Karaktervorming

i


Wilskracht speelt een grote rol bij karaktervorming. En de wilskracht wordt zwak wanneer iemand toegeeft aan elke trend, neiging en gril die hij heeft; maar wanneer iemand tegen elke kleine gril, trend en neiging vecht dan leert hij met zichzelf te vechten en op deze manier ontwikkelt hij wilskracht. Wanneer eenmaal de neigingen, trends en grillen van iemand sterker zijn geworden dan zijn wilskracht dan ervaart hij in zijn leven verscheidene vijanden die in hem zelf bestaan en dan vindt hij het moeilijk ze te bestrijden. Want neigingen, trends en grillen laten als ze krachtig zijn, de wilskracht niet tegen zich werken. Als er zoiets is als zelfontkenning dan is dat deze praktijk; en door deze praktijk verwerft iemand in de loop van de tijd een macht die meesterschap over zichzelf genoemd kan worden.

In de kleine dingen van het dagelijkse leven verwaarloost iemand deze overweging omdat men denkt: ´Dit zijn mijn neigingen, mijn grillen, mijn trends en door ze te respecteren respecteer ik mezelf, door er rekening mee te houden houd ik rekening met mezelf´. Maar men vergeet dat wat men mij noemt niet iemand zelf is, het is wat wil wat iemand zelf is. Derhalve wordt er in het Christelijk gebed gezegd: ´Uw Wil geschiede´, wat betekent Uw Wil wanneer die via mij werkt; met andere woorden: mijn wil die de Uwe is geschiede. Het is deze illusie waarin iemand zijn bezit verwart met zijn zelf die alle illusie schept en de mens weghoudt van zelf-verwerkelijking.

Het leven is een continue strijd. De mens worstelt met dingen die zich buiten hem bevinden en zo geeft hij de vijanden die zich in zijn eigen wezen bevinden een kans. Derhalve is het eerste wat in het leven nodig is voorlopig vrede te sluiten met de buitenwereld teneinde zich voor te bereiden op de oorlog die binnenin iemand zelf gestreden moet worden. Als er eenmaal vrede van binnen is gemaakt zal men daardoor voldoende kracht en macht verwerven die gebruikt kan worden door de strijd van het leven van binnen en van buiten heen. Zelfmedelijden is de ergste armoe. Wanneer iemand zegt: ´ik ben…´ met zelfmedelijden heeft hij voordat hij ook maar iets anders heeft gezegd, zichzelf vermindert tot de helft van wat hij is; en wat er verder wordt gezegd vermindert hem helemaal; achteraf is er niets van hem over. Er is zo veel in de wereld waar we medelijden mee kunnen hebben en wat voor ons terecht zou zijn als we er medelijden mee zouden hebben, maar als we geen tijd vrij hebben van ons eigen zelf kunnen we onze mind niet aan anderen in de wereld geven. Het leven is een lange reis en hoe verder we ons zelf hebben achtergelaten hoe verder we zijn gevorderd in de richting van het doel. Voorwaar wanneer het valse zelf wordt verloren wordt het ware zelf ontdekt.

ii

Bij karaktervorming is het erg belangrijk dat iemand leert op welke manier hij de wereld tegemoet moet treden, de wereld waar men zorgen, problemen, genot en pijn tegen komt. Het is voor iemand heel moeilijk om ze voor de wereld te verbergen en tegelijkertijd is het de bedoeling dat een wijs persoon niet alles laat zien wat hij voelt of altijd laat zien wat hij voelt. De doorsnee mens reageert als een machine meteen na elke uiterlijke invloed en innerlijke impuls; en op deze manier kan hij zich vaak niet houden aan de wet van de muziek van het leven.

Het leven is voor een wijs persoon muziek; en in die symfonie moet hij een bepaalde partij spelen. Als iemand zich zo stil zou voelen dat zijn hart een lage toon voortbracht en als de eis van het leven op dat moment zo zou zijn dat men een hogere toon zou moeten weergeven dan zou men voelen dat men had gefaald in die muziek waarin het de bedoeling was dat men zijn partij op gepaste wijze zou spelen. Dit is de test waarmee je de oude ziel van de kinderziel kunt onderscheiden. De kinderziel zal toegeven aan elk gevoel; de oude ziel zal ondanks elke moeilijkheid de hogere toon aanslaan.

Er zijn momenten waarop gelach ingehouden dient te worden en er zijn momenten waarop tranen binnengehouden dienen te worden. En degenen die zijn aangekomen in die fase waarin zij efficient die partij kunnen spelen waarvan het de bedoeling is dat zij die spelen in deze tragedie van het leven, hebben zelfs macht over de uitdrukking van hun gezicht; zij kunnen zelfs hun tranen in glimlachen veranderen, of hun glimlachen in tranen. Men kan zich afvragen of het geen hypocrisie is om niet natuurlijk te zijn? Maar degene die controle heeft over zijn natuur is natuurlijker; hij is niet alleen natuurlijker, hij is de meester van de natuur, terwijl degene die macht over de natuur ontbeert ondanks zijn natuurlijkheid, zwak is.

