Het is uiterst moeilijk te vergeten wat je ooit hebt geleerd. Leren is een ding en ont-leren is heel wat anders. Het proces van spirituele verwerving verloopt via ont-leren. Mensen beschouwen hun overtuiging als zijnde hun religie. In werkelijkheid is overtuiging een opstap naar religie. Bovendien, als het aan mij zou zijn om overtuiging te schetsen, is het een trap die verder leidt naar hogere verwerkelijking. Maar in plaats van dat mensen omhoog gaan staan de mensen erop. Het is net als stromend water dat niet meer stroomt. Mensen hebben hun overtuiging rigide gemaakt en derhalve gaan ze achterwaarts in plaats van dat ze lering trekken uit hun overtuiging. Als dat niet zo zou zijn dan zou je denken dat iedereen die overtuigd is van God, de waarheid en het hiernamaals beter zouden zijn dan degenen die daar niet van overtuigd zijn. Maar wat er gebeurt is dat ze er slechter op worden omdat ze hun eigen voeten aan hun overtuiging hebben vastgespijkerd.
Ik bevind me heel erg vaak in een situatie waarin ik erg weinig kan zeggen, vooral wanneer iemandmet zijn vooropgezette ideëen naar mij toe komt en mijn richting, mijn gidsing op het spirituele pad wil aannemen; en toch is het tegelijkertijd zijn eerste opzet om te kijken of zijn gedachten stroken met de mijne en of mijn gedachten stroken met de zijne. Hij kan zichzelf niet leegmaken voor de gegeven richting. Hij is niet gekomen om mijn gedachten te volgen, maar wil voor zichzelf bevestigen dat zijn idee juist is. Onder honderd mensen die voor spirituele gidsing komen, tappen er negentig uit dat vaatje. Wat laat dit zien? Dat ze hun eigen idee niet op willen geven, maar dat ze bevestigd willen krijgen dat het idee dat zij hebben juist is.
Spirituele verwerving is van begin tot eind het ont-leren van wat men heeft geleerd. Maar hoe ont-leer je? Wat je hebt geleerd bevindt zich in je. Je kunt het doen door wijzer te worden. Hoe wijzer je wordt, hoe meer je in staat raakt je eigen ideëen tegen te spreken. Des te minder wijsheid je hebt, des te meer hou je vast aan je eigen ideëen. In de meest wijze mens bevindt zich een bereidwilligheid om zich aan anderen te onderwerpen. En de meest dwaze persoon is altijd bereid om stevig vast te houden aan zijn eigen ideëen. De reden is dat de wijze gemakkelijk zijn denken op kan geven; de dwaas klemt zich eraan vast. Daarom wordt hij niet wijs omdat hij bij zijn eigen ideëen blijft; daarom boekt hij geen vooruitgang.
Mentale zuivering is derhalve de enige methode waardoor iemand het spirituele doel kan bereiken. Teneinde dit te volbrengen moet je naar het gezichtspunt van een ander kijken. Want in werkelijkheid is elk gezichtspunt jouw eigen gezichtspunt. Hoe grootser je wordt, hoe groter de verwerkelijking die naar je toe komt, hoe meer je ziet dat elk gezichtspunt juist is. Als je in staat bent jezelf uit te breiden naar het bewustzijn van iemand anders dan wordt je bewustzijn zo groot als dat van twee personen. En zo kan het zo groot worden als het bewustzijn van duizend personen wanneer je jezelf er aan went om te proberen te zien wat anderen denken.
De volgende stap in mentale zuivering is het juiste van het verkeerde te zien en het verkeerde van het juiste te zien, het kwade van het goede en het goede van het kwade. Het is een moeilijke opgave, maar wanneer je dit eenmaal hebt volbracht, dan stijg je boven goed en kwaad uit.
Je dient in staat te zijn de pijn in het genot en het genot in de pijn te zien; het gewin in het verlies en het verlies in het gewin. Wat er over het algemeen gebeurt is dat je ongevoelig bent geworden voor het een en dat je ogen zijn geopend voor het ander; dat je niet het verlies ziet of dat je niet het gewin ziet; als je het juiste herkent, herken je niet het verkeerde.
Mentale zuivering betekent dat impressies zoals goed en slecht, verkeerd en juist, gewin en verlies, deze tegenstellingen die de mind blokkeren, opgeruimd dienen te worden door het tegengestelde van deze dingen te zien. Dan kun je de vijand in de vriend zien en de vriend in de vijand. Wanneer je vergif in nectar en nectar in vergif erkent dan is dat het moment dat ook de dood en het leven één worden. Tegenstellingen blijven dan geen tegenstellingen voor jou. Dat wordt mentale zuivering genoemd. En degenen die dit stadium bereiken zijn de levende heiligen.
