Het onderscheid tussen het subtiele en het grove

Er is een dichtregel in de Bijbel: ´Het is de spirit die levend wordt, het vlees heeft er geen voordeel bij´. Dus wat we levend noemen is subtiel, wat dood is is grof; met andere woorden: wat verdicht is is grof en wat verfijnd is, is subtiel.

Het is waar zoals de Hindoe´s zeggen dat er een gouden tijdperk was, vervolgens een zilveren tijdperk, een koperen en een ijzeren. Wij bevinden ons zeker in het ijzeren. Er was nog nooit in enig tijdperk van de geschiedenis zo´n grofheid en verdichting als de mensheid tegenwoordig vertoont. En dat is veroorzaakt door de wet van de zwaartekracht. Wanneer het bewustzijn helemaal wordt opgenomen in de grove materie dan wordt iemand tot de aarde aangetrokken. Wanneer het bewustzijn wordt vrijgelaten uit de grove materie dan zweeft het naar de hemel.

Ik bedoel daar niet mee te zeggen dat mensen zo´n twee of drie duizend jaar geleden niet grof waren. Maar wanneer we overleveringen bestuderen ontdekken we dat zij ook zeer verfijnd en subtiel in hun visie waren, meer dan wij vandaag. Ons contact met de aarde en de aardse dingen hebben ons rigider gemaakt; zij waren evenwichtiger. En als we hier bewijzen voor willen dan hoeven we alleen maar de oude talen zoals Sanskriet, Zend, Perzisch, Hebreeuws te bestuderen en de manuscripten uit de oudheid te zien en de manier waarop zij de dingen uitleggen. Misschien zijn ze totaal vreemd aan onze hedendaagse mentaliteit en visie, toch is hun verfijndheid niet in woorden uit te drukken. En het lijkt erop alsof wij van kwaad tot erger gaan en elke dag grover worden. Als we slechts zouden beseffen hoe ver we verwijderd zijn van wat verfijnde visie genoemd kan worden!

Wanneer iemand subtiele dingen alleen door mathematische berekeningen probeert te begrijpen dan komt hij in de verdichte sfeer. Hij wil niet verfijnd raken en hij wil de spirit, die het meest verfijnde iets is, grof en begrijpbaar maken. Derhalve is het voor spirituele bereiking van het grootste belang een verfijnde visie te ontwikkelen. Ik heb mensen in een trance zien gaan of in een diepe meditatie zien verzinken en toch ontbeerden zij een verfijnde visie. En dan is het niets waard. Zij zijn niet echt spiritueel. Een werkelijk spiritueel iemand dient een mentaliteit als vloeistof te hebben, niet als een rots. Een mentaliteit die in beweging is, niet grof en verdicht.

Deze kwestie heeft ook een metafysische kant. In het leven zijn er twee ervaringen. Het ene ervaringsgebied is zintuigelijke gewaarwording, het andere domein is exaltatie; en via deze twee ervaringen probeert men geluk te ervaren. Maar wat er wordt ervaren door zintuiglijke gewaarwording of in de vorm van zintuiglijke gewaarwording is niet noodzakerlijkerwijs geluk; dat is genot. Het kan zich voor een moment voordoen als geluk, maar het is slechts een suggestie van geluk.

Exaltatie is iets wat de mysticus ervaart. En degenen die geen mystici zijn ervaren het ook, maar zij weten niet wat het is; zij kunnen geen onderscheid maken tussen zintuiglijke gewaarwording en exaltatie. Soms kan exaltatie het resultaat zijn van zintuiglijke gewaarwording; dat is mogelijk; maar tegelijkertijd is exaltatie die afhangt van zintuiglijke gewaarwording geen onafhankelijke exaltatie.

Er zijn verschillende graden exaltatie. Voor de Soefi is de ziel een stroom die het fysieke lichaam aan de bron koppelt. En de kunst van ontspanning maakt het de ziel van nature gemakkelijker om vrijheid, inspiratie en macht te ervaren omdat ze dan losgekoppeld is van de grip van het fysieke lichaam. Zoals Roemi in de Masnavi zegt: ´De man is een gevangene op aarde. Zijn lichaam en zijn mind zijn de tralies van zijn gevangenis. En de ziel is onbewust aan het hunkeren om weer opnieuw de vrijheid te ervaren die van oorsprong bij haar hoort´. Het Platonische idee over het bereiken van een hogere bron is hetzelfde: dat de ziel door exaltatie, zogezegd, uitstijgt boven de stevige greep van het fysieke lichaam; dat kan voor slechts een paar minuten zijn, maar zij ervaart op zulke momenten een vrijheid die de mens nog nooit eerder heeft ervaren.