Er dient ook begrepen te worden dat de ware beschaving de kunst van het leven betekent. Wat is die kunst? Het kennen van de muziek van het leven. Wanneer een ziel eenmaal is ontwaakt voor de continue muziek van het leven zal die ziel het als haar verantwoordelijkheid voelen, als haar plicht, om haar rol in het uiterlijke leven te spelen, zelfs als die op dat moment tegengesteld is aan haar innerlijke gesteldheid. Men dient te allen tijde in zijn dagelijkse leven te weten: wat eist het leven van me, wat vraagt het van me en hoe zal ik de eis van mijn leven tegemoetkomen? Dit vereist dat men volledig ontwaakt is voor de levensomstandigheden. Men dient inzicht te hebben in de menselijke natuur en men dient in staat te zijn zijn eigen omstandigheid volledig te kennen. Als iemand zegt: ´Ik ben zoals ik ben; als ik verdrietig ben, ben ik verdrietig; als ik vrolijk ben, ben ik vrolijk´, dan is dat niet voldoende. Zelfs de aarde zal de persoon die niet wil beantwoorden aan de eisen van het leven, dragen. De lucht zal die persoon niet tolereren en de sfeer zal degene die niet bereid is te geven wat het leven van hem eist, niet van dienst zijn. Als dit waar is dan is het het beste wanneer het rustig en bereidwillig wordt gedaan.

In het orkest is er een dirigent en zijn er velen die muziek spelen; en elke instrumentenspeler heeft zijn partij in de opvoering te volbrengen. Als hij dat niet juist doet, is dat zijn fout. De dirigent zal niet luisteren als hij zegt dat hij het niet goed deed omdat hij verdrietig of te vrolijk was. De dirigent van het orkest is niet geïnteresseerd in zijn verdriet of zijn vrolijkheid. Hij is geïnteresseerd in de partij die die specifieke musicus in de gehele symfonie dient te spelen. Dit is de natuur van onze levens. Hoe verder we vorderen op de partij in dit orkest hoe efficiënter voeren we onze partij in de symfonie van het leven op. Wat is er nodig om in staat te zijn deze controle over zichzelf te hebben? Wij dienen controle over ons eigen innerlijk te hebben, omdat elke uiterlijke manifestatie niets anders is dan een reactie op de innerlijke gesteldheid. Derhalve is de eerste controle die men dient te verwerven de controle over zijn eigen zelf, zijn eigen innerlijke zelf, wat gedaan wordt door het sterker maken van de wil en ook door het leven beter te begrijpen.

iii

Het is in het dagelijkse leven zeer noodzakelijk om controle te hebben over spreken en handelen, want men zou automatisch een woord kunnen uiten, aangezet door een innerlijke impuls; naderhand komt men tot de conclusie dat men dat niet had moeten zeggen, of dat men het misschien anders had moeten zeggen. Het is hetzelfde met handelen. Men komt tot de conclusie: ´Ik had dat niet zo moeten doen´, nadat men iets heeft gedaan; of men denkt: ´Ik had het anders moeten doen´; maar als het eenmaal is gedaan is het te laat om het anders te doen. In de menselijke natuur bestaat er een innerlijke drang om zich te uiten; en die drang duwt een woord uit iemand, zogezegd, voordat men er werkelijk over heeft nagedacht; en dit alles laat een gebrek aan controle over zichzelf zien.

Het is ook een teken van zenuwachtigheid. Zeer vaak probeert iemand een ander te antwoorden voordat die persoon is uitgesproken; voordat er een zin ten einde is wordt het antwoord gegeven. Zo´n antwoord dat vaak wordt gegeven op een incompleet idee is vaak verkeerd. Wat er over het algemeen in zulke gevallen gebeurt, is dat iemand alles wat van buiten in het leven komt te serieus neemt en deze uiterlijke dingen en invloeden toestaat dieper in hem door te dringen dan ze zouden moeten. Op deze manier wordt men gevoelig en hieruit komt zenuwachtigheid voort.

Om zelfbeheersing te oefenen in alles wat men in het dagelijkse leven doet, is het het beste om in zijn natuur een zekere mate van onverschilligheid te ontwikkelen. Elk woord dat tegen iemand wordt gezegd hoeft niet zo belangrijk gevonden te worden dat het het gehele wezen van iemand in beroering brengt, de balans van iemand verstoort en iemand berooft van zijn wilskracht. Er zijn dingen die er toe doen; maar er zijn veel dingen in het dagelijkse leven van iemand die er niet zo veel toe doen en men wordt vaak geneigd daar onnodige nadruk op te leggen.

Onafhankelijkheid wordt bereikt door onverschilligheid. Dat betekent niet dat men geen aandacht moet schenken aan hetgeen iemand doet of zegt; het betekent alleen dat men een onderscheid moet maken tussen belangrijke en onbelangrijke dingen van het dagelijkse leven; dat niet elk noodzakelijk of niet noodzakelijk iets zoveel van iemands´ aandacht, gedachte en gevoel moet vragen. Politieke economie is een onderwerp van educatie geworden, maar spirituele economie is het belangrijkste in religie. Alles wat iemand zegt en doet en alles wat iemand denkt en voelt legt een bepaalde druk op zijn spirit. Het is wijs elk risico op het verlies van je evenwicht te vermijden. Iemand dient vreedzaam doch stevig voor alle invloeden te staan die zijn leven verstoren. De natuurlijke neiging is om op elke aanval die van buiten te komt in de verdediging te schieten, maar op die manier verliest iemand zijn evenwicht. Zelfbeheersing is derhalve de sleutel voor al het succes en voor al het geluk.

