Inzicht (2)

Inzicht toont zichzelf in verschillende aspecten: in impressie, intuïtie, inspiratie, in de droom en in openbaring.

Hoe krijg je impressies? Alle impressies bereiken de hersenen via de zenuwcentra. Ze worden meestal naar binnen gebracht door de adem; hiermee bedoel ik niet de adem die door de neusgaten wordt geïnhaleerd. Degene die in staat is een impressie van iemand te krijgen hoeft er niet op te wachten hoe hij zal blijken te zijn; hij weet dat onmiddellijk. Heel vaak heb je op het eerste gezicht een gevoel of iemand je vriend zal zijn of onvriendelijk blijkt te zijn.

Als er iemand komt en tegen me zegt: ´Ik ben zeer geïnteresseerd in uw filosofie, maar voordat ik die oppak wil ik die bestuderen´, dan kan hij duizend jaar lang studeren en zal hij dat inzicht niet krijgen. Het ligt aan het eerste moment: of je bent mijn vriend of je bent het niet. Wanneer twee mensen elkaar ontmoeten dan wordt er een vertrouwen gevestigd; je hebt geen jaren nodig om vriendschap te ontwikkelen.

Iedereen ontvangt een impressie bij het zien van een bepaald iemand of bij het kijken naar een bepaalde situatie. Het kan zijn dat je niet overtuigd bent van die impressie, maar die is er desondanks toch. De eerste impressie vertelt iemand of hij succesvol zal zijn of niet, of iemand gelijk heeft of niet, of er vriendschap tussen twee mensen zal zijn of niet. En wanneer deze vaardigheid wordt ontwikkeld dan kun je een impressie krijgen van een plaats, van personen en van omstandigheden. Impressies komen naar mensen van wie de mind stil is; degenen van wie de mind actief is kunnen geen impressies tot zich nemen. Want de mind is als water: wanneer de poel met water in beroering wordt gebracht dan kun je geen enkele reflectie erin zien. Er is dus zuiverheid van mind nodig. In welke zin? Niet alles wat verkeerd wordt genoemd, is verkeerd; sommige dingen worden verkeerd genoemd vanwege een bepaalde moraal, een bepaald principe, ontstaan door de mechanische handeling van de mind. Wanneer de mind gezuiverd wordt gehouden van alle activiteit die hem verstoort dan wordt hij als zuiver water. Het water van de mind wordt erg vaak vervuild maar wanneer de mind zich in zijn zuivere conditie bevindt dan kan hij van nature impressies toe zich nemen.

De mind kan vergeleken worden met een fotografische plaat. Als er verscheidene impressies op gemaakt zijn dan kan er geen andere impressie bij. Dat is de reden waarom de mind gezuiverd gehouden moet worden van alle ongewenste invloeden opdat elke impressie helder kan zijn.

Intuïtie is nog dieper, want door intuïtie krijg je een waarschuwing. Je voelt op intuïtieve wijze: deze persoon zal me ooit bedriegen of zich tegen me keren; je voelt of hij je trouw zal zijn, oprecht, iemand op wie je kunt vertrouwen. Je voelt of je in deze specifieke zakenaangelegenheid zult slagen of falen. Dat weet je. Maar het is de moeilijkheid de juiste intuïtie te onderscheiden; dat is de grote kwestie; want zodra intuïtie opkomt, komt ook de reden, zijn mededinger op en zegt: ´Nee, dat is niet zo´, en vervolgens is er dan een conflict in de mind en is het moeilijk te onderscheiden, omdat er op hetzelfde moment twee gevoelens zijn. Als je je aanwent om de eerste intuïtie te vangen en die te beschermen tegen de vernietiging door de reden, dan is de intuïtie sterker en kun je er profijt uit trekken. Er zijn veel intuïtieve mensen, maar zij kunnen niet altijd onderscheiden tussen intuïtie en reden en soms verwarren zij ze, want heel vaak is de tweede gedachte, doordat die de laatste is, helderder voor je dan de eerste. Derhalve wordt de intuïtie vergeten en de reden herinnerd. Dan noemt iemand dat intuïtie en is dat niet zo. Reden en intuïtie zijn twee mededingers en toch hebben ze beide hun plaats, hun importantie en hun waarde. Het is het beste om eerst te proberen de intuïtie te vangen en die als intuïtie te onderscheiden, te kennen en te erkennen; en om die vervolgens te beredeneren.