Een moment van exaltatie is op elk niveau een andere ervaring. Er wordt in de Bijbel verwerzen naar de ultieme exaltatie: ´Wees zo perfect als Uw Vader in de hemel´. Veel religieuze mensen zullen zeggen dat het voor de mens niet mogelijk is om perfect te zijn; maar het wordt tóch in de Bijbel vermeld. De wetenden en de zieners hebben altijd begrepen dat er een fase is waarin je, door een bepaalde fase van het bestaan aan te raken, je verheven voelt boven de beperkingen van het leven en wordt je die macht, vrede en vrijheid, dat licht en dat leven geschonken die behoren bij de bron van alle wezens. Met andere woorden: op dat moment van ultieme exaltatie ben je niet alleen verenigd met de bron van alle wezens, maar ben je erin opgelost; want de bron is jouw zelf.

De bron is groter dan wij in woorden kunnen uitdrukken. We kunnen proberen de bron te bevatten door hem te vergelijken met een zaadje dat de bron is van de bloem, de bladeren, de stam, de takken en de geur, terwijl we als we het zaadje alleen bekijken dat niet allemaal in het zaadje zien: toch waren ze er daar al die tijd. Aan de andere kant kunnen we zelfs het zaadje niet echt vergelijken met de bron want het zaadje is voor zijn groeit afhankelijk van de zon, het water en de aarde, terwijl de ultieme bron daarentegen van niets afhankelijk is. Hij is alles wat sterk en machtig is; hij is niet in woorden uit te drukken en het gaat ons bevattingsvermogen te boven om ook maar na te denken over de bron, behalve dat we wanneer we een grotere inspiratie, vrede, vreugde en magnetisme verkrijgen, dingen veel beter waarderen. Op deze manier kunnen we een beetje begrijpen hoe groot de bron wel niet moet zijn. Hoe grootser we zijn, hoe dichter we de bron benaderen. Zoals de grote Indische dichter Khusrau zegt: ´Wanneer ik U word en U mij wordt kunt U niet zeggen dat ik anders ben en kan ik niet zeggen dat U anders bent´.

De verschillende graden van exaltatie zijn als de verschillende noten in de muziek. Net zoals we lage en hoge noten onderscheiden, is het met de verschillende graden van de ervaring van exaltatie. Zelfs het lezen van een mooi gedicht kan exaltatie produceren; goede muziek schenkt exaltatie en een gevoel van grote vreugde doet dat ook. Het breekt allemaal de verstopping open; er zijn verfijnde cellen van de zenuwen die vrij komen en het lichaam ervaart ontspanning.

Er is een verschil tussen zintuiglijke gewaarwording en exaltatie, maar wanneer we dat in woorden uitdrukken bestaat er altijd verwarring. Je zou kunnen zeggen dat exaltatie versmelting van alle zintuigelijke gewaarwording is; maar als je zegt dat exaltatie via zintuigelijke gewaarwording wordt ervaren, is dat ook waar.

Aangezien we in het leven zintuiglijke gewaarwording nodig hebben om onze ervaring van het leven concreet te maken, hebben we ook of misschien nog wel meer exaltatie nodig teneinde het leven in zijn volheid te leiden. De lagere schepping zoals de vogels en de dieren hebben ook glimpen van exaltatie. Zij verheugen zich niet alleen over het grazen en in het vinden van zaadjes, in het maken van nesten of in het spelen in de lucht, in het zingen en in het rennen door het bos. Er zijn momenten waarop zelfs vogels en dieren zich geëxalteerd voelen. En als we wat dieper in deze kwestie gaan zullen we begrijpen wat we in een prachtige dichtregel uit de islamitische overlevering lezen: ´Er zijn momenten waarop zelfs rotsen geëxalteerd raken en bomen in extase raken´. Als dat waar is dan dient de mens, die is geschapen om de ervaring die elk levend wezen kan hebben te completeren, net zoveel exaltatie te ervaren als hij zintuiglijke gewaarwordingen ervaart.

