Gedachtekracht

Er zijn sommige mensen die gedurende hun leven hebben geleerd dat het denken kracht heeft en er zijn andere mensen die zich afvragen of dat werkelijk zo is. Er zijn ook veel mensen die dit onderwerp met het vooropgezette idee benaderen dat als elke gedachte al een bepaalde kracht heeft, die toch beperkt is. Maar het zou niet overdreven zijn te zeggen dat het denken een kracht heeft die onvoorstelbaar is; en teneinde hier bewijs voor te vinden hoeven we niet ver te gaan. Alles wat we in deze wereld zien is slechts een fenomeen van het denken. Wij leven erin en we zien de wereld van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat en toch twijfelen we eraan of dat zo is; hetgeen aantoont dat dit, onze prachtige wereld, op zichzelf ons trots en ijdel maakt en ons laat geloven dat we de dingen beter begrijpen dan we eigenlijk doen. Hoe minder iemand is overtuigd van de gedachtekracht hoe meer hij denkt positief op de aarde te staan. Toch voelt hij, bewust of onbewust, zijn beperking en zoekt hij naar iets wat zijn overtuiging in het denken zal versterken.

Het denken kan in vijf verschillende aspecten worden verdeeld: verbeeldingskracht, het denken, de droom, de visis en de materialisatie. Verbeeldingskracht is die handeling van de mind die automatisch gaat. Van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat is iemand ofwel aan het werk ofwel is, terwijl hij aan het rusten is, zijn mind net zo goed via de verbeeldingskracht aan het werk. Het denken is denken met wilskracht erachter; op deze manier maken we een onderscheid tussen het verbeeldingsrijke mens en de bedachtzame mens. Deze twee soorten mensen kunnen niet verward worden; want iemand is verbeeldingsrijk, wat krachteloos denken, automatisch denken inhoudt en de ander is bedachtzaam, wat betekent dat zijn denken krachtig is.

Wanneer deze automatische handeling plaatsvindt in de slaaptoestand dan wordt dat een droom genoemd. Dit is anders en verschillend van verbeeldingskracht, omdat van iemand die iets aan het verbeelden is de zintuigen geopend zijn voor deze objectieve wereld en zijn verbeeldingskracht derhalve geen concrete vorm aanneemt. Maar wanneer dezelfde automatische handeling van de mind doorgaat in de slaap dan is er geen objectieve wereld om die mee te vergelijken. De mysticus kan altijd de toestand van de mind van iemand zien door te weten hoe hij droomt, want in de droom is de automatische werking van zijn mind veel concreter dan in zijn verbeeldingskracht.

Er zijn sommige mensen die in staat zijn om het karakter of toekomst te lezen door te weten wat de persoon zich verbeeldt. Zij vragen hem altijd een bloem, een vrucht, iets waarvan hij houdt of wat hij fijn vindt te noemen opdat zij de stroom van zijn verbeeldingskracht kunnen ontdekken. Uit die stroom van de verbeeldingskracht komen zij iets te weten over het karakter van die persoon en over zijn leven. Je hoeft daar geen karakter-lezer of toekomstvoorspeller voor te zijn; elke wijze en bedachtzame persoon kan door de manier waarop iemand zich kleedt of door zijn omgeving begrijpen hoe zijn gedachten gaan, wat zijn verbeeldingen zijn. Maar omdat de droomtoestand de mind in staat stelt zich meer concreet uit te drukken is de droom de beste manier om te begrijpen welke toestand van de mind iemand heeft. Wanneer dit eenmaal wordt begrepen dan blijft er weinig reden over om te twijfelen of de droom wel enig effect op het leven en de toekomst van iemand heeft. De mens weet inderdaad niet, kan zich niet voorstellen tot wat voor een hoogte het denken het leven beïnvloedt.

Een visioen kan een droom genoemd worden die je ervaart in de waaktoestand. Iemand die verbeeldingsrijk is of in staat is tot verbeelding is in staat een gedachte te creëren. En wanneer deze gedachte die hij gecreëerd heeft een object wordt waarop zijn mind is gefocust dan raakt al het andere voor hem verborgen; die specifieke verbeelding bevindt zich alleen maar als een schilderij voor hem. Het effect van dit visioen en zeker groter dan het effect van een droom; de reden hiervoor is dat de verbeeldingskracht die voor de mind van iemand kan staan terwijl hij wakker is natuurlijk groter is dan de verbeeldingskracht die actief was in de slaaptoestand van iemand.