Het derde gebied van mentale zuivering is jezelf te identificeren met wat je niet bent. Hierdoor zuiver je je mind van impressies van je eigen valse identiteit.
Ik zal als voorbeeld het verhaal over een heilige in India geven. Het verhaal begint door te vertellen dat een jongen in zijn tienerjaren aan zijn moeder, die een boerenvrouw was die in een dorp woonde, vroeg: ´Wat is het beste beroep, moeder?´ En de moeder antwoordde: ´Dat weet ik niet mijn zoon, behalve dat degenen die naar het hoogste in het leven hebben gezocht, op zoek gingen naar God´. ´Waar moet ik dan naartoe gaan, moeder?´, vroeg hij. Zij antwoordde: ´Ik weet niet of het wel of niet praktisch is, maar men zegt, in de eenzaamheid, in het woud´. Dus ging hij daar lange tijd naar toe en leidde een leven van geduld en eenzaamheid. En een keer of twee kwam hij tussendoor zijn moeder bezoeken. Soms was zijn geduld op, was zijn hart gebroken. Soms was hij teleurgesteld dat hij God niet vond. En elke keer stuurde zijn moeder hem met nog meer klem terug. Bij zijn derde bezoek zei hij: ´Nu ben ik er lange tijd geweest´. ´Ja´, zei zijn moeder, ´nu denk ik dat je gereed bent om naar een leraar te gaan´. Dus ging hij een leraar bezoeken. En er waren veel leerlingen die bij die leraar leerden. Elke leerling had een kamer voor zichzelf om te mediteren, en deze leerling werd ook verteld om een bepaalde kamer binnen te gaan om te mediteren. De leraar vroeg: ´Is er iets in de wereld waar je van houdt?´ Deze jongen die vanaf zijn jeugd van huis weg was geweest en niets van de wereld had gezien, kon niemand bedenken van wie hij hield, behalve van de kleine koe die zich in zijn huis bevond. Hij antwoordde: ´Ik hou van de koe in ons huis´. De leraar zei: ´Denk dan in jouw meditatie aan de koe´.
Alle andere leerlingen kwamen en gingen voor een kleine meditatie vijftien minuten lang in hun kamer zitten; vervolgens werden ze moe en gingen ze weer weg; maar deze jongeman bleef er zitten vanaf de tijd dat de leraar dat hem had gezegd. Na enige tijd vroeg de leraar: ´Waar is hij?´ De andere leerlingen antwoordden: ´Dat weten we niet. Hij zal wel in zijn kamer zijn´. Ze gingen hem zoeken; de deur was op slot en er kwam geen reactie. De leraar ging zelf en opende de deur en zag daar de leerling in meditatie zittend, er volledig door in beslag genomen. En toen de leraar hem bij zijn naam noemde, reageerde hij met het geluid van de koe. De leraar zei: ´Kom naar buiten´. Hij antwoordde: ´Mijn horens zijn te groot om door de deur heen te kunnen gaan´. Vervolgens zei de leraar tegen zijn leerlingen: ´Kijk, dit is het levende voorbeeld van meditatie. Je bent aan het mediteren op God en je weet niet waar God is, maar hij is aan het mediteren op de koe en is de koe geworden; hij heeft zijn identiteit verloren. Hij heeft zich geïdentificeerd met het object waarop hij mediteert´. Wat ons leven zo moeilijk maakt is dat we niet vrij kunnen komen van een eenmaal ontstaan idee.
Ik zal een ander voorbeeld geven. Ik probeerde ooit iemand te helpen die ziek was, die al twintig jaar reuma had. Deze vrouw was bedlegerig; zij kon haar gewrichten niet bewegen. Ik kwam bij haar en zei: ´Nu doet u zo en zo en dan kom ik weer over twee weken´. En toen ik na twee weken weer kwam was ze al begonnen met het bewegen van haar gewrichten. En ik zei: ´Ik kom over zes weken terug´. En binnen zes weken stond ze op van bed en had een nog grotere hoop om genezen te worden. Haar geduld was niettemin niet zo groot als het zou moeten zijn. Op een dag lag ze in bed en dacht: ´Kan ik ooit genezen worden?´ Op het moment dat ze dat dacht ging ze terug naar dezelfde conditie; omdat haar ziel zich had geïdentificeerd met een zieke persoon. Het was voor haar onmogelijk haar eigen gezondheid te zien, zij kon zich niet voorstellen dat zij ook helemaal gezond zou zijn; zij kon haar ogen niet geloven toen ze zag dat haar gewrichten bewogen; zij kon het niet geloven.
