Wanneer we naar de wereld van vandaag kijken en naar de toestand waarin die zich bevindt dan beginnen we ons af te vragen of wij wel beter dan degenen die vóór ons hebben geleefd het idee begrijpen dat het leven een kans is. Ondanks onze huidige evolutiefase en de wetenschappelijke vooruitgang van de wereld, laat de oorlog* waar de mensheid kort geleden doorheen is gegaan ons zien dat er nog nooit in de wereldgeschiedenis zo´n grote catastrofe werd veroorzaakt door de mensheid. Het lijkt alsof de gehele evolutie van de mensheid bedoeld is geweest om zo´n vernietigingsmiddel voor te bereiden en te creëren dat het grootste gedeelte van de mensheid erdoor is vernietigd. En wanneer we aan het wantrouwen denken dat vandaag de dag onder naties bestaat en hoe de ene natie heeft toegestaan dat de andere natie werd vernietigd dan beginnen we te vinden dat we het idee dat het leven een kans is veel minder begrijpen dan degenen die vóór ons hebben geleefd.
Met betrekking tot educatie is de studie in de scholen en de colleges jaar na jaar moeilijker aan het worden; om hun examens te halen moeten studenten zo hard werken dat het erop lijkt dat tegen de tijd dat ze een diploma halen hun zenuwen en verfijndere krachten worden overschaduwd en dat ze vervolgens niet in staat zijn hun kwalificaties ten volle te benutten.
Wanneer we naar de politieke wereld kijken zien we hetzelfde: elke politieke partij streeft haar eigen welvaart na net zoals elk individu aan het proberen is een ander te slim af te zijn; en naties volgens hetzelfde principe.
Het huiselijk leven lijkt elke dag meer af te takelen. Het leven wordt steeds meer een hotelleven. Slechts heel weinig mensen ervaren en genieten van een huiselijk leven of zijn zelfs maar in staat om het te waarderen, want zij kennen het niet. Degenen die vóór ons hebben geleefd waren veel gelukkiger, want zij kenden de eenvoud en affectie van het huiselijke leven en de vreugde en het plezier van een thuis. De pleziertjes van vandaag de dag lijken niet op de vreugdes van de intelligentere en wijzere mensen in vroeger tijden. Zij genoten gewoonlijk van poëzie en hogere muziek; vandaag de dag is jazz populair geworden. Het is hetzelfde met al het andere vermaak. Wanneer we naar het theater gaan dan vinden we de spelen steeds meer beperkt in hun reikwijdte; er is geen diepte, geen hoogte, geen ideaal. Zij laten het leven zien zoals het werkelijk is, maar dat inspireert of verheft de mensheid niet. Wat er nodig is is om het leven beter te tonen dan het is zodat de mens dat voorbeeld kan volgen. Daarnaast is het is de schrijver, de dichter, de schilder, de musicus erop gericht om de meest doorsnee-mens, de mens van de laagste evolutie, de mens ´in de straat´ aan te spreken. Als alles wat de mens zou moeten opvoeden, zoals theater, dichtkunst en kunst, hem naar beneden haalt naar zijn laagste evolutiefase dan betekent dat naar beneden gaan in plaats van naar boven gaan. Wanneer iemand goede muziek of gedichten met verheven thema´s schrijft dan is er geen markt voor. Wanneer iemand iets hogers brengt dan wordt hem verteld dat het niet gewild is. Het lijkt alsof educatie, hogere idealen, alles, tot commercie is gemaakt; en doordat het tot commercie is gemaakt wordt het naar beneden gehaald. En tegelijkertijd, als we temidden van de menigte staan en naar de mensen kijken die voorbijsnellen dan zouden we denken dat nog nooit eerder mensen zo hard geprobeerd hebben om het beste te maken van de kans van het leven.
