Oorzaak

Ieder menselijk wezen bezit een aangeboren verlangen naar kennis. Het kind wil de oorzaak van alles weten en stelt talloze vragen. Het verlangen naar kennis bevindt zich ook in de planten, als onze ogen maar open zouden zijn om dat waar te nemen. Dit verlangen ontwikkelt de mineraal in een plant en de plant wezen in een dier wezen en het dier in een menselijk wezen. Het is goed ontwikkeld in de mens en volledig bereikt door de mastermind. De Soefi´s zeggen dat de gehele schepping plaatsvond om het verlangen naar kennis te bevredigen.

Bij de mens is dit verlangen nooit bevredigd. Hij wil altijd meer weten. Er is altijd een rusteloze hunkering in hem naar kennis. Dit komt omdat hij niet op de juiste wijze naar de oorzaak zoekt; hij ziet alleen de uiterlijke oorzaken en niet de oorzaak die ten grondslag ligt aan de oorzaak en daaronder de oer-oorzaak. Iemand die bijvoorbeeld vervreemd is van zijn vriend ziet misschien alleen maar de oppervlakkige oorzaak en noemt zijn vriend onvriendelijk; of hij kan toegeven dat hij zelf fout is, of hij kan nog dieper gaan en zeggen dat zij vanwege een bepaalde invloed van de planeten niet vriendelijk kunnen zijn; toch heeft hij niet de oorzaak van deze oorzaak goed onderzocht.

Als we de natuur op de juiste wijze betrachten dan zullen we ontdekken dat wijsheid het gehele wezen ervan is; het leven zelf is wijsheid. Kijk naar de verfijnde structuur van het oog en de bescherming die eraan wordt geboden door het ooglid. Bewijst dit niet dat de wijsheid van de natuur verder ontwikkeld is dan de wetenschap en de kunst van de mens? Is de mens ooit in staat geweest datgene te scheppen wat zich niet in de natuur bevindt? Wij weten dat de regen valt en de grond van water voorziet en de planten laat groeien en we zeggen dat de regen de oorzaak van dit alles is, maar als we dieper zouden delven dan zouden we de oorzaak van de regen ontdekken. Zelfs dan blijft de innerlijke oorzaak verborgen.

Om deze reden onderrichtte de religies het Gods-ideaal, opdat de oer-oorzaak gezocht mocht worden via het streven naar God.

Wanneer de mens het idee van dualiteit heeft verloren en zichzelf één voelt met de gehele schepping dan worden zijn ogen geopend en ziet hij de oorzaak van alles. Een wetenschappelijk iemand treedt naar voren en beweert de een of andere nieuwe en prachtige uitvinding te hebben gedaan, maar zoals Salomo zei: ´Er is niets nieuws onder de zon´. Christus heeft gezegd dat hij niet is gekomen om een nieuwe wet te geven en Mohammed heeft gezegd dat hij is gekomen om dezelfde wet te onthullen gegeven door de leraren in het verleden, die was gecorrumpeerd, verkeerd was begrepen en was vergeten door de volgelingen ervan. De mystici hebben vanaf het begin alle kennis bezeten en hebben toch niet beweerd dat die van hen zelf was, erkennend dat alle kennis wordt bezeten door enkel een Wezen en dat altijd zal zijn.

Wat bovennatuurlijk wordt genoemd wordt natuurlijk voor degene die begrijpt, maar voor de onwetende blijft het bovennatuurlijk. Hij noemt het een wonder of een fenomeen als hij erin gelooft; als hij er niet in gelooft dan spot hij ermee.

In elke ziel bevindt zich een licht. Zij dient slechts de wolken die het bedekken uit elkaar te jagen, zodat het kan uitstralen. Dit is het licht van openbaring. Het is voor ons als een lantaarn, het verlicht elk donker hoekje dat we wensen te onderzoeken en geeft een antwoord op elke vraag die we stellen. Dit licht kan alleen maar schijnen waar het hart zuiver is en om het hart te zuiveren heeft de Soefi een contemplatief proces dat geschikt is voor de evolutie van elk individu.

Er bestaat een prachtig Indiaas verhaal dat de betekenis van dit licht illustreert. Het verhaalt dat er een bepaald soort cobra bestaat die een diamant in zijn hoofd heeft en wanneer die naar de jungle gaat pakt hij de diamant uit zijn hoofd en plaatst die op een boom; en door middel van het licht ervan zoekt hij alles uit wat hij wenst en wanneer hij klaar is plaatst hij de diamant weer in zijn hoofd. De cobra vertegenwoordigt de ziel en de diamant het licht van inspiratie die haar gidst.

Dezelfde waarheid wordt geportretteerd in het verhaal over Aladdin en zijn lamp. De dame die hij liefhad vertegenwoordigde het ideaal van zijn ziel en de lamp die hij moest zoeken was het licht van innerlijke leiding, die, toen ze werd gevonden, hem naar de verwerving van zijn ideaal zou leiden. Het starten op het spirituele pad is als het afdalen in het duister, daar de mens niet weet wat hij aan zal treffen.

Mystici in het Oosten hebben vele jaren in de jungle doorgebracht op hun spirituele queeste en zijn later te voorschijn gekomen om de weg aan de mensheid te tonen. Dit is echter een pad dat niet onderricht kan worden; het dient gerealiseerd te worden, want taal is inadequaat om zelfs de ervaring van het hart uit te drukken, dus hoe kan de ervaring van de ziel van haar hoogste bereiking in woorden worden uitgelegd?