Bovendien zijn er velen die zich genoodzaakt en verplicht voelen iets te zeggen of te doen omdat dat van hen wordt gevraagd en op deze manier worden ze zwakker en zwakker. Er zijn anderen die er ruwweg tegen vechten; en op deze manier zijn ze allemaal fout. Degene die in staat is zijn evenwicht te bewaren zonder geïrriteerd te zijn, zonder er zich zorgen over te maken, verwerft dat meesterschap dat nodig is in de evolutie van het leven. Geen enkel principe dient blind te worden gevolgd. Als spirituele economie de harmonie verstoort, als ze op enige wijze iemand afhoudt van vooruitgang of als ze iemand in een slechtere omstandigheid plaatst, is ze niet altijd een deugd. Echter, het is uiterst noodzakelijk om de wetenschap van spirituele economie te kennen; hoe ons te beschermen tegen alle invloeden in ons dagelijkse leven die onze rust en de vrede van onze ziel komen verstoren.

iv

Een belangrijk iets in karaktervorming is zich bewust te worden van de relatie, verplichting en plicht jegens elke persoon in de wereld en die link en die band die tussen iemand zelf en een ander is gesmeed, niet te vermengen met een derde persoon. Men dient er rekening mee te houden dat alles wat er door een ander aan hem is toevertrouwd zijn vertrouwen is en men dient te weten dat het de heilige plicht van iemand is het vertrouwen van een ander waard te zijn. Op deze manier wordt er een harmonieuze band met iedereen gesmeed; en het is deze harmonie die de ziel afstemt op het oneindige.

Het vereist een grote studie van de menselijke natuur, samen met tact, om op harmonieuze voet te blijven met iedereen in het leven. Als iemand een bewondering voor iemand heeft of een wrok voor iemand heeft, is het beter dat direct te uiten in plaats van het te vermengen met veel banden en relaties in de wereld. Afgezien van vrienden is zelfs een zodanige voorkomendheid in de kennissenkring noodzakelijk dat men zorgvuldig die dunne draad die twee zielen in welke relatie of positie dan ook verbindt, in de gaten houdt.

Dharma betekent in de Hindoe-taal religie, maar de letterlijke betekenis van dit woord is plicht. Het wijst erop dat iemands´ relatie met elke persoon in de wereld iemands´ religie is; en hoe plichtsgetrouwer een persoon dit volgt, hoe dieper een persoon zich betoont in het volgen van zijn religie. Het is onze heiligste plicht om elk geheim van onze vriend, onze kennis, zelfs van iemand aan wie we ons een tijdje hebben geërgerd, te bewaren. Degene die op zodanige wijze zijn religie verwerkelijkt zou het nooit overwegen dat het juist zou zijn een ander te vertellen over enige pijn of kwetsuur die hij van zijn vriend heeft ontvangen.

Op deze manier wordt zelf-ontkenning geleerd; niet altijd door vasten en zich terugtrekken in de wildernis. Iemand die nauwgezet is in zijn plicht en zijn verplichting jegens zijn vrienden is vromer dan iemand die in eenzaamheid zit. Degene in eenzaamheid dient God niet, hij helpt alleen zichzelf door te genieten van het plezier van eenzaamheid; maar degene die betrouwbaar blijkt te zijn voor een ieder die hij tegenkomt en zijn relaties en banden, groot of klein, als iets heiligs beschouwt, leeft zeker de spirituele wet van die religie na die de religie van alle religies is.

Fouten? Iedereen heeft fouten. Iemand zelf, zijn vriend en zijn vijand zijn allen onderhevig aan fouten. Degenen die wil dat zijn eigen fouten niet ontsloten worden dient noodzakelijkerwijs met hetzelfde rekening te houden bij iedereen die hij tegenkomt. Degene die weet wat de vriendschapsrelatie tussen de ene ziel en de andere is, de tederheid van die band, de delicaatheid ervan, de schoonheid ervan en de heiligheid ervan, diegene kan van het leven in zijn volheid genieten, want hij leeft; en op deze manier dient hij op een dag met God te communiceren. Want het is dezelfde brug die twee zielen in de wereld verbindt, die, wanneer die eenmaal is gebouwd, het pad naar God wordt. Er bestaat geen grotere deugd in deze wereld dan vriendelijk en betrouwbaar blijken te zijn voor zijn vriend, zijn vertrouwen waardig. Het verschil tussen de oude ziel en de jonge ziel is in dit bijzondere principe te vinden. De jonge ziel kent zelfs zichzelf en wat hij wil, in beslag genomen door zijn eigen pleziertjes en ongemakken en geobsedeerd door zijn eeuwig-veranderende stemmingen. De oude ziel besteedt aandacht aan zijn relatie met elke ziel, hij komt ijverig zijn verplichtingen jegens iedereen die hij in de wereld kent na. Hij bedekt zijn wonden als hij er mocht hebben, voor het zicht van anderen en verdraagt alles opdat hij naar beste kunnen zijn plicht vervult jegens iedereen in de wereld.

