Hoofdstuk 5

Het fenomeen van reflectie zit zo in elkaar dat elke handeling, elke gedachte in jezelf wordt gereflecteerd en daar start er een productie. Er wordt iets geproduceerd, iets wat een richting geeft aan je leven en die een batterij wordt achter alles wat je doet, een batterij van macht en van gedachte. Er is een gezegde dat het ware wezen van iemand luider spreekt dan wat hij zegt. Het laat zien dat iedereen in dit fenomeen van reflectie blootgesteld wordt aan alle spiegels en dat er niets in de wereld is dat verborgen is. Wat je niet zegt reflecteer je. Dus is er derhalve geen geheim.

De woorden die door Salomo zijn gebruikt: ´onder de zon´ duiden zowel op de dag als op de nacht. De ware zon is de intelligentie; en in het licht van die zon reflecteren alle spiegels, de menselijke harten, alles wat eraan wordt blootgesteld zonder dat de mens zich daarvoor inspant. Dit is de reden waarom de wens van iemand, als het een werkelijke wens is, vroeg of laat wordt vervuld; want die wordt gereflecteerd en via die reflectie wordt die levend. Die reflectie geeft hem een leven, omdat ze zich niet in een dode spiegel bevindt; ze bevindt zich in een levende spiegel, die het menselijke hart is. Je hoeft je niet te verbazen dat als een meester van een huis vis wenst te eten de kok de wens heeft die te brengen. Dat is natuurlijk. Je hoeft je niet te verbazen dat een vriend aan wie je net zat te denken je toevallig komt bezoeken terwijl jij iets anders van plan was te gaan doen. Het is aan de buitenkant onverwacht; aan de binnenkant wordt het gearrangeerd, omdat jouw reflectie die is opgekomen in de mind van jouw vriend jullie ontmoeting heeft gearrangeerd.

Iemand vroeg mij eens: ´Zullen we degenen die zich nu om ons heen bevinden ontmoeten in het hiernamaals?´ Ik antwoordde: ´Ja, we zullen in het hiernamaals degenen ontmoeten van wie we houden en die we haten´. Hij was vergenoegd door het eerste, maar zeer geïrriteerd door het tweede. Vervolgens legde ik verder uit: ´Je denkt aan twee personen, degene van wie je het meest houdt en aan degene die je het meest haat; je kunt er niets aan doen dat je aan hen denkt. Je kunt ofwel aan het bidden zijn voor de vriend of de vijand aan het vervloeken zijn, maar je zult vaak aan beiden denken. En het meest wonderlijke is dat je degenen van wie je houdt of die je haat in het leven onverwacht tegenkomt; zonder enige intentie van jouw kant trek je ze aan´. Hij vroeg: ´Wat zullen we doen´. Ik zei: ´Het beste is het om niemand te haten, alleen maar lief te hebben. Dat is de enige uitweg. Zodra je degenen die je haat hebt vergeven, ben je ze kwijt. Dan heb je geen reden om hen te haten, je vergeet hen juist´.

Déze reflectie zien we in het succes of de mislukking van een zakelijke aangelegenheid. Wanneer iemand naar een ander gaat voor een zakelijke aangelegenheid reflecteert hij. Als hij mislukking in zijn mind heeft dan reflecteert hij mislukking in de ander. De conditie die een mislukking voor hem teweegbrengt, komt overal vandaan.

Als iemand met succes in zijn mind gaat, reflecteert hij succes in het hart van iedereen die hij tegenkomt en komt er alleen maar succes uit voort. Derhalve zijn het degenen die geobsedeerd zijn door mislukking die falen; zijn het degenen die de impressie van succes hebben die slagen. We lezen in de geschiedenis dat er helden, generaals, koningen zijn geweest die succes na succes hadden; en er zijn veel voorbeelden in ons dagelijks leven te vinden van degenen die de ene mislukking na de andere mislukking hebben. Er komt geen einde aan hun falen. Alles wat ze aanraken valt in duigen. Waarom? Omdat er destructie is. Zij hebben die in zichzelf; de destructie wordt alleen maar gereflecteerd in alles wat ze aanraken.

De grote Hindoestaanse dichter Amir zegt: ´Mijn ogen, jullie hebben het licht van de Perfecte Ene, en jullie kunnen niet zien. Het is niet het gebrek aan licht in jullie; het is slechts omdat jullie bedekt blijven´. De mens is continu op zoek naar een heldere visie, hij wil het licht zien en toch bedekt hij juist zijn ogen, het zicht dat goddelijk licht in zich heeft, door zijn hart te bedekken.

Niemand kan een ander die macht om helder te zien onderrichten en je kunt die ook niet verwerven. De mens is van nature een ziener. Het is verrassend als hij niet ziet. De zieners zien niet alleen een individu wanneer dat individu voor hem verschijnt; zij zijn in staat om als er tienduizend mensen voor hem zitten allen als een menigte en als individu te zien. De reden is dat hoe groter een spiegel wordt hoe meer reflecties die in zich accommodeert en derhalve kan er in een persoon op een en hetzelfde moment een menigte gereflecteerd worden, de harten, de zielen en de minds en alles. Het begint ongetwijfeld met het zien van de reflectie van één iemand; maar als het hart zich verruimt neemt het de reflectie van een menigte tot zich.

Híerin ligt het mysterie van de spirituele hiërarchie; het is slechts de verruiming van het hart. Zien we dit niet in het dagelijkse leven? Er is iemand die zegt: ´Ja, ik kan iemand liefhebben van wie ik houd; maar ik kan de anderen niet uitstaan´. Dat is slechts de beperking van het hart. Er is iemand anders die zegt: ´Ja, ik kan mijn vrienden liefhebben; degenen bij wie ik me op mijn gemak voel en contact voel; maar niet de vreemdelingen; ik kan hen niet liefhebben; voor hen ben ik afgesloten´. En hij is in werkelijkheid afgesloten voor vreemdelingen. Hij kan dan een liefhebbend iemand zijn, maar in de aanwezigheid van vreemdelingen wordt zijn liefde afgesloten.

Het hart wordt vanzelf groter in verhouding met het vrijer worden uit zijn beperking; omdat de capaciteit van je hart, zoals Asaf dat in zijn dichtregel zegt, onvoorstelbaar groot is. Asaf zegt dat als het hart van de mens verruimd zou worden het het gehele universum in zich zou kunnen accommoderen, net als een druppel in de oceaan. Het hart kan zo groot zijn dat het het gehele universum in zich kan vasthouden – alles. En het hart dat alles kan vasthouden kan de reflectie uit alles zien; omdat het gehele proces van evolutie het groter worden is. Groter worden betekent vrijer van beperkingen, en het resultaat van deze conditie is dat de visie helderder wordt.

Hoe kunnen de minds van de menigte gereflecteerd worden in het hart? Op dezelfde manier als de foto van een groep op een fotografische plaats wordt gezet. Er kan dan wel een menigte zijn, maar de fotografische plaat zet ze er allemaal op; als die hen niet erop kan zetten, dan is hij niet groot genoeg. Het hart is in staat, net als de fotografische plaat, om de reflectie in zich op te nemen; als het die niet op kan nemen, betekent dat dat het beperkt is, dat het te klein is. Het gehele leven is een absolute intelligentie, het is een spiegel-land waarin alles wordt gereflecteerd. Wanneer we er op een diepe wijze over nadenken dan ontdekken we dat we in het daglicht onze ogen sluiten en slapen.