; en op andere momenten heeft zij mannelijke agenten die haar helpen haar handel voor hun eigen gewin te verspreiden.

De gewoonten van deze handel, die net als een andere handel wordt geleerd en doorgegeven, lijken van land tot land weinig te verschillen; ofschoon men hier en daar welomschreven redenen vindt waarom die een beetje meer of minder zou moeten floreren. Wanneer een deel van de gemeenschap helemaal onderworpen wordt geacht aan een ander deel of waar een ras onderworpen is aan een ander ras in hetzelfde land, lijkt deze handel te groeien. Militaire kampen hebben die ook altijd begunstigd; juist de omstandigheden van het kampleven moeten hiertoe gelegenheid bieden.

Soms vindt een menselijk wezen dat hij een beroep uitoefent dat tegen zijn geweten in gaat; hij volgt het alleen omwille van zijn levensonderhoud. Het bevredigt hem een tijd omdat het zijn materiële behoeften bevredigt, maar er komt een moment in zijn ontwikkeling dat hij juk niet meer kan dragen. En vaak, zelfs in de levens van de meest gedegradeerden, komt dit moment waarop zij voelen dat ze koste wat kost weg moeten uit hun omgeving of ermee moeten breken.

Er was eens een Indische vrouw, een zangeres, die dit gedegradeerde leven van prostitutie leidde, maar ze had een kwaliteit: terwijl anderen alleen maar zongen om de rijken te plezieren, zong zij ook voor degenen die haar niet konden betalen. En deze vrijgevigheid in haar was het middel dat haar ertoe leidde zulke zielen te ontmoeten en te zien die zij anders nauwelijks in dat beroep had kunnen zien. Uiteindelijk ontwikkelden de kwaliteiten van vriendelijkheid en vrijgevigheid van hart zich zodanig dat haar stem een inspiratie en een bron van verheffing werd voor veel devotionele zielen. En zo groeide ze uit haar beroep en uiteindelijk werd zij door heel India beroemd om haar vroomheid.

iii

De kijk op het leven van de grote leraren van wie de leringen de kijk op het leven van miljoenen mensen in de wereld hebben veranderd, is altijd hieraan gelijk geweest: zij zijn nooit bereid geweest de fout in een ander te betogen en de foute persoon te kwetsen. De schoonheid en grootsheid van hun grootse leven is gelegen in hun respect voor de waardigheid van de mensheid, in hun bescheidenheid en hun dienstbaarheid.

De mystieke stem van Amir heeft gezegd: ´Er ligt zo´n schoonheid in Uw vergiffenis, dat het mij toeschijnt dat het een zonde zou zijn als ik niet gezondigd had; want dan zou ik Uw liefdevolle vriendelijkheid en het wonder en de schoonheid van Uw ware natuur en wezen niet hebben gekend´.

Misdaad is natuurlijk. Als misdaad niet natuurlijk zou zijn, waar zou die dan vandaan moeten komen? Alle mensen zijn onderhevig aan fouten; juist hun deugde ontwikkelen zich tot fouten. De grote leraar heeft derhalve geduld onderricht, wat betekent geduldig zijn en niet geduld verwachten. Hij heeft respect onderricht, wat betekent respect tonen, maar het niet op te eisen. Hij heeft zelfloosheid onderricht, wat betekent onzelfzuchtig zijn zonder een beloning te verwachten. De grote leraar heeft zijn religie in zijn studie van het leven gevonden en heeft de onderlinge afhankelijkheid van menselijke levens laten zien; en dat de mens ontvangt hij geeft. Hij heeft de mens geleerd zijn licht hoog op te tillen zodat hij in het licht mag leven; in dat licht dat nooit in de mens wordt gedoofd ofschoon het gewoonlijk onder een bedekkende wolk of een stapel van zelfzucht en begeerte wordt gehouden, zodat zijn eigenaar in een verduisterde kamer leeft.

Er komt een fase in de morele evolutie van de mens waarin hij de moraal van weldaad waarneemt en begrijpt en waarin hij leert het kwade met het goede terug te betalen. In deze fase van zijn vooruitgang hoort hij een akkoord dat verbindt en dat door hem en iedereen heen loopt. Hij ervaart zichzelf als een koepel, waarin goede en slechte tonen weerklank vinden. Kwaad dat hem is aangedaan resoneert in hem als een wens om op zijn beurt kwaad te doen; en goed dat hem is aangedaan resoneert in hem als een wens om op zijn beurt goed te doen. Derhalve wenst hij, opdat zijn eigen handelingen op hun beurt niets dan goed oproepen, altijd goed te doen en om goed met goed en kwaad met goed terug te betalen.

Maar er is een hogere fase waarnaar hij vooruit kan gaan. En dan lijkt het hem toe alsof dit verbindend akkoord aanzwelt tot een grote zee en hij realiseert zich dat de onderlinge afhankelijkheid van de levens zo is omdat de spirit één is en omdat het de spirit is die verenigt en de spirit die het leven schenkt.