v

Subtiliteit van aard is het teken van de intelligente personen. Als een persoon de juiste richting neemt doet hij goed met deze weelde van intelligentie, maar een persoon die in een verkeerde richting gaat kan deze grote vaardigheid misbruiken. Wanneer iemand die subtiel van aard is wordt vergeleken met de persoonlijkheid die dat mist is dat als de rivier en de berg. De subtiele persoonlijkheid is zo plooibaar als stromend water, alles wat voor die persoonlijkheid komt wodt er zo helder in weerspiegeld als het beeld in het zuivere water. De rotsachtige persoonlijkheid, zonder subtiliteit, is als een berg, ze reflecteert niets. Velen bewonderen onverbloemd taalgebruik, maar de reden is dat zij begrip van verfijnde subtiliteit ontberen. Kan alles in woorden worden gevangen? Is er niet iets verfijnders, subtielers dan het gesproken woord? De persoon die tussen de regels kan lezen maakt een boek uit één letter. Subtiliteit in waarneming en subtiliteit in expressie zijn tekenen van de wijzen. Wijs en dom worden onderscheiden door verfijning aan de kant van de ene en rigiditeit aan de kant van de ander. Een persoon die subtiliteit mist wil dat de waarheid veranderd wordt in een steen; maar de subtiele persoon zal zelfs een steen in waarheid veranderen.

Teneinde spirituele kennis te verwerven, inspiratie te ontvangen, zijn hart voor innerlijke openbaring voor te bereiden, dient men te proberen zijn eigen mentaliteit meer zo plooibaar als water te maken dan als een rots; want hoe verder een persoon zal reizen langs het pad van het mysterie van het leven, hoe subtieler zal hij moeten worden teneinde het mysterie van het leven waar te nemen en uit te drukken. God is een mysterie, Zijn kennis is een mysterie, het leven is een mysterie, de menselijke natuur is een mysterie; kortom, de diepte van alle kennis is een mysterie, zelfs wetenschap en kunst.

Alles wat mysterieuzer is is dieper. Wat alle profeten en meesters in alle tijden hebben gedaan is dat mysterie uitdrukken in woorden, daden, gedachten en gevoelens; maar het grootste gedeelte van het mysterie wordt door hen in stilte uitgedrukt. Want dan is het mysterie op zijn plaats. Het mysterie naar beneden naar de aarde te brengen is als een koning naar de grond te trekken van zijn troon; maar het mysterie toestaan op zijn plaats te blijven, in de stille sferen, is als de Koning eer bewijzen aan wie alle eer toekomt.

Los van de mysteries van het leven, hoe minder woorden er gebruikt worden in de kleine dingen van het dagelijkse leven, hoe winstgevender het is. Denk je dat meer woorden meer uitleggen? Nee, helemaal niet. Het is slechts nervositeit van de kant van degenen die honderd woorden willen zeggen om iets uit te leggen dat heel goed in twee woorden uitgelegd kan worden; en het is van de kant van de luisteraar een gebrek aan intelligentie wanneer hij honderd woorden wil teneinde iets te begrijpen dat net zo goed in een woord uitgelegd kan worden. Velen denken dat meer woorden dingen beter verklaren; maar zij weten niet dat er net zoveel sluiers over het idee worden geworpen als het aantal woorden die worden uitgesproken. Uiteindelijk ga je door dezelfde deur naar buiten als waardoor je naar binnen bent gekomen.

Respect, voorkomendheid, diepe eerbied, vriendelijkheid, compassie en sympathie, vergiffenis en dankbaarheid, al deze deugden kunnen het best worden getooid met subtiliteit van expressie. Men hoeft niet te dansen uit dankbaarheid; een woord van dank is volkomen voldoende. Men hoeft niet hardop te gillen: ´Ik voel met je mee, mijn beste vriend!´ Men hoeft niet op de trommels te slaan en te zeggen: ´Ik heb iemand vergeven!´ Zulke zaken zijn verfijnd, subtiel; zij moeten gevoeld worden; geen geluid kan ze uitdrukken. Geluid bederft alleen maar hun schoonheid en neemt hun waarde weg. In spirituele ideëen en gedachten is subtiliteit meer nodig dan in wat dan ook. Als een spiritueel persoon zijn zelfverwerkelijking naar de markt zou brengen en met iedereen die langskwam zou debatteren over zijn overtuigingen en afkeuren, waar zou hij dan eindigen?

Wat zorgt ervoor dat een spiritueel persoon harmoniseert met iedereen in de wereld? De sleutel tot de kunst van verzoening die een spiritueel persoon bezit is subtiliteit in waarneming en in expressie. Is subtiel zijn een gebrek aan openhartigheid, is het hypocrisie? Helemaal niet. Er zijn veel mensen die openhartig zijn, die altijd bereid zijn de waarheid te zeggen op een manier die is als het slaan op iemands´ hoofd, en die hun openhartigheid trots ondersteunen door te zeggen: ´Het maakt me niet uit of iemand spijt heeft of kwaad wordt, ik vertel alleen maar de waarheid´. Als de waarheid zo hard als een hamer is, laat dan de waarheid nooit gezegd worden, laat dan niemand in de wereld zo´n waarheid volgen!

