In het begin toen er geen hemel of aarde was, was er geen andere fase van het bestaan dan het eeuwige bewustzijn, die met andere woorden een zwijgende, inactieve staat van het leven genoemd kan worden of onontwaakte intelligentie die de mens heeft geïdealiseerd als God, het enige Wezen.
In de eerste fase van manifestatie verandert de onbewuste staat van bestaan in ´Ilm, bewustzijn. Elke ziel is een straal van het bewustzijn. Het is de aard van het bewustzijn dat hij stralend is, dat hij stralen uitzendt. Deze banen zich een weg door alle niveaus totdat zij de ideale manifestatie in de mens bereiken.
I
In de Vedanta wordt de ziel bij drie namen genoemd die haar in haar drie aspecten aanduiden, Atma, Mahatma, Paramatma. Atma is de ziel die zich bewust is van het leven aan de oppervlakte, Mahatma is de ziel die zich ook bewust is van het leven van binnen, Paratma is het bewustzijn dat de ziel der zielen is, zich bewust van het Absolute van binnen en het Absolute van buiten, de God van de kenner, de Heer van de ziener.
In de eerste fase van manifestatie heeft het bewustzijn geen kennis van iets behalve van zijn, niet wetend waarin of als wat het leeft. Het volgende aspect van het bewustzijn is de tegengestelde pool van zijn ervaring, waar het alles kent wat het ziet en waarneemt via de voertuigen van de lagere wereld maar hier toe beperkt wordt. Wanneer het boven deze ervaring uitstijgt en de hogere wereld tot aan het hoogste aspect van zijn zijn ervaart, zoals hiervoor gezegd, dan wordt het Mahatma, de Heilige Geest die Paramatma, de Vader, met Atma, de Zoon verenigt, zoals uitgelegd in de woorden van het Christendom.
Deze hele manifestatie wordt samengesteld uit twee aspecten van het bewustzijn, macht en intelligentie, in poëtische termen liefde en licht. Alle macht ligt in het onintelligente aspect van het bewustzijn en de wijsheid van de Schepper die we in de schepping zien is het fenomeen van het intelligente aspect van het bewustzijn.
Deze gehele schepping wordt niet geschapen uit iets wat zich buiten het bewustzijn bevindt. Het bewustzijn zelf heeft een deel van zichzelf in zijn schepping gewikkeld terwijl een deel overblijft als Schepper, net zoals bevroren water in ijs verandert en er toch water in aanwezig blijft en het ijs net zolang blijft bestaan als de tijd dat het bevroren is; wanneer het licht het ijs bereikt dan verandert het in water, zijn oorspronkelijke element. Zo is het ook met het bewustzijn; alle dingen zijn eruit geschapen en wanneer hun tijd van bestaan voorbij is keren alle dingen erin terug en versmelten ze ermee.
Het bewustzijn heeft vier verschillende stappen in de manifestatie gezet, die in Soefi-termen ´Ilm, ´Ishq, Wujud, Shudud worden genoemd. ´Ilm is de fase waarin het bewustzijn als intelligentie handelt. ´Ishq is de fase waarin de activiteit van de stralen van het bewustzijn is vergroot en dit verwarring onder de stralen heeft veroorzaakt en macht uit de intelligentie heeft gemaakt, wat in eenvoudige woorden de wil is en in poëtische woorden liefde. De derde stap van het bewustzijn, Wujud, is de schepping van voertuigen, zoals de mind en het lichaam, via welke het het leven aan de oppervlakte ervaart. En zijn vierde stap is zijn bewuste ervaring van het leven vanaf de diepte tot aan zijn uiterste hoogte, wat Shuhud wordt genoemd en dit vervult het doel van alle manifestatie.
De verdelingen van het ene in het vele worden veroorzaakt door licht en schaduw en als we scherp naar het leven zouden kijken, zowel het leven van binnen als het leven van buiten, dan zouden we ons helder realiseren dat het één leven is, één licht, dat verdeeld en tot vele gemaakt door verschillende schaduwen verschijnt. Ieder verlicht object wordt in de schaduw van een minder verlicht object gedeeltelijk donkerder, en dit wordt in kunsttermen een tint genoemd. Dít geheim ligt onder de variëteit van dingen en wezens verborgen.