De kans van het leven dient echter vanuit een ander gezichtspunt in ogenschouw te worden genomen. Hoe wijzer we worden hoe meer onze manier van kijken zich verandert. Er zijn in het leven vier verschillende stadia: de kindertijd, de puberteit, de volwassenheid en de ouderdom; en elk van deze vier stadia laten een grote kans zien. In de kindertijd bijvoorbeeld bevindt het bewustzijn zich in het paradijs. Het kind dat in dezelfde wereld van zorg, bedrog en verkniptheid leeft als de volwassene is gelukkig omdat het zich nog niet bewust is geworden van het andere aspect van het leven. Het kent alleen de betere kant ervan, de schoonheid van het leven. En daarom is diezelfde wereld voor het kind de Tuin van Eden totdat het opgroeit en uit de Tuin wordt verbannen. Daarvoor geniet het van het paradijs op aarde; het is zich niet bewust van de verkniptheid en de lelijkheid van de menselijke natuur. Het behoudt in zichzelf nog de hemelse lucht en de onschuld van de engel en de gerichtheid om alle schoonheid te waarderen en elk wezen lief te hebben.
Als het opgroeit begint het die gerichtheid te verliezen; desalniettemin laat het kind door zijn woorden, handelingen en door elke gerichtheid de engelachtige essentie in zijn ziel zien. Dit is de kans voor elk kind om koninklijkheid in het leven te ervaren; en deze kans wordt weggenomen door ouders die het kind te vroeg naar school sturen en het belasten met studie. We hoeven niet te popelen om het kind voor te bereiden op zijn studies zodat het in staat zal zijn op school te antwoorden. Op die manier worden die koninklijkheid die God het heeft gegeven, die vreugde en schoonheid waarvoor het wordt geboren en die het verlangt te hebben, van hem weggenomen. Deze periode in zijn leven moet vrijgemaakt worden van angst en zorgen. De ouders belasten het kind met studies, maar waar leiden deze studies uiteindelijk naar? De kracht en de intelligentie van het kind worden alleen maar verminderd wanneer het wordt belast met onnodige studies voordat de mind wordt ontwikkeld; en deze tendens is steeds meer aan het toenemen.
Mensen willen een kind ook concentratie onderwijzen; maar zij zijn vergeten dat een kind met concentratie wordt geboren. De concentratie van de volwassene is zwak. Elke ziel wordt geboren met concentratie; zij verliest dit vermogen als ze opgroeit.
Ik reisde ooit door Engeland en iemand nodigde me uit om een school te bezoeken waar concentratie werd onderricht. Zij brachten tien of vijftien kinderen naar me toe en elk kind werd gevraagd om naar een leeg gordijn te kijken en te zeggen wat er zich daarop bevond. Een kind keek en keek en zei: ´Een lelie´. Een ander kind zei: ´Een roos´. De lerares vroeg een derde kind om haar te vertellen wat er was. Het kind antwoordde: ´Ik zie niets!´ Ik dacht: ´Dat is veel beter; hij zegt tegen elke prijs wat hij ziet!´ En zo stelde de lerares tien of twaalf kinderen vragen over wat ze zagen. Het was een les in hypocrisie, in het prikkelen van de verbeelding. Het zou een kind nooit kunnen helpen, want de concentratie van het kind is er al; als een kind kind wordt gehouden dan is dat voldoende. We willen het kind tot een volwassene maken, maar het is alleen maar gelukkig als het vrij wordt gelaten om rond te rennen en vrolijk te zijn. Het kind zou deze last niet moeten hebben. Die hebben we voor onszelf gemaakt; die wordt niet met ons geboren.
Als het leven niet zo complex zou zijn dan zou er geen behoefte aan oorlog of aan zulke moeilijkheden zijn als die we nu hebben. Omdat we onszelf hebben verwend willen we steeds meer; en toch maken we het zo moeilijk om te krijgen wat we willen dat we het uiteindelijk helemaal niet kunnen krijgen. En tegelijkertijd maken we ons leven en ook het leven van anderen ellendig door meer te willen dan nodig is.
