Een ziel erft eigenschappen van de ouders en de voorouders en ook eigenschappen die ze met zich mee heeft gebracht van de hogere sferen. Maar een ziel erft ook de eigenschappen van de leraar, vooral in spirituele ontwikkeling ofschoon je van alle verschillende leraren bepaalde eigenschappen erft. Zelfs wanneer een kind naar de basisschool gaat leert hij daar iets van de leraar wat niet alleen onderricht wordt door de boeken die de leraar gebruikt; maar van de spirit van de leraar. Heel vaak zie je op scholen waar kinderen gaan leren dat de invloed van een bepaalde leraar een grote impressie maakt op hun karakter en op hun voortuigang.
Omdat spirituele gidsing niet noodzakelijkerwijs een studie is bereikt het onderricht dat van de leraar naar de leerling gaat de leerling in de vorm van reflectie. Dat onderricht wordt in Soefi-terminologie Tawajoh genoemd. Je leert natuurlijk uit boeken; maar wat je van een spirit leert, van een ziel, wordt van een levende bron geleerd. Bijvoorbeeld iets wat in een boek wordt gelezen komt niet zo diep aan als iets wat wordt uitgesproken. En wanneer het wordt uitgesproken door de leraar gaat het nog verder. Het horen van een leraar is een directe reflectie. Het is niet alleen het woord dat de leraar uitspreekt, maar zelfs ook de stilte, wat een nog grotere reflectie is. Soms maken woorden die door de leraar op papier zijn geschreven een reflectie als ze vanuit de diepte komen; maar als dezelfde woorden door dezelfde leraar worden uitgesproken dan is de reflectie zelfs nog groter. Wanneer Tagore zelf zijn poëzie voordroeg was dat twintig keer zo effectief.
De woorden van Rumi uit de Masnavi hebben nog steeds een levende charme. Het is lang geleden dat de Meester is heengegaan; maar de woorden zijn opgestegen uit zijn ziel en hun effect is zo groot dat wanneer je de woorden van Rumi leest zij doordringen tot de ziel.
Wegens dit gaven de mystici hun leerlingen namen. Het is niet alleen een reflectie als een bewegend beeld op een gordijn; het is een reflectie op de ziel, die productief is, die creatief is, die levend is. In het gesproken woord is de impressie groter, omdat een gesproken woord je verlicht, je inspireert; hetzelfde woord dat in een boek wordt gelezen heeft niet die invloed.
Ik herinner me de eerste keer in mijn leven dat ik een zin hoorde die zo´n levende impressie op me maakte dat ik die weken lang niet kon vergeten. Elke keer wanneer ik diep over die zin nadacht bracht die een nieuw licht. En wanneer ik die zin hoorde leek het alsof die door mijn eigen ziel werd uitgesproken, dat mijn ziel die kende, dat die nooit nieuw was maar zeer dierbaar en dicht bij me. Het was een dichtregel, een couplet; het gaat als volgt – een druppel richt zich tot de zee - : ´Ofschoon ik een druppel ben en U de zee, zijn U en ik toch niet verschillend´. Het is één zin, maar die ging mijn hart in net als een zaadje dat in vruchtbare grond is gegooid. Vanaf die tijd begon het te groeien en elke keer als ik erover nadacht bracht het me een nieuwe reflectie.
Ik heb vaak ervaren dat een mureed die een bepaald idee, een bepaalde lering vier of vijf keer in een boek had gelezen slechts de volle betekenis ervan begreep als ik het hem vertelde. Het hem een keer vertellen was voor hem nuttiger dan dat hij hetzelfde idee vijftig keer had gelezen. De letters op het papier reiken soms maar tot de ogen, maar het woord dat uit de ziel komt bereikt de ziel. Derhalve is hetgeen wordt geleerd door het fenomeen van reflectie van grotere waarde dan het leren in een andere vorm, vooral in de spirituele lijn.
Er was ooit eens een conferentie van religies in Calcutta en vertegenwoordigers van alle mystieke scholen werden voor dit congres uitgenodigd. Shankaracharya was de leidende vertegenwoordiger van het Brahmanisme daar aanwezig. Na een zeer indrukwekkende lezing wilde Shankaracharya in stilte zitten, maar er was van de kant van het publiek de wens dat sommige van hun vragen beantwoord zouden worden. Shankaracharya keek rond onder zijn leerlingen en vroeg aan een van hen de vragen te beantwoorden. Welke discipel was dit? Het was iemand die zelfs aan de leerlingen van Shankaracharya bekend was, want hij was zeer druk bezig met de zorg voor het eten van de wijze man of met het stoffen van de kamer en het op orde houden ervan. Dus de mensen van wie bekend was dat ze iets voorstelden werden niet gevraagd; deze man werd gevraagd; zij wisten niet eens dat hij bestond. Hij had nog nooit zoiets in zijn leven gedaan; en alleen omdat hij werd gevraagd stond hij op zonder na te denken of hij wel of niet in staat zou zijn het antwoord te geven. Het antwoord dat hij echter op elke vraag gaf was alsof het door Shankaracharya zelf werd gegeven. De leerlingen van Shankaracharya waren tegelijkertijd met verwondering vervuld en verbijsterd dat ze deze man niet onder hen hadden gezien. Dit is wat door Soefi´s als Tawajoh wordt herkend, reflectie. Niet de leerling maar de leraar sprak daar.