Ik bedoel met zintuiglijke gewaarwording de impressie die je hebt van lijn of kleur; de voorkeur die je hebt voor de zachtheid in de structuur; de waardering die je hebt voor geur en parfum; het genot dat je verwerft door iets zoets, iets hartigs of iets zuur te proeven; de vreugde die je ervaart bij het horen van poëzie, zang en muziek. Al deze ervaringen zijn manifest op het gebied van de zintuiglijke waarneming. De wereld van zintuiglijke waarneming is een wereld; de wereld van exaltatie is een andere; en deze twee werelden worden er voor de mens gemaakt om te ervaren teneinde het leven op aarde in zijn volheid te leiden. En toch, met deze mogelijkheid en met deze gelegenheid in het leven, blijft de mens een leven van zintuiglijke gewaarwording leiden en vergeet hij dat er ook een ander leven is, een leven dat hier op aarde ervaren kan worden en iets wat de ervaring van het leven completeert.

Er treedt een fysiek aspect van exaltatie op als reactie of resultaat van het feit dat je de immensiteit van de ruimte hebt gezien, dat je naar de verre horizon hebt gekeken of de heldere lucht, de maanverlichte nacht en de natuur bij dageraad hebt gezien. Het kijken naar de opkomende zon, het bekijken van de ondergaande zon, het kijken naar de horizon aan zee, midden in de natuur zijn, naar de wereld kijken vanaf de top van een berg, al deze ervaringen, zelfs een ervaring als het bekijken van de kleine glimlachjes van een onschuldig kind, deze eraringen tillen je op en geven je een gevoel dat je niet zintuiglijke gewaarwording kunt noemen. Het is exaltatie.

Een hoger aspect van exaltatie is een morele exaltatie – wanneer we spijt hebben dat we iets onplezierigs hebben gezegd of gedaan; wanneer we vergiffenis hebben gevraagd en onszelf nederig voor iemand hebben opgesteld jegens wie we onnadenkend zijn geweest. We hebben onze trots dan nederig gemaakt. Of wanneer we een diepe dankbaarheid hebben gevoeld jegens iemand die iets voor ons heeft gedaan; wanneer we liefde, sympathie of devotie hebben gevoeld die eindeloos lijkt en die zo groots lijkt dat ons hart die niet kan bevatten; wanneer we zoveel medelijden met iemand hebben gevoeld dat we onszelf zijn vergeten; wanneer we een diepgevoeld geluk hebben gevonden door iemand die in nood verkeert een kleine dienst te bewijzen; wanneer we een gebed hebben geuit dat uit de grond van ons hart is gekomen, wanneer we ons onze eigen beperking en kleinheid hebben gerealiseerd in vergelijking met de grootsheid van God; al deze ervaringen tillen een mens op.

Op het moment dat we deze ervaringen hebben, leven we niet op aarde maar in een andere wereld. De vreugde van zulke ervaringen is groot en toch kunnen ze niet verworven worden zonder er iets voor te betalen, aangezien zintuiglijke gewaarwordingen iets kosten. We moeten naar het theater gaan, naar allerlei soorten van entertainment; deze kosten alle wat, zij kosten meer dan ze waard zijn; maar exaltatie, die niet te betalen is, komt vanzelf zodra we er toe neigen. Het is slechts zaak onze houding te veranderen.

Ik bezocht ooit een grote heilige in Bengalen. Ik zei tegen hem: ´Wat heeft U een gezegend leven, dat zo veel zielen plezier en geluk schenkt´. Hij antwoordde echter: ´Hoe bevoorrecht ben ik zelf dat plezier en geluk duizend maal vaker naar mij toe komen´.

Exaltatie is een zuiverend proces. De exaltatie van een moment kan het kwaad van vele jaren zuiveren, omdat het lijkt op het baden in de Ganges, zoals de Hindoe zegt. Het is symbolisch: exaltatie is de Ganges en als we erin baden worden we gezuiverd van alle zonden. Er is niet veel voor nodig om ons geëxalteerd te maken: een vriendelijke houding, een sympathieke aanleg van de mind en het is er al. Als we het konden opmerken dan zouden we ontdekken dat onze ogen zouden huilen uit sympathie met een ander, als we al geëxalteerd zouden zijn dan heeft onze ziel gebaad in de spirituele Ganges. Ze komt door het zelf te vergeten en door zelfzucht te vernietigen. Maar onthoud dat we nooit kunnen claimen onzelfzuchtig te zijn; hoe onzelfzuchtig we ook mogen zijn, we zijn net zo goed zelfzuchtig. Maar we kunnen op een wijze manier zelfzuchtig zijn en als we dan toch zelfzuchtig moeten zijn dan kunnen we maar beter op een wijze manier zelfzuchtig zijn. Het is hetzelfde als wat we onbaatzuchtigheid noemen en het verdient de voorkeur onbaatzuchtig te zijn boven op een dwaze wijze zelfzuchtig te zijn; omdat de eerstgenoemde verwerft en de laatstgenoemde verliest.