De hoeveelheid studie waarmee een jongere wordt opgezadeld is het grootste kwaad dat hem tegenwoordig wordt aangedaan. De cultuur van de jongere echter lijkt verdwenen te zijn en inspiratie wordt ontbeerd. We hebben niet beseft wat er nodig is voor jonge mensen; er wordt hen niet de inspiratie van verheven zaken geschonken noch die impressies die hen grootse dingen laten verrichten. Er lijkt vandaag de dag een soort uniformiteit onder alle jongeren te heersen. De jeugd heeft geen bewondering voor een held; er wordt de jongere geen stimulans gegeven om een prachtige of een geïnspireerd iemand, een groot dichter of musicus te worden. Vanwegde deze uniforme educatie krijgt het kind niet de voeding voor zijn ziel die hij nodig heeft voor datgene waarvoor hij werd geboren.
Daarnaast is de jeugd een kans gedurende welke tijd een prachtige omgangsvorm, een hoge aspiratie en verheven idealen onderricht kunnen worden. En het is de jeugd die het enthousiasme heeft om alles wat komt te assimileren en op zijn beurt uit te drukken. Wanneer echter de tijd van een jongere alleen maar wordt besteed met de hele dag hard werken en proberen examens te halen en er weinig tijd overblijft voor recreatie of voor andere dingen dan is dat niet voldoende voor het doel van zijn leven.
Degenen die deze ideëen begrijpen beseffen dat de jeugd de grootste kans is die er in het leven komt; die komt nooit terug. De lente van het leven komt nooit terug; die komt maar een keer; en wanneer die kans wordt weggenomen en de jongere niet zodanig wordt geïnspireerd als zou kunnen dan is dat net als het houden van een plant zonder die water te geven. Want dat is de tijd waarin hem water gegeven zou moeten worden, dat is de tijd waarin die moet worden opgekweekt; en die tijd moet niet verwaarloosd worden. Er bevinden zich duizenden en miljoenen jongeren in de colleges die geen goede manieren zijn geleerd en die geen inspiratie is gegeven. Wanneer zij volwassen zijn kunnen ze laten zien dat ze examens hebben gehaald, dat ze veel kennis hebben verworven; en toch is de kennis die de ziel in staat stelt zich te ontwikkelen tijdens hun jeugd verwaarloosd, tijdens de periode waarin de mind ontvankelijk is en waarin het kind met al zijn enthousiasme en vaardigheid om zich te concentreren alles kan bevatten wat goed en mooi is.
De inspiratie van de musici en dichters die grote werken hebben verricht werd tijdens hun jeugd geschapen. Ofwel zij zagen een voorbeeld, een levend voorbeeld dat hen beïndrukte ofwel er werd hun iets verteld of zij bestudeerden iets wat was alsof er zaad in hun hart werd gezaaid. Want de jeugd is de enige periode die het kind voorbestemt om groots in het leven te worden; en als deze periode voorbij is zal die nooit meer komen. Of iemand nu zakenman of politicus, een studiebol, wetenschapper of musicus wil worden, hij moet in zijn jeugd beginnen en geïnspireerd worden met dat ideaal. In die periode is de aarde vruchtbaar. Maar wanneer die tijd voorbij is, komt die kant niet nog eens zo gemakkelijk.
Naast de training voor verscheidenen beroepen en bezigheden blijft er een andere vaardigheid over die in de jeugd wordt verwaarloosd: de ontwikkeling van de hart-kwaliteit. Er is tegenwoordig nog nauwelijks een op de honderd van wie de hart-kwaliteit is ontwikkeld. Hoewel de hart-kwaliteit er altijd instinctief is, wordt er alles aan gedaan om die af te stompen. Wat wordt er bedoeld met de hart-kwaliteit? Er is intuïtie, er is inspiratie en er is openbaring. Deze komen allemaal voort uit de cultuur van het hart, uit de hart-kwaliteit. Iemand kan zeer beschaafd zijn, kan veel gestudeerd hebben en toch niet intuïtief zijn. Iemand kan alle technieken van muziek en dichtkunst leren zonder de hart-kwaliteit te hebben. Hart-kwaliteit is iets wat binnenin jezelf ontwikkeld dient te worden; en wanneer er tijdens de jeugd geen aandacht wordt besteed aan het ontwikkelen van die specifieke kwaliteit, wat gebeurt er dan als iemand volwassen is? Hij zal zelfzuchtig worden, trots, zonder manieren en niet bereid om op te offeren. Hij is ervan overtuigd dat deze karakteristieken het beste zijn belang dienen en je noemt zo iemand een man van gezond verstand of een praktisch iemand. Als echter iedereen zo zou zijn wat zou je dan van het leven verwachten behalve constant conflict zoals dat er tegenwoordig is? Religie of de devote kant van de natuur van de mens is ook aan het uitsterven omdat het aan hart-kwaliteit ontbreekt. Zelfs als de mensen naar de kerk of naar een andere plaats om te aanbidden gaan, is hun vroomheid intellectueel. Mensen kunnen alleen genieten van iets intellectueels. Als er een mathematische uitleg van iets is dan is dat prachtig; maar wanneer het aankomt op je gezegend en verheven voelen, op het optillen van het bewustzijn naar de hogere sferen dan kunnen ze dat niet ervaren want ze leven in hun intellect.