Waar wordt dan die waarheid die vrede geeft, die helend is, die elk hart en elke ziel troost, die waarheid die de ziel verheft, die harmonie en schoonheid schept, waar wordt die waarheid geboren? Die waarheid wordt geboren in de subtiliteit van intelligentie in gedachte, spraak en handeling, van verfijning die genot, troost, schoonheid, harmonie en vrede brengt.

vi

Er zijn twee houdingen die de mensen in twee groepen verdelen. De een is de altijd-klagende houding en de ander is een altijd-glimlachende houding. Het leven is hetzelfde; noem het goed, noem het slecht, noem het juist, noem het verkeerd; het is wat het is, het kan niet anders zijn. Iemand klaagt teneinde de sympathie van anderen te krijgen en om hen zijn goede punten te laten zien, soms teneinde hemzelf als rechtvaardiger, intelligenter te laten zien en ook als iemand die gelijk heeft. Hij klaagt over alles, over vrienden en over vijanden, over degenen van wie hij houdt en veel meer over degenen die hij haat. Hij klaagt van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat en er komt nooit een einde aan zijn geklaag. Het kan zodanige vormen aannemen dat het weer niet goed is, de lucht niet goed is en de atmosfeer niet goed is; hij is zowel tegen de aarde als tegen de lucht en alles wat anderen doen is fout; totdat het een fase bereikt waarin die man een hekel heeft aan zijn eigen werk; en het bereikt zijn hoogtepunt wanneer hij een hekel aan zichzelf heeft. Op deze manier zal hij steeds meer tegen anderen, tegen omstandigheden en uiteindelijk tegen zichzelf gekeerd raken.

Denk maar niet dat dit een karakter is dat maar zelden in de wereld wordt aangetroffen. Het is een karakter wat je frequent tegenkomt en degene die deze houding heeft is zeker zijn eigen ergste vijand. De persoon met een juiste houding van de mind probeert zelfs iets goeds van iets slechts te maken, maar degene met de verkeerde houding van de mind zal zelfs het goede in het verkeerde veranderen. Bovendien is magnetisme de behoefte van elke ziel; het gemis eraan maakt het leven loodzwaar. De neiging om in alles iets fouts te zien berooft iemand tot een grotere mate van dat magnetisme dat zo nodig is in het leven. Want de natuur van het leven is zodanig dat de menigte alleen diegenen accepteert die naar hen toekomt met de macht van magnetisme en ieder ander uitstoot. Met andere woorden: de wereld is een plaats die je niet kunt binnengaan zonder een toegangsbewijs en dat toegangsbewijs is magnetisme; degene die dat niet bezit wordt overal geweigerd.

Bovendien zul je er veel aantreffen die altijd klagen over hun gezondheid. Er kan een goede reden voor zijn, maar soms kan er maar een kleine reden voor zijn, te klein om te melden. En wanneer iemand er eenmaal aan gewend is om wanhopig te reageren wanneer er op sympathieke wijze wordt gevraagd: ´Hoe is het?´ dan geeft hij door deze neiging tot klagen de plant van ziekte in zichzelf zeker water.

Als iemand zou klagen over ons leven van beperking in de wereld en over de aard van de gemakken en pleziertjes van deze wereld die zo veranderlijk en onbetrouwbaar zijn en over de onechtheid die men overal elders aantreft dan zou een leven niet genoeg zijn om er voluit over te kunnen klagen; elk moment van ons leven zou gevuld worden met klachten. Maar de uitweg hieruit is om naar de zonnige kant van het leven te kijken, de vrolijke kant. Vooral degenen die God en de waarheid zoeken is er iets anders om aan te denken; zij hoeven niet te denken hoe slecht iemand is. Wanneer zij denken aan wie er zich achter deze persoon bevindt, wie er zich in zijn hart bevindt, dan zullen ze met hoop naar het leven kijken. Wanneer we dingen zien die verkeerd zijn en we alleen aandacht aan het volgende geven: dat achter alle werken zich God bevindt, die rechtvaardig en perfect is, dan zullen we zeker hoopvol worden.

De houding om naar alles met een glimlach te kijken is het teken van de heilige ziel. Een glimlach gegeven aan een vriend, een glimlach zelfs aan een vijand gegeven zal hem uiteindelijk overhalen; want dit is de sleutel tot het hart van de mens. Net zols de zonneschijn van buitenaf de gehele wereld verlicht, zo zou de zonneschijn van binnenuit, als die werd opgericht, het gehele leven verlichten, ondanks al het schijnbare kwaad en ondanks alle beperkingen. God is geluk, de ziel is geluk, de spirit is geluk. Er is geen plaats voor verdriet in het koninkrijk van God. Datgene wat de mens berooft van geluk berooft hem van God en de waarheid.

Men kan beginnen te leren glimlachen door elk klein goed iets wat op zijn pad door het leven komt te waarderen en door elk kwaad iets wat men niet graag ziet over het hoofd te zien. Maak je niet onnodig veel zorgen over de onbelangrijke dingen in het leven die alleen maar ongemak geven. Maar naar het leven kijken met een hoopvolle houding van de mind, met een optimistische kijk, dat is wat iemand de macht zal geven het kwaad in het goede te veranderen, en om licht te brengen in de plaats waar het helemaal donker is. Opgewektheid is leven, chagrijn is dood. Het leven trekt aan, de dood stoot af. De zonneschijn die vanuit de ziel komt, via het hart omhoog stijgt en zich manifesteert in de lach van de mens is waarlijk het licht van de hemelen. In dat licht groeien veel bloemen en worden veel vruchten rijp.

vii

De beste manier om in alle levensvormen te werken, thuis of buitenshuis, is geluidloos werken, iets waar door velen zo weinig aan wordt gedacht en wat zo noodzakelijk is om orde, harmonie en vrede in het leven te scheppen. Heel vaak doet iemand weinig en praat er heel veel over. Hij maakt geluid bij elk klein iets wat hij doet en trekt daarbij in plaats van iets succesvol te beëindigen moeilijkheden naar zich toe.

