Het geheim van het leven is het verlangen iets te verwerven; de afwezigheid hiervan maakt het leven nutteloos. Hoop is het onderhoud van het leven; hoop komt voort uit het verlangen om iets te verwerven. Daarom is dit verlangen op zich een zeer grote macht. Het object dat iemand wil verwerven kan klein zijn in vergelijking met de macht die hij ontwikkelt in het proces van de verwerving. De Hindoes noemen verwerving Sadhana; de macht die via verwerving wordt verkregen wordt in het Sanskriet Siddhi genoemd en dit is het teken van spiritueel meesterschap.
Door het mysterie van verwerving te leren leer je het goddelijke meesterschap dat wordt gesuggereerd in die frase van de Bijbel: ´Op aarde zoals in de hemel´. Deze frase is een sluier die het mysterie van verwerving bedekt. Bij zijn komst op aarde verliest de mens, die het instrument van God is, zijn verbinding met die goddelijke macht wier instrument hij is en zo weerhoudt hij zichzelf maar zelfs God ervan te helpen bij het verrichten van Zijn wil. Wanneer de mens, die wordt geboren om het instrument van God te zijn, zijn taak niet op de juiste wijze uitvoert dan voelt hij zich vanzelf ontevreden. Het betekent niet dat hij niet datgene wat hij wenst volbrengt, maar het is de reden waarom hij ongelukkig is. Deze conditie is als een hand die uit haar gewricht is geraakt: niet alleen de hand heeft pijn, maar degene van wie de hand is en die niet in staat is haar te gebruiken, heeft ook pijn. Daarom helpt de mens niet alleen zichzelf maar dient hij ook God als hij de taak volbrengt die hij onderneemt en als hij het doel bereikt dat hij in het leven heeft.
De manier waarop spirituele verwerving wordt bereikt dient vanuit een totaal ander gezichtspunt beschouwd te worden. Dat kan niet op dezelfde manier verricht worden als materialistische verwerving. En het is ontmoedigend als je na misschien wel jarenlange inspanning nergens bent uitgekomen. Degene die zich inspant om de dingen van deze wereld te verwerven vindt het bewijs van de verwerving ervan door ze vast te houden. Hij zegt: ´Dit is van mij´, omdat hij het bezit. Spirituele verwerving daarentegen wil bezittingen wegnemen; die staat iemand zelfs niet toe jezelf te bezitten. Dit kan een grote teleurstelling zijn voor iemand voor wie de enige verwerkelijking van iets te hebben verworven ligt in het bezit ervan. Spirituele verwerving echter komt door niet te verwerven.
Dan is er de kwestie van het verschil tussen een spiritueel iemand en iemand die niets bezit. Het verschil is inderdaad groot, want de spirituele persoon is zonder bezittingen nog steeds rijk. Waarom? Omdat degene die niets bezit zich bewust is van beperking, maar de spirituele persoon die zichzelf nog niet eens bezit is zich bewust van volmaaktheid. Maar hoe, vraag je je af, kan een beperkt iemand zich bewust zijn van volmaaktheid? Het antwoord is dat de beperkte mens zichzelf heeft beperkt; hij wordt beperkt omdat hij zich bewust is van zijn beperking. Het is niet zijn ware zelf dat beperkt wordt; wat wordt beperkt is wat hij vasthoudt, niet hijzelf. Dat is waarom Christus heeft gezegd: ´Wees volmaakt als uw Vader die in de hemel is´.
Spirituele kennis ligt niet in het leren van iets, maar in het ontdekken van iets; in het verbreken van de kluisters van het valse bewustzijn en in het de ziel toestaan zichzelf te ontvouwen met licht en macht. Wat betekent het woord ´spiritueel´ in werkelijkheid? Spiritueel betekent zich bewust van de spirit. Wanneer iemand zich bewust is van zijn lichaam dan kan hij niet spiritueel zijn. Dat is als een koning die zijn koningschap niet kent. Zodra hij zich ervan bewust is dat hij koning is, is hij een koning. Elke ziel wordt als een koning geboren; pas achteraf wordt hij een slaaf. Elke ziel wordt met koninklijke mogelijkheden geboren, maar die worden hem door deze verknipte wereld afgepakt. Dit wordt in veel symbolische verhalen verteld, zoals in het verhaal over Rama van wie de geliefde Sita wordt afgepakt. Elke ziel moet voor dit koninkrijk vechten en overwinnen. Door dat gevecht wordt het spirituele koninkrijk verworven. Niemand zal er voor je vechten, noch je leraar noch iemand anders. Hoewel degenen die verder gevorderd zijn je kunnen helpen, moet iedereen toch zijn eigen strijd leveren en zijn eigen weg naar dat spirituele doel vinden.