Er zijn twee belangrijke ervaringen in het leven: de ene ervaring wordt sensatie genoemd en de andere exaltatie. Datgene wat tegenwoordig over het algemeen door de gemiddelde mens wrodt gekend en ervaren is datgene wat sensatie wordt genoemd: alle schoonheid die je ziet, van lijn of kleur, alles wat je ziet met de ogen of wat je proeft en aanraakt. Het leven in sensatie maakt de mens materialistisch en na enige tijd raakt hij onwetend over de spirit.
Exaltatie, die een grotere zegen, een groter plezier en die de mens onafhankelijk maakt van het uiterlijke leven voor zijn geluk, lijkt door de meerderheid niet gekend te worden. Wat is exaltatie? De ziel kan door vier verschillende ervaringen heen gaan die in werkelijkheid allemaal het verlangen van de ziel zijn. Zich vergissend zoekt de mens deze vier ervaringen niet maar ervaart hij in plaats daarvan iets anders. Het is bijvoorbeeld een constant hunkering van de ziel om geluk te ervaren en in plaats daarvan raakt ze verbonden met dat wat je plezier noemt; maar plezier behoort bij sensatie en geluk bij exaltatie. Plezier is slechts de suggestie; geluk is de realiteit.
Daarna komt kennis. Elke ziel smacht naar kennis, die kennis die exaltatie zal brengen. De ziel kan echter niet worden bevredigd met de kennis die je uit boeken verzamelt, door te leren of door de studie van dingen van de buitenwereld. De kennis van wetenschap bijvoorbeeld, de kennis van kunst, zijn kennis van de buitenwereld. Ze bieden je een soort kracht, een soort bevrediging, maar die is niet duurzaam. Waar de ziel werkelijk naar op zoek is is een andere kennis. De ziel kan niet worden bevredigd tenzij zij die kennis vindt, maar die kennis komt niet door het leren van namen en vormen. Integendeel, zij komt door ont-leren. Wees daarom niet verbaasd als je in sommige boeken uit het Oosten leest dat Mahatmas de bergen in gingen en daar vele jaren zaten. Ik zeg niet dat we hun voorbeeld moeten volgen, maar we kunnen waarderen wat zij daarvandaan hebben meegebracht. Zij gingen ernaartoe om het leven te onderzoeken, dat aspect van het leven dat ongezien is en ononderzocht blijft. Zij zaten daar jarenlang in meditatie. Zij leefden op bladeren en fruit, op wat ze in het woud konden vinden. Zij contempleerden. Wat zij op die manier hebben verzameld is niet een kennis die van deze wereld wordt geleerd, maar een grotere kennis die van binnenuit kan worden geleerd.