Reflectie komt van de leraar ook van een afstand. Afstand maakt niet uit. De leerling die dicht bij zijn leraar is is dichter bij zijn leraar ook al bevindt hij zich aan de andere kant dan iemand die niet dichtbij is en die toch de hele tijd aan zijn zijde vertoeft; ofschoon op het pad van spirituele vooruitgang een ontmoeting op het fysieke plan vaak nodig is en een contact waardevol is. Het is net als het opwinden van een klok.
Het is mogelijk dat iemand door reflectie spreekt zonder zelf te snappen wat hij aan het zeggen is, maar tegelijkertijd is een reflectie op de mind niet hetzelfde als een reflectie op een fotografische plaat. Een reflectie op een fotografische plaat blijft, maar leeft niet; de reflectie op de mind leeft en derhalve is die creatief. Het leeft niet allemaal, maar het helpt je binnen in jezelf hetzelfde te creëren.
Dit brengt ons bij de kwestie van mediumschap. Soms zingen mensen liedjes die niet van hen zijn, die ze nooit hebben geleerd, die ze niet verondersteld worden te kennen. Er was een jonge meid in Bombay die nooit Perzisch had gekend, maar er waren tijden waarop zij Perzisch sprak; en dat Perzisch was zo goed dat geleerde Perzische geleerden naar haar toe kwamen om met haar te discussiëren. Ze bediscussiëerde gewoonlijk standpunten van metafysica en was altijd standvastig in haar argumenten; en zij werden er op een diepe manier door beïndrukt. En vervolgens kende ze op andere momenten geen Perzisch.
Maar dat is meestal zo met dichters, vooral met mystieke dichters. Zij schrijven soms dingen die zij zelf niet weten. Soms kunnen ze na tien jaar hun poëzie beter begrijpen en uitleggen. Een vriend van een mysticus schreef poëzie en gebruikte er woorden in die slechts bekend zijn aan hoge ingewijden. De mysticus was hooglijk verbaasd en vroeg hem: ´Wat bedoel je ermee?´ De dichter besefte toen dat hij niet wist wat dat deel betekende. Maar geen enkele dichter kan groot zijn als hij niet van nature mediamiek is. Want de perfecte Bron bevindt zich van binnen en de reflectie die van binnen komt is perfecter dan wat je hier hebt geleerd.
Bovendien is wat de keten van Murshids wordt genoemd, wat het doorgeven van goddelijke kennis van de ene ziel naar de andere betekent en van die ziel naar weer een andere, en zo voort en zo door, ook een reflectie. Een schat die niet verworven kan worden door meditatie of door studie wordt door reflectie verworven. Studie zorgt er ongetwijfeld voor dat iemand het begrijpt; meditatie bereidt het hart voor om een reflectie beter tot je te nemen. Maar het wonder dat reflectie van de mind voortbrengt is veruit groter dan enige verwerving die in de spirituele lijn door studies wordt verkregen.
Er kunnen prachtige ervaringen gevonden worden in de scholen van mystiek uit de oudheid, onder Soefi´s, onder Yogi´s, en ook onder Brahmanen. De kennis die misschien wel vierduizend jaar geleden is gegeven wordt in heldere taal gegoten en beter uitgelegd, en behoudt toch de schoonheid en de karakteristieken van de gehele overlevering. En de schoonheid van mystieke kennis is dat het centrale thema van de kennis van waarheid een en hetzelfde is, uit welke school of uit welk deel van de wereld die kennis dan ook komt.
Mensen die kennis van verschillende aspecten van het leven hebben verworven kunnen verschillen in hun expressie, zij kunnen erover redetwisten, zij kunnen het over bepaalde dingen niet eens zijn; maar degenen die de ultieme waarheid hebben aangeraakt hebben dezelfde waarheid bereikt. Evolutie of involutie, niets vermindert die of voegt er iets aan toe. Het is wat het is; en het wordt het best verworven door de manier van reflectie.