Een intellectueel denkt dat hij spirituele kennis verwerft door aan zijn kennis toe te voegen. Dat is niet zo. Het geheim van het leven is grenzenloos maar kennis is begrensd. Ogen zien slechts over een kleine afstand en de menselijke mind is niet zo beperkt. Degenen die kunnen zien kunnen zien door niet te zien, kunnen leren door niet te leren. De weg van spirituele verwerving is tegengesteld aan de weg van materialistische verwerving. Voor materialistische verwerving dien je te nemen; voor spirituele verwerving dien je te geven. In materialistische verwerving dien je te leren; in spirituele verwerving dien je te ont-leren. Als iemand zich bewust is van zijn lichaam en denkt dat dat alles is wat er van hem bekend kan zijn, dan wordt zijn spirit bedekt. In het engels zegt men: he has lost his soul (hij is zijn ziel kwijtgeraakt, vert.); ze wordt echter slecht bedekt, want hoe kun je iets wat je in bezit hebt, kwijt raken? Als iemand zo denkt dan is hij beperkt. Objecten noch wezen raken kwijt; zij kunnen tijdelijk worden bedekt, maar ze zijn er nog steeds. Niets wat er is gemaakt kan ooit vernietigd worden; het is slechts een bedekken en ont-dekken. Relaties noch connecties worden ooit scheidbaar. De scheiding bevindt zich aan de buitenkant; naar binnen toe is er nooit scheiding. Ze worden gescheiden van je bewustzijn, maar wanneeer het bewustzijn hen een plekje verschaft dan kan niets in de wereld hen scheiden. Wat leer je hierdoor? Dat spirituele verwerving bereikt moet worden door het verruimen van het bewustzijn van beperking naar volmaaktheid.
Er is een andere kant aan deze kwestie. Er is er geen een, wijs of dwaas, die niet langzaam of snel voortgaat in de richting van het spirituele doel. Het enige verschil is dat de een erdoor wordt aangetrokken en dit doel onder ogen ziet en ernaar op weg gaat; terwijl de ander daarentegen er zijn rug naar toe heeft gekeerd en naar het doel wordt getrokken zonder zich er bewust van te zijn. Och arme, hij weet niet waar hij naartoe wordt gebracht, maar hij gaat evengoed; zijn straf is dat hij niet de gelukzaligheid ziet die hij aan het naderen is en zijn kwelling bestaat eruit dat hij wordt getrokken naar de kant die tegengesteld is aan de kant waar hij naar toe wil gaan. Zijn straf is niet anders dan die van een kind dat het water van een meer inloopt en wiens moeder hem bij zijn hemd terugtrekt; toch is het de hele tijd naar het meer aan het kijken.
Vanuit een religieus gezichtspunt lijkt het heel onrechtvaardig van de goddelijke Rechter dat je verstoken moet worden van die volmaakte zegening die de spirituele verwerving is. Vanuit het gezichtspunt van de metafysica echter zal geen enkele ziel op enig moment in de eeuwigheid verstoken worden van deze kennis.
Wat leert het soefisme over dit onderwerp? Soefisme vermijdt woorden, woorden waaruit verschillen en onderscheiden voortkomen. Woorden kunnen nooit de waarheid volledig uitdrukken. Woorden promoten ruzie. Alle verschillen tussen religies zijn verschillen van woorden; in de betekenis verschillen ze niet, want ze komen allemaal voort uit één bron en ze keren allemaal naar dezelfde bron terug. Precies deze bron is een opslagplaats voor ze, het is hun leven, licht en macht. De weg van de Soefi is derhalve dat als hij het in een bepaald idee niet eens is met iemand, hij een stap hoger doet in plaats van van mening te verschillen op het lagere niveau. Voor de wijze is er geen verschil. De hoofdzaken die soefisme leert is diep in jezelf te duiken en je mind en lichaam voor te bereiden door contemplatie om zo je wezen tot tempel van God te maken, wat het doel is waarvoor het wezen werd geschapen.
Het eerste wat er nodig is zowel voor wereldse als voor spirituele verwerving, is zelf-discipline te krijgen. Veel mensen ervaren, hoewel maar weinigen weten waarom, dat dingen fout gaan als je zelf niet wordt gedisciplineerd. Degenen die toegeven aan woede, passie of emotie lijken voor het moment succesvol te zijn, maar ze kunnen niet continu in het leven slagen. Heel vaak volgen er rampen, ziekte of een mislukking; de reden is dat de ene zwakte de weg vrijmaakt voor een andere zwakte en zo de persoon naar beneden gaat naar beneden blijft gaan. Het is soms natuurlijk om een stap naar beneden te doen, want het pad van het leven is niet effen. Het is echter de wijze weg om je ervan te verzekeren als je een stap naar beneden bent gegaan dat de volgende stap omhoog gezet moet worden. Dat betekent ongetwijfeld dat je de kracht weerstaat die je naar beneden trekt, maar enkel die weerstand verzekert de veiligheid van het leven.