Het eerste waar men bij karaktervorming aan moet denken is het begrijpen van het geheim en het karakter van de menselijke natuur. Wij dienen te weten dat iedere persoon in de wereld zijn doel heeft, zijn eigen interesse en zijn eigen gezichtspunt en dat hij zich druk maakt om zichzelf. Zijn vrede wordt verstoord als je hem wilt interesseren voor jouw onderwerp van interesse. Als je hem jouw gezichtspunt op wilt dringen, hoe dierbaar hij je ook is, is hij er niet blij mee. Slechts weinigen houden hier rekening mee; en zij willen hun eigen zorgen en moeilijkheden uitstorten over iemand die hen dierbaar is terwijl ze denken: ´Iedereen heeft net als ik zelf dezelfde interesse in mijn onderwerp en iedereen heeft hetzelfde gezichtspunt als ik; dus zal iedereen wel blij zijn mijn verhaal te horen´.

Er wordt een verhaal verteld over iemand die zijn nieuwe kennis begon te vertellen over zijn voorouders. Hij ging zo lang door dat het geduld van zijn toehoorder behoorlijk werd uitgeput. Op het einde onderbrak de kennis het verhaal door te vragen: ´Als ik al niets om mijn eigen voorouders geef, waarom zou ik dan om de jouwe geven?´. Er zijn er velen die hun buren graag willen vertellen over elk kuchje en koudje dat ze hebben; elk gewin of verlies, hoe klein ook, zouden ze graag aankondigen met toeters en bellen. Dat is een kinderlijke eigenschap; deze neiging laat een kindziel zien. Soms schrikt het vrienden af en helpt het de vijanden. Mensen die met veel geluid werken brengen weinig tot stand, want zij trekken door hun geluid tien mensen meer aan die zich met het werk komen bemoeien en het bederven wat een persoon gemakkelijk zou kunnen voltooien.

Luidruchtigheid komt voort uit rusteloosheid en rusteloosheid is het teken van Tammas, het destructieve ritme. Degenen die enig succes in hun leven hebben behaald, in welke richting dan ook, hebben dit gedaan door hun kalme werken. In de zakenwereld, in de industrie, in de kunst, in de wetenschap, in de educatie, in de politiek, in alle richtingen van het leven, is een wijze werker een stille werker. Hij vertelt over zaken als de tijd daar is, niet eerder. Degene die over zaken vertelt voordat hij ze heeft voltooid is als een kok die in de hele buurt schotels aankondigt voordat ze zijn bereid.

Er wordt in het Oosten een verhaal verteld over een enthousiaste bediende. De meester had hoofdpijn en hij zei tegen zijn bediende om wat medicijnen bij de drogist te gaan halen. De bediende bedacht dat het niet voldoende zou zijn om alleen medicijnen bij de drogist te halen; dus maakte hij ook een afspraak bij de dokter en op weg naar huis bezocht hij de begrafenisondernemer. De meester vroeg: ´Waarom ben je zo laat?´ De bediende zei: ´Meneer, ik heb alles geregeld´. Enthousiasme is een groot iets in het leven. Het is creatief en een sleutel tot succes, maar te veel ervan bederft soms dingen. Hoe wijzer iemand is, hoe vriendelijker is hij in alles wat hij doet. Een gentleman, in de Engelse taal, is een kalme man.

Er is een fabel dat een ezel naar een kameel ging en zei: ´Oom, we zullen vrienden zijn, we gaan samen grazen´. De kameel zei: ´Kind, ik hou van mijn wandelen in mijn eentje´. De ezel zei: ´Ik wil je heel graag vergezellen, oom´. De goedaardige kameel stemde erin toe en zij gingen samen op weg. Lang voordat de kameel klaar was met grazen, was de ezel al klaar en was erop gebrand zich te uiten. Hij zei: ´Oom, ik zou graag willen zingen, als u het niet erg vindt´. De kameel zei: ´Doe dat niet. Het zal zowel voor jou als voor mij vreselijk zijn. Ik ben nog niet klaar met mijn diner´. De ezel had geen geduld, hij kon zijn vreugde niet beheersen en begon te zingen. Een boer, aangetrokken door zijn gezang, kwam met een lange bamboestok. De ezel rende weg en de gehele afranseling kwam op de rug van de kameel terecht. Toen de ezel de volgende morgen Oom Kameel weer wilde uitnodigen, zei de kameel: ´Ik ben te ziek en jouw manier is anders dan de mijne. Vanaf vandaag gaan we ieder onze eigen weg´.