Je kunt afbeeldingen zien van Boeddha, met gesloten ogen, zittend met de benen gekruist. Wat brengt dat symbool aan ons over? Dat er een kennis is die geleerd kan worden door niet alleen de ogen maar ook de mind te sluiten voor de buitenwereld. Het sluiten van de ogen maakt de concentratie niet groter. De meeste mensen gaan zover dat ze hun ogen sluiten, maar ze gaan niet verder; maar als de ogen worden gesloten en de mind over dingen peinst, dan is dat geen concentratie. Degenen die zich kunnen concentreren kunnen dat zonder dat ze de ogen moeten sluiten. Toen ik in het Oosten aan het reizen was ontmoette ik ooit ieamnd die in een telegraafkantoor aan het werken was; en hoe druk hij het ook had, zijn concentratie bleef doorgaan. Ik zei: ´Het is geweldig dat u met al dit werk u kunt blijven concentreren´. Hij glimlachte en zei: ´Dat is de manier van concentratie´.
Het derde wat je in het leven ervaart en waar de ziel naar hunkert is geluk. Dat kan verworven worden door in aanraking te komen binnenin jezelf. En het vierde is vrede. Die kan niet door uiterlijke middelen, door uiterlijk comfort en rust alleen worden verworven. Die kan alleen worden verworven wanneer de mind rustig is.
Na de jeugd komt de fase van de volwassenheid. De volwassenheid is de periode waarin je kennis hebt verzameld, waarin je het leven hebt ervaren, waarin je door vreugde en verdriet heen bent gegaan, waarin je lessen vanuit je studies, je beroep, je thuis, vanuit elke kant van het leven hebt geleerd. Het is de kans om op de beste manier gebruik te maken van hetgeen je door ervaring hebt geleerd. Wat er echter over het algemeen gebeurt is wat Sa´di, de Perzische dichter, zegt: ´O mijn zelf, je bent tot de volwassenheid gekomen en toch ben je niet beter dan een kind!´ Als iemand tegen die tijd nog niet heeft geleerd wat hij had moeten leren dan heeft hij inderdaad de kans van het leven gemist. Want het is tijdens die leeftijd dat hij niet alleen geld verdient, maar ook ervaring en kennis; en hoe meer hij heeft geleerd hoe rijker hij in die periode is en hoe beter hij weet hoe hij de machten die hij bezit het beste kan gebruiken hoe succesvoller en vruchtbaarder hij zal worden.
Bovendien is het de leeftijd waarop je de plichten van het leven begint te kennen en als je ze zelfs dan niet kent dan heb je niets geleerd. Je plicht te kennen jegens degenen die naar je opkijken, die je omgeven, die wat hulp, wat advies, wat dienstbaarheid van je verwachten, dat is de periode waarin je je bewust dient te zijn van die zaken. Het is een prachtige leeftijd waarin de boom tot volle rijpheid komt, waarin die vruchten aan de wereld begint te schenken. Dit is niet alleen de tijd voor de zanger waarin zijn stem in volle bloei is, dit is niet alleen de tijd voor de schilder of de denker waarin hij zich volledig kan uitdrukken, maar voor iedereen is die leeftijd een belofte van de gerijpte mind die zichzelf op zijn voordeligst uitdrukt; en als die kans niet wordt gegrepen dan heeft de mens heel veel in zijn leven gemist.
Ouderdom heeft ook zijn eigen zegeningen. Mensen waarderen de zegeningen van elke periode van het leven niet; daarom waarderen ze de ene wel en de andere niet. In het Oosten, vooral in India, wordt de ouderen veel respect getoond; en het zou goed zijn als dat ideaal verder verspreid zou worden. Ouderdom is de tijd waarin de mens de registratie van zijn gehele leven is; of hij sympathiek, vriendelijk, wijs, dwaas of wat hij ook maar is geweest, wat hij ook maar heeft gedaan, ouderdom brengt er de registratie van. Je kunt het in zijn gezicht lezen, in zijn gelaatstrekken, in zijn atmosfeer. Hij heeft een grotere mogelijkheid om degenen die zijn dienst wensen of die gestuurd willen worden te inspireren, te zegenen en te dienen. Hij kan hun een betere manier laten zien om naar het leven te kijken. Maar wanneer de mens zijn kansen niet waarmaakt, dan zal hij in de volwassenheid als een kind handelen, terwijl hem in de jeugd de taak van een oud iemand werd gegeven en hij in zijn puberteit werd belast als iemand van middelbare leeftijd.