Het derde aspect van exaltatie komt door het aanraken van de reden der redenen en door de essentie van wijsheid te beseffen; door de diepte, de diepliggende diepte van je hart te voelen, door je kijk op het leven te verbreden; door je visie te verbreden, door je sympathieën te verruimen en door naar boven te zweven naar die sferen waar spirituele exaltatie zich manifesteert. Heden ten dage heeft iemand met gezond verstand of iemand die een praktisch man genoemd wordt de gewoonte om te lachen bij het idee dat iemand visies of ervaringen van extase heeft, dat iemand in wat extase genoemd wordt gaat. Maar er is niets om verbaasd over te zijn, er is niets om over te lachen. Al deze zaken zijn echter belachelijk als ze worden verricht door de mensen die dat niet verdienen; en het zijn voornamelijk deze mensen die deze claims maken en bij anderen om goedkeuring vragen voor hun ervaringen. Degenen die deze zaken werkelijk ervaren hoeven de mensen niet te vertellen dat ze deze of die ervaring hebben gehad. Hun eign vreugde is hun beloning. Niemand anders zou het mogen herkennen; hoe minder anderen erover weten hoe beter.

Waarom dienen we ons te laten zien als anders dan anderen? Dat is alleen maar ijdelheid. En hoe meer ijdelheid hoe minder vooruitgang we maken langs het spirituele pad. Het ergste op het spirituele pad is te proberen jezelf als anders dan anderen te laten zien; degenen die werkelijk geëvolueerd zijn, zijn blij te handelen als ieder ander. Het lijkt romanschrijvers geweldig om meesters zo te omschrijven dat ze in grotten van de Himalaya´s leven of ergens in een bos rondzwerven waar je hen niet kunt vinden, zich altijd afzijdig en afgezonderd houdend zodat niemand hen kan bereiken. Maar elke ziel heeft een goddelijke vonk en als er derhalve een of andere hogere graad van de menselijke evolutie bestaat dan is die voor menselijke wezens, niet voor degenen die zich buiten de menselijke wereld bevinden. Als zij zich buiten de menselijke wereld bevinden dan is er geen relatie tussen hen en ons. De grootse spirituele zielen hebben in de wereld geleefd, temidden van de wereld, en bleken de grootste meesters te zijn.

Stel je de levens van Abraham, van Mozes, het leven van Jezus Christus voor; en ook het leven van Mohammed in oorlog en veldslagen en toch zo exclusief en ver verwijderd, zo spiritueel als iemand maar kan zijn. En Krishna, stel je hem voor vechtend in de veldslag bij Kurukshetra, een wereldgeschrift schenkend. Als zij allen in grotten in de bergen hadden geleefd dan zouden we geen profijt uit hen hebben kunnen trekken. Wat is de zin van die heiligen die nooit van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat de tests en beproevingen van de verdichte wereld, waar bij elke beweging duizend verleidingen en moeilijkheden, duizend problemen zijn, zien, die nooit ervaren? Wat kunnen degenen die zich buiten de wereld bevinden voor ons, die op elk moment van ons leven blootgesteld zijn aan duizend moeilijkheden, doen? Al deze moeilijkheden zijn aan het toenemen. Met de evolutie van de wereld wordt het leven zwaarder, moeilijker. Nee, het meesterschap, de heiligheid, de evolutie dient hier op aarde getoond te worden. Het is erg gemakkelijk om in de zevende hemel geëvolueerd te zijn. Maar exaltatie die hier op aarde wordt ervaren en wordt gedeeld met anderen is meer de moeite waard.

Wat de grofheid en subtiliteit van de menselijke natuur betreft zijn de helden, koningen, meesters, profeten, degenen die het hart van de mensheid hebben gewonnen, verfijnd geweest in visie en in karakter. Zij zijn niet grof geweest. Hun verfijning was eenvoudig; er was altijd een eenvoudige kant aan, maar tegelijkertijd was het subtiel, wat het prachtig maakt. Iemand die kan spreken zonder te spreken en degene die kan doen zonder te doen is een subtiel iemand en die subtiliteit is het waard om gewaardeerd te worden. Degene die ziet en niet ziet, weet en niet weet; degene die ervaart en tegelijkertijd niet ervaart, degene die leeft en toch dood is, is de ziel die het leven ten volle ervaart.