Er is een erg groot verschil tussen de kalme persoon en de luidruchtige persoon. De een is zo rusteloos als een kind, de ander is als een volwassene. De een bouwt op, de ander vernietigt. Een kalme manier van werken dient in alles te worden uitgeoefend. Door teveel bombarie over niets te maken creëert men opschudding, verwarring in de atmosfeer; nutteloze activiteit zonder enig resultaat. Men treft ook herrie aan in de neiging om te overdrijven, wanneer iemand een olifant van een mug wil maken. Bescheidenheid, nederigheid, vriendelijkheid, toegevendheid, zulke deugden zijn manifest in de persoon die kalm door het leven heen werkt.

viii

Er is iets wat tot de menselijke natuur behoort en de oorsprong ervan is gelegen in nieuwsgierigheid; nieuwsgierigheid die een wens tot kennis geeft. Wanneer de neiging wordt misbruikt ontwikkelt het zich tot ondervraging. Het is geweldig dat de wortel van alle defecten een juiste neiging is en het is het misbruik van die juiste neiging die in een defect verandert. Als we zouden bedenken hoe weinig tijd we hier op aarde hebben, dan zouden we zien dat elk moment van ons leven waardevol is en dat dat aan iets gespendeerd zou moeten worden wat echt de moeite waard is. Als die tijd aan ondervraging wordt besteed, terwijl we iets over de aangelegenheden van anderen willen weten, hebben we die tijd verspild die aan een zo veel beter doel besteed had kunnen worden. Het leven kent zo veel verantwoordelijkheden en zo veel verplichtingen en er is zo veel wat iemand in zichzelf moet verbeteren, er is zo veel wat men ongedaan moet maken in wat men heeft gedaan en er is zo veel waar men aandacht aan moet besteden om de aangelegenheden in het eigen leven juist te maken, dat het lijkt alsof iemand die al zijn verantwoordelijkheden en verplichtingen laat schieten en zich bezighoudt, zijn mind bezighoudt met ondervraging en zijn oren daarin te luister legt, bedwelmd is.

Er wordt een vrije wil gegeven om aandacht aan je eigen plichten te besteden, je eigen doelen te bereiken, aandacht aan je eigen aangelegenheden te besteden, en wanneer die vrije wil wordt gebruikt in de poging informatie over anderen, over de zwakte van anderen, de gebreken van anderen, de fouten van anderen te verkrijgen dan misbruikt men zeker de vrije wil. Soms is iemand weetgierig vanwege zijn interesse in de levens van anderen, maar zeer vaak is iemand weetgierig omdat dat zijn ziekte is. Hij kan überhaupt geen interesse in de kwestie hebben; het is slechts omdat hij zich zelf tevreden wil stellen door over anderen te horen en te weten. Zelfkennis is het ideaal van de filosofen, niet de kennis van de levens van anderen.

Er zijn twee fasen in de ontwikkeling van een mens, de fase waarin hij naar anderen kijkt en de fase waarin hij naar zichzelf kijkt. Als de eerste fase is afgelopen en de tweede fase is begonnen, dan begint men met zijn reis naar het gewenste doel. Rumi zei: ´Maak je geen zorgen over anderen, want er is veel in jezelf waar je over kunt denken´.

Bovendien is het een teken van groot respect jegens de ouderen en jegens degenen die men wenst te respecteren, om geen neiging te vertonen meer te weten dan men zou mogen weten. Zelfs in een zo intieme relatie als tussen ouders en kinderen tonen ze daarin een grote deugd wanneer ze de privacy van elkaar respecteren.

Willen weten over een ander is zeer vaak een gebrek aan vertrouwen. Degene die vertrouwt hoeft niet te ontsluieren, hoeft niet het bedekte te ontdekken. Degene die iets wenst te ontsluieren, wil het ontdekken. Als er al iets is wat eerst ontdekt dient te worden dan is het het zelf. De tijd die iemand besteed aan het ontdekken van anderen, hun levens, hun fouten, hun zwakheden, zou men net zo goed kunnen besteden aan het ontdekken van de eigen ziel. De wens om te weten wordt in de ziel geboren. Maar de mens dient te onderscheiden wat er gekend dient te worden, wat de moeite waard is om te kennen. Er zijn veel dingen die het niet waard zijn om je er zorgen over te maken. Wanneer men zijn tijd en denken wijdt aan de poging iets te weten wat men niet hoeft te weten, dan verliest men die gelegenheid die het leven biedt om de natuur en het geheim van de ziel te ontdekken, waarin de vervulling van het doel van het leven ligt.

ix

Men dient in gedachten te houden dat men een gebrek aan adeldom in karakter vertoont door de voorliefde voor roddelen. Het is zo natuurlijk en toch is het een grote fout in het karakter om de neiging te koesteren om over anderen te spreken. Men toont een grote zwakte wanneer men opmerkingen over iemand maakt achter diens rug om. Op de eerste plaats gaat het in tegen wat men openhartigheid noemt en het is het oordelen van een ander, wat volgens de lering van Christus verkeerd is: ´Oordeel niet, opdat gij niet geoordeeld wordt´. Wanneer men toestaat dat deze neiging in zichzelf blijft bestaan dan ontwikkelt men een voorliefde voor het spreken over anderen. Het is een defect dat over het algemeen bestaat en wanneer twee mensen die dezelfde neiging hebben elkaar ontmoeten, roddelen ze samen. De een helpt de ander, de een moedigt de ander aan. En wanneer iets door twee mensen wordt ondersteund wordt het vanzelf een deugd, al is het maar voor zolang als het duurt.