Als we toch eens zouden begrijpen dat elk moment in het leven, elke dag, elke maand en elk jaar zijn specifieke zegening heeft; als we toch eens de kans van het leven zouden begrijpen! De grootste kans echter die je in het leven kunnen waarmaken is om dat doel te volbrengen waarvoor de mens naar de aarde werd gestuurd. En als hij die kans heeft verloren dan zal hij niet bevredigd zijn wat hij dan ook maar in de wereld heeft volbracht, of hij nu weelde heeft verzameld, veel eigendommen bezit of voor zichzelf grote naam heeft gemaakt. Wanneer de ogen van iemand eenmaal worden geopend en hij naar de wereld begint te kijken dan zal hij daar een grotere kans vinden dan hij ooit eerder heeft gedacht.
De mens is zo arm als hij is, zo beperkt als hij is, zo bezorgd als hij is; toch is er niets in deze wereld wat niet door de mens zou kunnen worden volbracht als hij maar zou weten wat gedachte kan doen. Onwetendheid houdt hem weg van wat hij zou moeten volbrengen. De mens zou moeten weten hoe hij zijn gedachte moet laten werken, hoe hij bepaalde zaken zou moeten volbrengen, hoe hij zijn mind zou moeten focussen op het doel dat volbracht moet worden. Als hij het niet weet dan heeft hij geen gebruik gemaakt van zijn mind maar heeft hij als een machine geleefd. Als de mens de macht van het gevoel zou kennen, en zou beseffen dat de macht van het gevoel overal kan reiken en alles kan doordringen dan zou hij alles wat hij zich maar wenste kunnen bereiken.
Er is een Perzisch verhaal over Shirin en Farhad. Shirin, het meisje dat Farhad aanbad zei ooit om zijn liefde te testen: ´Farhad, houd je van me? Als je van me houdt dan zul je een weg door de bergen heen moeten maken´. Farhad zei: ´Ja, ik was op die test aan het wachten´. Hij ging naar de bergen vol van het gevoel van liefde die hij voor haar voelde. Elke keer dat hij op de rots sloeg met zijn hamer noemde hij de naam van Shirin, en de kracht van de hamer werd duizend maal groter omdat die werd vergezeld door het gevoel van zijn hart.
Tegenwoordig heeft de mens de grote macht die er zich in gevoel bevindt vergeten. Die kan rotsen breken. Er is niets wat niet kan worden volbracht door de macht van gevoel. Maar over het algemeen is er geen gevoel; het gevoel is verdronken geraakt, het bestaat niet langer. Het is een grote kans die het leven aanbiedt om de macht van het gevoel te beseffen en uit te drukken; maar het is een nog grotere kans van het leven om jezelf te bevrijden van de gevangenschap van beperkingen. Iedereen is in de een of andere vorm een gevangene; zijn leven wordt beperkt in de een of andere vorm; maar je zou boven deze beperking uit kunnen stijgen door de latente macht en inspiratie van de ziel te verwerkelijken.
Kabir, de grote dichter van India, zegt: ´Het leven is een veld en jij wordt geboren om dat te cultiveren. En als je weet hoe je dit veld moet cultiveren dan kun je alles wat je wilt produceren. Alle behoefte van je leven kan in dit veld worden geproduceerd. Alles waarnaar je ziel hunkert en alles wat je nodig hebt moet van het veld verkregen worden, als je weet hoe je het moet cultiveren en hoe je het fruit moet oogsten´. Als deze kans echter alleen wordt bestudeerd om het beste van het leven te maken door alles te nemen wat je kunt nemen en door je meer op je gemak te voelen, dan is dat niet bevredigend. Wij dienen onszelf te verrijken met gedachte, met dat geluk wat spiritueel geluk is, met die vrede die onze ziel toebehoort, met die onbelemmerdheidheid, met die vrijheid, waarnaar onze ziel verlangt; en deze hogere kennis bereiken die alle boeien van het leven verbreekt en ons bewustzijn verruimt om vanuit een ander gezichtspunt naar het leven te kijken. Wanneer iemand deze kans eenmaal heeft waargemaakt dan heeft hij het doel van het leven vervuld.