Tijd en ruimte zijn de oorzaak van de gehele schepping en de bron van al de variëteit ervan. Tijd verandert dingen en wezens van de ruwe toestand naar de rijpe conditie, van de jeugd naar de ouderdom, van de geboorte naar de dood. Tijd brengt stijging en val en de ruimte schenkt succes en mislukking. Iemand kan mislukking tegenkomen op de ene plaats en op de andere plaats succes, in het ene land kan hij stijgen en in het andere land kan hij vallen. Als je het leven van heel dichtbij zou bekijken dan zou je zien dat de gehele schepping veranderd wordt onder de invloed van tijd en ruimte terwijl er daarentegen nooit een verandering plaatsvindt in ruimte of in tijd. Híerin verwijlt het mysterie van de gehele wereld.
De activiteit van het bewustzijn heeft twee aspecten, beweging en stilstand, die twee verschillende dingen veroorzaakt, de expressieve macht en het vermogen tot reageren. Vanaf het hoogste tot het laagste niveau van het bestaan en in het leven van alle dingen en wezens zien we deze twee krachten onophoudelijk aan het werk, elk wezen voor het andere en in de ervaring van expressie en reactie ligt de vreugde van beide; met andere woorden: de bevrediging van het bewustzijn. De zon drukt uit, de maan reageert, de stem drukt uit, het oor reageert. Alle tweevoudige aspecten in het leven, zoals het mannelijke en het vrouwelijke, laten deze twee aspecten zien. Er is geen enkel denken, spreken, handelen of gebeurtenis dat plaatsvindt zonder de activitiet van deze twee; in hun harmonie bevindt zich al het geluk en al het succes en in het gebrek aan harmonie bevindt zich elke val en mislukking. De geboorte van elk ding en wezen wordt veroorzaakt door de ontmoeting van hun blik en de dood en destructie zijn het resultaat van hun conflict, wanneer een van beide in de ander opgaat en beide hun macht verliezen.
Er zijn twee verschillende manieren waarop schepping plaatsvindt vanaf het hoogste tot het laagste niveau: intentie en toeval. Het eerste laat de wijsheid van de Schepper zien, die alle dingen geschikt maakt voor hun bestemming; en toeval is datgene wat een verlies aan bestemming in dingen en wezens onthult. Alle tegenstellingen, zoals goed en kwaad, zonde en deugd, juist en verkeerd, schoonheid en lelijkheid, moeten toegeschreven worden aan de hiervoor genoemde twee neigingen van de Schepper die door de schepping heen werkzaam zijn.
De gehele schepping handelt naar de wet van aantrekking en afkeer. Aantrekking is de affiniteit die atomen, vibraties en alle dingen en wezens bij elkaar brengt en groepeert; het is macht, en afkeer is het gemis daaraan. Déze twee schragen het universum; als een van beide op zou houden te bestaan dan zou het gehele universum tot kruimels verschrompelen.
Het leven van het universum in al zijn werkingen is helemaal afhankelijk van de wet van toon en ritme.
Het pure bewustzijn heeft zogezegd zichzelf geleidelijkaan steeds meer beperkt door de uiterlijke voertuigen binnen te gaan, zoals de mind en het lichaam, teneinde zich van iets bewust te zijn, want de vreugde van alles wordt ervaren wanneer het wordt uitgeprobeerd.
De eerste staat van manifestatie van het bewustzijn is van een collectieve aard, met andere woorden: een universele spirit, niet een individuele. Er is een spreuk van een derwisj: ´God sliep in het koninkrijk van de mineralen, droomde in het koninkrijk van de planten, werd wakker in het koninkrijk van de dieren en verwerkelijkte Zichzelf in het menselijke ras´. Derhalve ligt het ultieme doel van het eeuwige Bewustzijn bij het ondernemen van een reis naar het niveau van onsterfelijkheid in het verwerkelijken van zijn eeuwige wezen.
Elk van de genoemde koninkrijken is voortgekomen uit het voorafgaande en elk voorafgaande koninkrijk heeft zich ontwikkeld in het daaropvolgende koninkrijk. In het koninkrijk van de mineralen zie je door een zorgvuldige studie hoe de rots zich heeft ontwikkeld tot metaal, van van metaal tot aardse substantie totdat hij zich tot een plant heeft ontwikkeld. En je ziet hoe de ontwikkeling van de plant bacteriëen en wormen schept, die we levens noemen en hoe zij vanuit hun bestaansvorm van bacterie en worm zich hebben ontwikkeld tot insecten, vogels en beesten. Dit alles laat zien dat de natuur continu werkzaam is om op te stijgen naar een groter bewustzijn van het leven en ten slotte haar bevrediging vindt wanneer zij haar reis heeft voltooid door op te stijgen naar haar natuurlijke en normale bestaansvorm, wat zij volbrengt in de mens.