Hoofdstuk 7

Een heldere visie hangt af van een helder hart, open voor reflectie. Jelal-ud-Din Rumi begint zijn Masnavi door over de spiegel-kwaliteit van het hart te spreken; door te vertellen dat deze spiegel-kwaliteit soms verdwijnt wanneer er een soort roest het hart bedekt. En vervolgens gaat hij verder met ons te vertellen dat je door het hart van deze roest te zuiveren je deze spiegel van het hart schoonmaakt om reflecties te ontvangen.

Mijn Murshid die sprak over de wetenschap van telepathie zei: ´Het is reflectie. Als je hart helder is dan dien je slechts te weten hoe je het moet focussen en hoef je niets anders te doen. Het is een spiegel en alles wat zich er voor bevindt zal erin gereflecteerd worden´.

Derhalve is het niet verbazingwekkend als de zieners de ziel van iedereen als een open boek zien; want dat is de natuur van het zicht. Als het zicht perfect is moet het alles wat er zich voor hem bevindt zien; het móet wel zien. Het is niet zo dat het zicht wil zien; het is natuurlijk dat als de ogen open zijn alles wat zich er voor hen bevindt in hen wordt gereflecteerd. Zo móet de ziener wel de ziel van een ander zien en ontvangt hij de gedachten en gevoelens die iemand heeft. Als hij een poging zou doen om dat te doen, dan zou dat niet juist zijn. Het hart is de privé-kamer van de ziel; niemand dient de privacy van iemand te overtreden; niemand heeft het recht om de gedachten en gevoelens van iemand anders te willen weten. Maar als de ogen hetgeen zich voor hen bevindt móeten zien dan ziet het hart, als het eenmaal helder en gezuiverd van de roest is, net als de ogen.

De ogen kunnen echter maar zo ver kijken en niet verder; de dimensie die zich voor de ogen bevindt is anders. Voor het hart is er een andere dimensie en dat is het hart van de mens. Terwijl de ogen de oppervlakte zien, ziet het hart de diepte van iemand. Denk derhalve nooit dat een ware mysticus niet in het leven van iemand kijkt; denk nooit dat een mysticus niet in staat is een bepaalde kant van de aard van iemand te zien. Nee, hij ziet alles, mits zijn hart helder is.

Nu is echter de vraag: wat is roest? Waar is die van gemaakt? De roest wordt gemaakt van het compacte resultaat van de mind zelf; het is het compacte deel dat naar de oppervlakte komt en hem daardoor bedekt, tegelijkertijd zijn spiegel-kwaliteit bedekkend. Het hart wordt bedekt door verwarring, angst, depressie, door alle soorten van opwinding die het ritme van zijn mechanisme verstoren. Net zoals de gezondheid van het lichaam afhangt van zijn toon en ritme, zo hangt de gezondheid van het hart af van de regelmaat van zijn toon en ritme. Iemand kan deugdzaam zijn in zijn handelingen, zuiver in zijn gedachten, vriendelijk in zijn gevoelens; tegelijkertijd heeft hij zijn ups en downs en dan wordt het ritme niet goed gehouden. Dan kan hij niet helder de reflecties zien; want de spiegel is helder, maar wanneer de mind constant aan het bewegen is dan wordt de reflectie vertroebeld, dan laat de reflectie zichzelf niet helder zien.

Wanneer we er eenmaal over nadenken dan beginnen we te zien wat voor een prachtig instrument deze menselijke persoonlijkheid is om het leven volledig waar te nemen en te ervaren. Als er voor miljoen dollar een spiegel zou worden verkocht die de toestand van het denken en voelen van elk individu liet zien dan zou er een grote vraag naar zijn. Degene die die spiegel had gemaakt zou voor zo´n uitvinding zeker talloze opdrachten krijgen, zelfs voor een miljoen dollar. En zie de mens heeft die in zijn bezit en is zich er niet van bewust. Hij is er niet van overtuigd, derhalve verwaarloost hij die. En omdat hij er niet van overtuigd is zou hij liever zo veel geld uitgeven en een spiegel kopen dan te proberen iets waarvan hij niet overtuigd is te cultiveren.

Hij gelooft niet in zichzelf; en daar hij niet in zichzelf gelooft gelooft hij niet in God. Zijn geloof in God is voornamelijk oppervlakkig. Er geloven talloze zielen in God en toch weten ze niet of Hij werkelijk bestaat. Zij geloven alleen maar omdat anderen in God geloven. Zij hebben geen bewijs en zij leiden hun hele leven zonder een bewijs van het geloof in God. Er is geen manier om bewijs te krijgen van het bestaan van God, behalve door vertrouwd te raken met jezelf; door de fenomenen te ervaren die er zich binnen in je bevinden; en het grootste fenomeen dat je kunt ervaren en dat is je hart. Kan er derhalve iets interessanter zijn in het leven, waardevoller om het leven aan het geven dan de gedachte dat je een instrument zou kunnen zijn om alles wat er zich in de persoon die zich voor je bevindt te kennen, zijn aard, zijn karakter, zijn gesteldheid, zijn verleden, zijn heden, zijn toekomst, zijn zwakte en zijn sterke punten? Er is niets in de wereld wat interessanter en waardevoller zou kunnen zijn dan op dit punt aanbelanden, dan dit te ervaren; waardevoller dan weelde of macht, positie of wat dan ook in de wereld. En dit is iets wat zonder kosten worden verworven, zelfs zonder het harde werken dat men voor zijn levensonderhoud verricht. Wanneer we hieraan denken dan voelen we dat de mens naar water dorst terwijl hij vlak bij de stroom staat. Waar de mens dorstig naar is bevindt zich binnen in hemzelf; en wat hem er vandaan houdt is het gebrek aan geloof in zichzelf, in de waarheid, in God.

Mensen proberen het uiterlijke leven te bestuderen. Maar voor deze studie dient het zicht het voornaamste te zijn. Dit uiterlijke zicht kan de oppervlakte van dingen laten zien; het ínnerlijke zicht is het zoeken van de ziel. De wetenschap zoals wij die kennen wordt opgebouwd op de studie die je hebt gemaakt van de dingen die zichtbaar zijn, die zich aan de oppervlakte bevinden; en derhalve is die studie incompleet.

Die studie kan gecompleteerd worden door het binnenste van dingen te zien. Want zelfs het begin van wetenschap kan gevonden worden als het resultaat van intuïtie. De medici uit de oudheid waren gewoon wilde dieren te volgen, zoals de beer en andere, die verschillende kruiden zochten als ze behoefte hadden aan een genezing voor een bepaalde ziekte, omdat hun intuïtie helder was. Medici leidden gewoonlijk een leven in eenzaamheid, een leven van meditatie, zij leidden gewoonlijk een zuiver leven; en daaruit kregen zij hun inspiratie; en uit die inspiratie wisten ze wat ze moesten geven teneinde verschillende ziekten te genezen.

De wetenschap die we tegenwoordig hebben wordt geleend uit wat hen eens bekend was ofschoon het toentertijd geen wetenschap werd genoemd. Het is een erfenis van de mensen uit de oudheid die we wetenschap noemen; maar het begin ervan was intuïtie. En al er tegenwoordig ooit een wetenschapper iets nieuws ontdekt, iets wonderlijks, is hij dat weer niet verschuldigd aan de uiterlijke studies maar aan intuïtie. Als dit waar is dan dient het vermogen van intuïtie ontwikkeld te worden, dient het hart helder gemaakt te worden zodat zelfs als iemand niet spiritueel is maar een man van de wetenschap, hij in zijn studie en in de praktijk er in het leven voordeel uit zou kunnen halen.