Hoe vaak vergeet de mens dat ofschoon hij over iemand in zijn afwezigheid spreekt, het toch uitgesproken wordt in de aanwezigheid van God. God hoort alles en weet alles. De Schepper kent zijn Schepsels, kent hun deugden en fouten. Het is God onwelgevallig als hij over de fout van Zijn schepping hoort net zoals het een kunstenaar onwelgevallig zou zijn om slechte opmerkingen te horen die iemand over zijn kunst maakt. Ook al erkent hij de fout in zijn kunst dan zou hij er de voorkeur aan hebben dat zelf te ontdekken en niet iemand anders. Wanneer iemand tegen een ander praat kunnen zijn woorden die ander niet bereiken, maar zijn gevoelens bereiken hem. Als hij gevoelig is weet hij dat er iemand tegen hem gepraat heeft; en wanneer hij die persoon ziet die tegen hem gepraat heeft, dan leest hij alles in zijn gezicht mits hij gevoelig is en een scherp zicht heeft. Deze wereld is een huis van spiegels, de reflectie van de ene wordt op de ander weerspiegeld. In deze wereld waarin zo veel verborgen lijkt te zijn, blijft in werkelijkheid niets verborgen; alles stijgt op het een of andere moment naar de oppervlakte en manifesteert zich zichtbaar.

Maar weinig mensen in deze wereld weten wat voor een effect het kwaadspreken over een ander op de persoonlijkheid van iemand heeft; welke invloed het heeft op de ziel van iemand! Het zelf van de mens is niet alleen als een koepel waar alles wat hij zegt wordt weerkaatst, maar die weerkaatsing is creatief en brengt hetgeen gezegd wordt voort. Elk goed of kwaad iets in het leven van iemand ontwikkelt men door er interesse in te hebben. Welke fout men ook heeft, zolang die klein is ziet men die niet; en zo ontwikkelt men die fout totdat het in een teleurstelling resulteert. Het leven is zo waardevol en het wordt steeds waardevoller naarmate men zorgvuldiger wordt; en elk moment van het leven kan gebruikt worden voor een veel groter doel. Het leven is een kans en hoe meer men zich dit realiseert hoe meer men het beste zal maken van deze kans die het leven biedt.

x

De spirit van barmhartigheid in de natuur bouwt een pad naar God, want barmhartigheid is hartelijkheid, is spontaniteit; de natuur ervan is zijn weg te banen naar een wijde horizon. Barmhartigheid kan derhalve barmhartigheid van het hart genoemd worden. Het is niet nodig dat de spirit van barmhartigheid altijd getoond wordt in het geven van geld; in elk klein ding kan men het laten zien. Barmhartigheid is een houding die iemand laat zien in elke kleine handeling die hij verricht voor mensen met wie hij in het dagelijkse leven in contact komt. Men kan barmhartigheid laten zien door een glimlach, door een vriendelijke blik, door een warme handdruk; door de jongere ziel op de schouder te kloppen als een teken van aanmoediging, van waardering, van de uitdrukking van affectie. Barmhartigheid kan men tonen in het van dienst zijn van zijn naaste, in het verwelkomen, in het vaarwel zeggen tegen een vriend. In gedachte, woord en daad, op elke wijze en in elke vorm kan men die barmhartige spirit laten zien die een teken is van de goddelijke mensen.

De Bijbel spreekt over barmhartigheid door middel van het woord ´liefdadigheid´, maar als ik een interpretatie zou moeten geven van het woord ´barmhartigheid´ dan zou ik het adeldom noemen. Geen enkele rang, positie of macht kan bewijzen dat iemand edel is; waarlijk edel is hij die barmhartig van hart is. Wat is barmhartigheid? Het is adeldom, het is verruiming van het hart. Als het hart zich verruimt, wordt zo de horizon wijd en ontdekt men grotere en grotere ruimte om het koninkrijk van God te bouwen.

Depressie, wanhoop en alle soorten verdriet en bedroefheid komen uit een gemis aan barmhartigheid. Waar komt jaloezie vandaan? Waar komt afgunst, hartzeer vandaan? Dat komt allemaal voort uit een gemis aan barmhartigheid. Iemand kan geen enkele cent op zijn naam hebben, maar toch kan hij barmhartig, edel zijn als hij slechts een groot hart vol vriendelijk gevoel heeft. Het leven in de wereld biedt een mens alle gelegenheid, welk beroep hij ook heeft, om te laten zien dat hij enige spirit van barmhartigheid bezit.

De veranderlijkheid en de onechtheid van de menselijke natuur, naast gebrek aan voorkomendheid en gedachteloosheid voor degenen die hij in het leven tegenkomt en verder de zelfzucht en graaiende en corrumperende spirit die zijn ziel verwart en hem ongerust maakt, deze creëren allemaal tesamen een situatie die op zichzelf een test en beproeving is waar elke ziel doorheen moet gaan temidden van het wereldse leven. En wanneer iemand door deze test en deze beproeving heen vasthoudt aan zijn principe van barmhartigheid en verder doorloopt naar zijn bestemming en niet toestaat dat invloeden die vanuit alle windstreken komen waaien om hem weg te houden van zijn reis naar het doel, wordt hij uiteindelijk de koning van zijn leven, zelfs als er wanneer hij zijn bestemming bereikt geen enkele aardse cent op zijn naam staat. Aardse weelde maakt een mens niet rijk. Rijkdom komt door het ontdekken van die goudmijn die is verborgen in het menselijke hart, waarvandaan de spirit van barmhartigheid komt. Iemand vroeg de Profeet, van wie de deugd het grootst is, van de vrome ziel die continu bidt of van de reiziger die reist om een heilige pelgrimage te verrichten of van degene die nachten- en dagenlang vast of van degene die het Geschrift van buiten leert. ´Geen van allen´, zei de Profeet, ´is zo groot als de ziel die door het leven barmhartigheid van hart laat zien´.