Wat er over het algemeen gebeurt is dat de mens zich weinig zorgen maakt over een kleine fout. Hij merkt een kleine zwakte niet op. Hij onderwaardeert een kleine mislukking en op deze manier komt hij op den duur een grote mislukking tegen. Het is derhalve wijs, ongeacht hoe diep je bent gevallen, om je ogen naar boven te richten; en om te proberen op te staan in plaats van te vallen. Het is heel interessant te observeren dat iemand naar boven wijst als hij naar God wijst, hoewel God in werkelijkheid overal is, net als de hemel. Wat maakt dat iemand denkt dat God of de hemel boven is is een natuurlijke impuls in de mens, een goddelijke impuls die hem de neiging geeft om op te staan. Dit laat zien dat succes en de verwerving ervan het behagen van God is. Mislukking en de ervaring ervan is het onbehagen van God.
Mensen die het noodlot de schuld geven van hun mislukking nemen de weg van de minste weerstand. Er zijn echter geen moeilijkheden die werkelijk onoverkomelijk zijn, omdat ze minder zullen worden voor degene die met het leven worsteld naarmate hij voortgaat. De mens die zijn pad licht opneemt ontdekt dat de moeilijkheden talrijker worden naarmate hij voortgaat. Dit betekent niet dat je een pad in het leven moet kiezen dat zonder moeilijkheden is; het betekent alleen maar dat moeilijkheden op het pad van verwerving er niet toe moeten doen. Moeilijkheden stijgen degene die er met ontzag naar kijkt boven het hoofd; maar dezelfde moeilijkheden vallen degene aan de voeten die ze niet opmerkt. Degene die in de wereld faalt, zal falen bij het verwerven van spirituele zegening.
De mens is de koning van zijn rijk; zijn komst op aarde neemt zijn koninkrijk weg. Tijdens die beproeving wordt hij getest om te zien of hij die menselijke deugd gebruikt die hem helpt om weer meesterschap over zijn koninkrijk te verkrijgen. Hoe het leven van iemand ook is hij zal niet tevreden zijn, want de tevredenheid van zijn ziel ligt in de vervulling van haar doel. Zodra hij bij die meesterschap uitkomt, zodra hij het koninkrijk dat hij was verloren weer heeft verkregen, kan hij zeggen: ´Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel´. En hierin ligt de vervulling van zijn wezen geboren op deze aarde.
Wat betekent het om zelf-discipline te hebben? Dat is in staat zijn te zeggen: ´Ik kan´ en niet ´Ik kan niet´. De woorden ´ik kan niet´ worden ongetwijfeld vaak gebruikt wanneer iemand niet denkt dat het wijs of rechtvaardig zou zijn om een bepaald iets te doen. In dat geval is het anders. Wanneer er echter iets is waarvan hij gelooft dat het rechtvaardig, goed of juist is en hij toch denkt: ´ik kan niet´, op dat moment ontbreekt er zelf-discipline. Wanneer iemand zegt: ´Ik kan niet tolereren, ik kan niet verdragen, ik kan het niet uitstaan, ik kan niet vergeven´, dan zijn dat allemaal tekenen van gebrek aan zelf-discipline.
Sommige mensen zeggen: ´Ik kan niet boven mijn fouten uit stijgen´. De enige manier om je fouten te boven te komen is door worsteling, worsteling op het spirituele pad. Zo´n worsteling wordt bijvoorbeeld door iemand onder ogen gezien die tijdens een onaangename conversatie de neiging heeft om weg te vluchten; dat doet hij, maar tegelijkertijd heeft de macht om te vechten, om weerwoord te geven hem verlaten. Door zijn kracht te versnipperen bij het op zijn beurt beledigen na een belediging heeft hij zijn macht verloren. Door deze neiging te beheersen zou zijn macht duizendvoudig groter zijn geweest, hoewel op het moment waarop zoiets gebeurt en je jezelf vernedert en je trots en je zelf vermorzelt, je je op twee manieren voelt vermorzeld: door niet te reageren en vervolgens door het vermorzelen van je zelf. En om in staat te zijn om te zeggen: ´Ik heb hem van repliek gediend!´ geeft je een bepaalde trots, een bepaalde bevrediging.
Om deze kwestie op een helderder manier te kunnen zien dien je jezelf als twee wezens voor te stellen, de een is de koning en de ander is de bediende. Wanneer een van beiden een wens uit, is het de koning die wenst; en het deel dat zegt: ´ik kan niet´, is de bediende. Als de bediende zijn zin krijgt dan bevindt de koning zich op de plaats van de bediende. En hoe meer de bediende zijn zin krijgt, hoe meer de bediende heerst en de koning gehoorzaamt. Op deze manier ontstaat er vanzelf een conflict en dat reflecteert zich op het uiterlijke leven; je hele leven wordt ongelukkig. Je kunt vroom, goed of religieus zijn, dat maakt geen verschil. Als de mens niet het koninkrijk van God binnenin zichzelf verwerkelijkt noch zijn spirit om koning te zijn, dan vervult hij niet het doel van het leven.