Bovendien betwijfelt de intuïtie degenen die haar betwijfelen. Met andere woorden: de twijfel wordt een muur tussen degenen die twijfelen en hun intuïtieve vermogen. En er is een psychologische handeling: zodra intuïtie is opgekomen, zijn twijfel en de reden ook opgekomen, zodat het visioen vertroebeld raakt. Je dient zelfvertrouwen te ontwikkelen. Zelfs als je het een, twee of drie keer bij het verkeerde eind hebt gehad moet je toch doorgaan; in de loop van de tijd zul je vertrouwen in je eigen intuïtie ontwikkelen en vervolgens zal de intuïtie helder zijn.

Vrouwen zijn van nature intuïtiever dan mannen. De reden hiervoor is dat een vrouw van nature ontvankelijker en meevoelender is; derhalve kan zij intuïtie op een helderder wijze waarnemen. Heel vaak kan een man redeneren en denken en toch niet tot een conclusie, een helder begrip komen, terwijl een vrouw, of iedere andere intuïtieve persoon, ogenblikkelijk helder is over een bepaalde kwestie, een bepaald punt. Dat komt voort uit intuïtie. Intuïtie is het vermogen van het hart dat diep voelt, of het nu een man of een vrouw is; de vaardigheid van intuïtie behoort aan een sympathiek hart.

De intuïtie van honden, katten of paarden lijkt soms helderder dan die van de mens. Zij weten wanneer er een ongeluk gaat gebeuren, wanneer de dood in het gezin zijn intrede doet. Zij weten dat op voorhand en waarschuwen de mensen. De mensen zijn echter zo druk met hun dagelijkse beslommeringen dat ze niet reageren op de intuïtie van de dieren. De mensen in het Oosten geloven dat kleine insecten weet hebben van gebeurtenissen en diegenen waarschuwen die het kunnen begrijpen; en dat is waar. Bovendien waarschuwen vogels voor storm en wind, voor regen en voor de afwezigheid van regen. De mensheid is van nature meer in staat tot intuïtie, maar omdat zijn mind in beslag wordt genomen door honderd dingen worden zijn diepe gevoelens in het dagelijkse leven zo afgestompt dat hij het bestaan van intuïtie of inspiratie ontkent en zo raakt deze vaardigheid vanzelf afgestompt en voelt en weet hij minder dan de dieren. Het menselijk lichaam is een voertuig, een telescoop, een instrument waarmee je de kennis kunt waarnemen van je eigen zelf van binnen, van omstandigheden, van anderen en van alles wat zich van buiten bevindt.

De vraag is hoe je deze vaardigheid van intuïtie ontwikkelt? Het eerste is zelfvertrouwen. Als er geen zelfvertrouwen is dan kun je deze vaardigheid van intuïtie niet ontwikkelen, omdat die meer en meer komt door erin te geloven. Wanneer iemand twijfelt en zegt: ´Is dit een intuïtie, zal dit me werkelijk helpen of zal ik bedrogen worden door mijn eigen intuïtie?, dan produceert de reden natuurlijk verwarring in de mind en wordt de intuïtie vernietigd. Er zijn veel intuïtieve mensen en hun intuïtie is slechts vernietigd door deze twijfel die in hun mind opkomt, of hun intuïtie nu wel of geen gelijk heeft. Dat is de reden waarom zij deze vaardigheid van intuïtie verliezen. Elke vaardigheid heeft voeding nodig; als die niet wordt gevoed raakt ze afgestompt en vernietigd; je kunt er geen gebruik meer van maken. Bovendien kan iemand de waarde van deze vaardigheid in zijn leven onderschatten; hij vernietigt die dan vanzelf; en deze vaardigheid verdwijnt ook bij een te snelle werking van de mind. Wanneer iemand in een korte tijd aan duizend dingen denkt, wordt de mind te actief en kun je vervolgens geen intuïtie waarnemen, die een bepaald ritme, een bepaalde concentratie nodig heeft.