Mensen kunnen in hun lichaam gezond zijn, maar niet in hun minds. Heel vaak houden ze vast aan een ziekte waar ze van af zouden moeten komen. En hetzelfde geldt voor ellende. Mensen die zich bewust zijn van ellende trekken ellende aan. Zij zijn hun eigen ellende. Het is niet zo dat het noodlot in hen is geïnteresseerd, maar dat zij in het noodlot zijn geïnteresseerd. Het noodlot kiest de mensen niet uit; de mensen kiezen het noodlot uit. Zij houden die gedachte vast en die gedachte wordt van hun zelf. Wanneer iemand ervan overtuigd is dat hij naar beneden gaat, gaat hij naar beneden; zijn gedachte helpt hem om te zinken.
Derhalve is het derde aspect van mentale zuivering in staat zijn om je te identificeren met iets anders. Soefi's hebben hun eigen manier om dat te onderrichten. Heel vaak houd je het idee van je spirituele leraar vast; en met dat idee verwerf je de kennis, inspiratie en macht die de spirituele leraar heeft. Het lijkt op een erfenis.
Degene die zich niet zo kan concentreren dat hij zichzelf vergeet en diep het onderwerp ingaat waarop hij zich concentreert zal er niet in slagen om concentratie machtig te worden.
De vierde mentale concentratie is jezelf bevrijden van een vorm en een gevoel voor het abstracte te hebben. Alles suggereert het oog een vorm, alles; zelfs zozeer dat je als de naam van iemand die je nog nooit hebt gezien valt je een vorm van hem maakt. Zelfs zoiets als elfen, spirits en engelen worden zodra ze worden genoemd altijd afgebeeld in een bepaalde vorm. Dit is een hinderpaal om de aanwezigheid van het vormloze te verwerven; en derhalve is deze mentale zuivering van groot belang. De bedoeling ervan is in staat te zijn om over een idee te denken zonder vorm. Dit wordt ongetwijfeld slechts door grote concentratie en meditatie verworven, maar eenmaal verworven is het zeer bevredigend.
En de vijfde manier is in staat zijn je mind te kalmeren. Met andere woorden, de mind te ontspannen. Stel je voor hoe zeer je lichaam behoefte heeft aan rust na de hele dag hard gewerkt te hebben; hoe veel meer dient de mind dan wel geen behoefte aan rust te hebben!
De mind werkt veel sneller dan het lichaam; de mind is van nature veel vermoeider dan het lichaam. En niet iedereen weet hoe hij zijn mind tot rust brengt en derhalve heeft de mind nooit rust. En wat er dan na een tijdje gebeurt, is dat de mind verzwakt; hij verliest het geheugen, de macht van handelen; hij verliest rede. De ergste effecten worden vooral veroorzaakt door de mind niet de geschikte ontspanning te geven. Als zulke kwalen als twijfel en angst de mind mogen binnendringen dan wordt iemand rusteloos, dan kan hij nooit rust vinden. Want ´s nachts gaat de mind verder op het spoor van dezelfde impressies. Hoe eenvoudig het ook lijkt, slechts weinig mensen kennen de ontspanning van de mind en hoe heerlijk dat op zich is. En wat een kracht, wat een inspiratie resulteert daaruit, en wat een vrede ervaar je erdoor en hoe ondersteunt het niet de mind en het lichaam! De spirit is verkwikt wanneer de mind uitgerust is.
De eerste stap richting het tot rust brengen van de mind is de ontspanning van het lichaam. Als je in staat bent je spieren en je zenuwstelsel naar believen te ontspannen dan wordt de mind automatisch verkwikt. Daarnaast dien je in staat te zijn je te ontdoen van angst, zorgen, twijfels en vrees door de wilskracht en jezelf in een rustige toestand te brengen; dat zal volbracht worden door de hulp van de juiste ademhaling.
Er wordt groots magnetisme geproduceerd door de mind te hebben verstild en gezuiverd. En het gebrek daaraan veroorzaak een gebrek aan magnetisme. De aanwezigheid van degenen wier minds niet gezuiverd en verstild zijn wordt een bron van onrust voor anderen en voor henzelf. En zij trekken weinig aan omdat de macht van aantrekkingskracht is verloren; iedereen wordt moe van hun aanwezigheid en hun atmosfeer veroorzaakt onbehagen en ongemak. Zij zijn tot last voor zichzelf en voor anderen.
Wanneer de mind eenmaal is gezuiverd dan is de volgende stap het ontwikkelen van de hart-kwaliteit die uiteindelijk uitmondt in spirituele bereiking.