Een volgend aspect van inzicht is inspiratie. Het verschil tussen inspiratie en instinct is dat wat we in de lagere schepping als instinct herkennen hetzelfde is als dat wat via de menselijke mind werkzaam is in de vorm van intuïtie of inspiratie. Vanuit een biologische gezichtspunt kun je zeggen dat de lagere schepsels geboren worden met een bepaald instinct zoals de neiging om te vluchten, om zichzelf te beschermen met hun horens of om met hun tanden te bijten. Alle vermogens die ze laten zien zijn aangeboren; zij zijn niet alleen de erfenis die van hun voorouders voort is gebracht, zij behoren niet alleen aan hun familie toe, zij zijn ook het bezit van de spirit. En van de spirit krijgen alle levende wezens leiding in de vorm van een aanleg. Wat we in de lagere schepping als instinct erkennen is inspiratie in de mensheid. Tegenwoordig vergeet de mens daar de wetenschap aan het groeien is en daar materialisme de voorkeur geniet de erfenis die hij van de spirit heeft en schrijft hij alle kennis en ervaring toe aan het materiële bestaan van de fysieke wereld. Op deze manier ontzegt hij zichzelf die gaven die van hemzelf genoemd zouden kunnen worden en zonder welke men niet een voller leven kan leiden.

Inspiratie komt tot dichters, schrijvers, uitvinders en wetenschappers. Waar komt die vandaan, wat is haar bron? Waarom komt er niet de inspiratie van een musicus naar een dichter, waarom komt er niet de inspiratie van een dichter naar een musicus? Waarom bereikt ze degene bij wie ze hoort? De reden is dat er zich een mind achter alle minds bevindt; dat er zich een hart bevindt dat de bron van alle harten is en dat er zich een Spirit bevindt die alle kennis die alle levende wezens hebben gehad verzameld en opstapelt. Geen kennis of uitvinding die er ooit is gedaan is verloren. Het stapelt zich allemaal op en verzamelt zich allemaal in die mind als een eeuwig reservoir. Dit is wat door de zieners is herkend als de goddelijke mind. Uit deze mind kunnen alle visioenen gehaald worden. De mind van de dichter is van nature geëxalteerd, dat is de reden waarom hij door de goddelijke mind wordt verlicht. Vanuit de goddelijke mind manifesteert zich alles wat nodig is. Het kan zijn dat een dichter zonder inspiratie zes maanden lang aan een gedicht werkt en dat het gedicht noch hemzelf noch anderen, die het mechanisch vinden, bevredigt. En er is een andere dichter die ogenblikkelijk de inspiratie ontvangt en die neerschrijft. Hij kan nooit corrigeren wat hij heeft geschreven, hij kan het nooit veranderen. Niemand kan het veranderen. Als het veranderd wordt dan wordt het bedorven. Het is iets wat ogenblikkelijk komt en op zich perfect is, een kunstwerk is, een voorbeeld van schoonheid is; en het komt zo gemakkelijk. Dat is inspiratie.

Velen hebben geprobeerd geïnspireerde mensen na te bootsen, in poëzie of in wetenschappelijke uitvindingen. Zij hebben het geprobeerd, maar zij hebben nooit die perfectie bereikt die in een flits is gekomen. Degenen die werden geïnspireerd hebben er nooit naar gezocht, die kwam in een opwelling. Alles wat vanuit inspiratie komt is in leven, het behoudt altijd zijn waarde. Er zijn pennenvruchten van zulke dichters in het Oosten als Rumi van Perzië, als Kalidas van India; en nu, na duizenden jaren, worden hun pennenvruchten gelezen door mensen en zij zijn nooit verouderd en mensen worden ze nooit beu. Dat is hetzelfde met Shakespeare. Hij heeft een levende wereld gemaakt. Hoe meer tijd er voorbijgaat, hoe meer die leeft, hoe meer die wordt geapprecieerd. Die wereld leeft voor altijd. Dat is de aard van inspiratie; en ze komt alleen maar naar degene van wie de mind stil is en van wie het denken helemaal in beslag is genomen door de schoonheid van het werk waarover hij aan het contempleren is. De mind van de musicus die weinig van deze wereld afweet behalve van muziek is geconcentreerd en gefocust op de schoonheid van zijn kunst. Natuurlijk haalt hij inspiratie tevoorschijn. Zo is het ook met de dichter. Maar wanneer de mind in beslag wordt genomen door duizend dingen dan is hij niet gefocust, dat kan hij geen inspiratie ontvangen.

Hoe wordt inspiratie ontwikkeld? Door concentratie. Een geïnspireerde dichter is diegene van wie de mind volledig is gefixeerd op het idee dat hij wil uitdrukken; hij is, als het ware, aan het zweven in de schoonheid ervan; zijn mind raakt gefocust en inspiratie komt op mechanische wijze naar hem toe. Iemand die zich zorgen maakt over inspiratie, die haar naar zich toe wil sleuren kan haar niet krijgen; ze behoort hem niet toe. Teneinde haar te krijgen dient hij in het idee te zweven, dient hij zijn gehele hart onder te dompelen in de schoonheid ervan. Hij dient op een zo positieve wijze gefocust te zijn op dit spirit van schoonheid dat inspiratie als vanzelf in hem kan stromen.

De droom of het visioen is een ander aspect van inzicht. Men beschouwt een droom heel vaak als een automatische handeling van de mind. Maar dit is niet altijd het geval. Geen enkele beweging in de mind is zonder betekenis. Elke beweging en elke handeling heeft een achterliggende betekenis, elke beweging wordt met of zonder intentie ergens op gericht. Elke beweging, elke handeling wordt uit de een of ander bron bestuurd.

Er zijn drie soorten droom. In de eerste ziet iemand zijn mind die werkzaam is volgens dezelfde lijn als dat hij overdag deed, tegelijkertijd het verleden, het heden en de toekomst suggererend. Vervolgens is er een ander soort droom wanneer de mind in alles totaal het tegenovergestelde ziet van hetgeen er staat te gebeuren. En er is een derde type droom waarin je iets uit het verleden werkelijk ziet gebeuren of iets wat er in de toekomst gaat gebeuren. Dit toont aan dat alles op het fysieke plan eerst op de innerlijke plannen wordt gevormd en vervolgens geregistreerd in de mind in de droom. Wanneer je geconcentreerd bent zie je de gebeurtenis op een helderder manier.

Er is ook een droomtoestand waarin je een visioen ziet. Dit gebeurt in een meditatieve toestand. Een visioen is mededeelzamer, drukt meer uit; het kan een waarschuwing zijn die voor de toekomst wordt gegeven of een incident uit het verleden kan bekend gemaakt worden. In het visioen kun je nog verder gaan en communiceren met de ongeziene wereld. Maar een visioen komt slechts tot degenen die met die gave zijn geboren of die gave in de mind hebben ontwikkeld doordat ze volledig geconcentreerd zijn geworden.

Een droom kan symbolisch zijn en dit is het interessantste soort droom. Het grootser iemand is, hoe subtieler de symboliek van zijn droom zal zijn. Wanneer iemand grof is zal de symboliek ook grof zijn. Hoe geëvolueerder iemand is, hoe verfijnder, artistieker en subtieler de droom zal zijn. Voor een dichter zullen er bijvoorbeeld poëtische symbolen zijn; en de droom van een musicus zal muziek-symbolen hebben; in de droom van de kunstenaar zullen er symbolen van de kunst zijn.

In de realistische droom zie je in feite wat er gaat gebeuren. Alles wat we een toevalligheid noemen is slechts onze opvatting; omdat we het van te voren niet weten noemen we het een toevalligheid. Dit verschaft ons ook inzicht in wat we het lot noemen. Maar er is een plan; het is allemaal gepland en van te voren bekend aan de spirit en aan degenen die weten. Er zijn wijze mannen die een jaar van te voren op de hoogte zijn van hun dood. Er bestaat niet zoiets als een toevalligheid. Wanneer iemand niet weet, betekent dat dat hij niet ziet; maar het is er wel.

Openbaring is nog groter. Het is de perfectie van inzicht. Het betekent een hogere ontwikkeling wanneer je een openbaring hebt en het begint wanneer iemand zich afgestemd voelt met iedereen, met alles en met elke omstandigheid. Teneinde echter tot die fase te komen dien je je in overeenstemming daarmee te ontwikkelen. Het hart dient afgestemd te zijn op de fase en de toonhoogte waar je je (at-one-ment) één voelt met mensen, objecten en omstandigheden. Wanneer je bijvoorbeeld het klimaat niet kunt verdragen dan betekent dat alleen maar dat je niet in harmonie bent met het klimaat; wanneer je niet op kunt schieten met mensen dan betekent dat dat je niet in harmonie met hen bent; wanneer je niet verderkomt met bepaalde zakenaangelegenheden dan betekent dat dat je niet in harmonie bent met die zakenaangelegenheden. Als de omstandigheden hard lijken dan laat dit zien dat je niet in harmonie bent met de omstandigheden.

Openbaring is tot heiligen en redders van de mensheid gekomen. Het is niet alleen een sprookje als we horen dat de heiligen met bomen en planten in de wildernis hebben gesproken, dat er een stem uit zee opdook en dat de heiligen die hoorden, dat meesters met de zon, de maan en de sterren hebben gesproken. Want hoe dieper iemand in zijn leven duikt, hoe meer hij ervan overtuigd raakt dat alles in leven is, of het nu objecten of wezens zijn, of het nu kunst of natuur is; wat hij ook ziet, wat hij ook waarneemt via de zintuigen, wat hij ook kan aanraken, alles is begrijpelijk voor hem. Het wordt misschien niet gezien en het wordt misschien niet gekend door iemand anders, maar alles is aan het communiceren. Wanneer iemand eenmaal begint te communiceren met de natuur, met de kunst, begint hij hiervoor bewijs te krijgen, want alles begint dan te spreken. Zoals de grote dichter van Perzië, Sa´di, heeft gezegd: ´Elk blad van de boom wordt een bladzijde van het Boek wanneer het hart eenmaal wordt geopend en het heeft leren lezen´.

Wanneer openbaring begint hoeft een mens niet te gaan spreken; voordat hij spreekt weet hij al wat de ander wil zeggen. De gesteldheid van degene of degenen die zich voor hem bevinden wordt geopenbaard; het is als het lezen van een brief. De persoon kan met hem praten, maar zonder te praten weet hij. Dit is geen gedachtenlezen, geen telepathie, geen psychometrie of helderziendheid zoals men denkt. Openbaring is alle fenomenen die er zijn. Wat is ze? Openbaring is een volledigere ontwikkeling van inspiratie. Wanneer het intuïtieve vermogen volledig ontwikkeld wordt, ontvangt men openbaring. Alle domme schepsels en stomme dingen beginnen te spreken. Want wat zijn woorden? Zijn het niet bedekkingen over het idee? Geen gevoel kan ooit in woorden worden uitgedrukt, geen idee volledig in dichtregels worden gezet. Een ware glimp van ideëen en gevoelens kan alleen maar waargenomen worden op dat plan dat het voelen zelf is.

Openbaring hangt af van de zuiverheid van de mind. Iemand die wereldwijs is is heel vaak niet echt wijs. Intellectualiteit is heel wat anders dan wijsheid. Niet alle kennis die uit boeken en uit ervaringen in de wereld is geleerd en in de mind is verzameld als geleerdheid is wijsheid. Wanneer het licht van binnenuit op deze kennis wordt geworpen dan vormen de kennis van het uiterlijke leven en het licht dat van binnenuit komt een perfecte wijsheid; en het is díe wijsheid die de mens op het pad van het leven gidst.

Degenen die openbaring hebben ontvangen hebben ons heilige boeken zoals de Bijbel, de Koran, de Bhagavad Gita geschonken; honderden, duizenden jaren zijn er verstreken en hun leringen zijn altijd levend gebleven, zelfs nu. Maar tegelijkertijd dienen we te weten dat hetgeen dat zij hebben gegeven in de vorm van preken, in de vorm van leringen, de interpretatie is van de levende wijsheid die niet volledig in woorden uitgelegd kan worden. Je kunt die levende kennis alleen maar kennen wanneer je die zelf hebt ervaren door het openen van het hart. Op dát moment wordt het doel van het leven volbracht.