Het vijfde aspect van het denken is materialisatie. En in de studie van dit onderwerp vinden we het grootste geheim van het leven. Iemand zal bereidwillig accepteren dat een mooi gebouw wordt gebouwd door de verbeeldingskracht van een architect, dat een mooie tuin wordt gemaakt door de verbeeldingskracht van een tuinier. Maar wanneer het aankomt op materie en alles wat met materie is verbonden dan vraagt men zich over het algemeen af in hoeverre verbeeldingskracht of het denken macht over hen heeft. Tegenwoordig, nu psychologie zich over de Westerse wereld begint uit te spreiden willen de mensen tenminste geduldig luisteren wanneer iemand daar over praat. Maar aan de andere kant zijn er veel mensen die met een grote overtuiging een medicijn innemen en die als hun wordt verteld dat een gedachte hen kan genezen zullen glimlachen bij het idee. Dit laat zien dat met alle vooruitgang die de mensheid gemaakt schijnt te hebben zij terug is gegaan in een richting, het hogere denken; want de mens van tegenwoordig is over het algemeen niet overtuigd van de kracht van het denken en hij is nog minder overtuigd van wat hij emotie noemt.

In werkelijkheid is het zo dat als men kan spreken over de ziel van een gedachte, die ziel dan het gevoel is dat erachter zit. Je ziet dat mensen in de war raken als zij slechts woorden horen waar geen gevoel achter zit. Wat een gedachte overtuigend maakt is de kracht erachter; en die kracht bestaat uit gevoel. De algemene tendens is om wat verbeelding genoemd wordt weg te wuiven. Wanneer je zegt dat iemand zich iets verbeeldt dan betekent dit dat hij zichzelf amuseert. Je zegt tegen hem: ´Oh, je verbeeld je het alleen maar; het bestaat in werkelijkheid niet´. Maar in werkelijkheid is het zo dat wanneer iemand zich iets heeft verbeeld die verbeelding wordt gecreëerd en wat eenmaal wordt gecreëerd bestaat; en als het gedachte is wat wordt gecreëerd, dan leeft het langer, omdat het denken krachtiger is dan de verbeeldingskracht. Op deze manier ontkent men tegenwoordig die kracht die de enige kracht is en de grootste kracht die er bestaat en noemt dat sentimentaliteit, wat niets betekent. Het is met deze kracht dat helden in de strijd hebben gewonnen; en als er ooit iemand iets groots in de wereld heeft volbracht dan is dat met deze kracht van het hart geweest dat hij het heeft volbracht, niet met de kracht van het brein. De muziek van de meest bewonderingswaardige componisten, de poëzie van de grootse dichters van de wereld is allemaal voortgekomen uit de bodem van hun hart, niet uit hun brein. En als we de deur naar sentiment, naar verbeeldingskracht en naar het denken sluiten dan betekent dat slechts dat we de deur naar het leven sluiten.

De Soefi ziet zowel de Schepper als de schepping in de mens. Het begrensde deel van het wezen van de mens is de schepping en het meest innerlijke deel van zijn wezen is de Schepper. Als dit waar is dan is de mens zowel begrensd als onbegrensd. Als hij begrensd wenst te zijn dan kan hij steeds begrensder worden; als hij onbegrensd wenst te zijn dan kan hij steeds onbegrensder worden. Als hij in zichzelf de illusie cultiveert dat hij een schepping is dan kan hij dat steeds meer zijn. Maar als hij in zichzelf de kennis van de Schepper cultiveert dan kan hij ook dat steeds meer zijn.

Hoe meer je toegeeft aan welke soort van zwakte, ziekte of ellende dan ook, hoe meer zij jou teneerdrukken. En soms kan dit zelfs zo´n proporties aannemen dat de gehele wereld op je schouders komt te rusten en je eronder wordt bedolven. Een ander zal er echter boven uit stijgen. Het kan moeilijk zijn, maar tegelijkertijd is het mogelijk. Langzaam maar zeker zal hij met moede en geduld opstijgen en bovenop die wereld gaan staan die hem anders zou hebben verpletterd. De eerste gaat naar beneden, de tweede stijgt op. Beiden zijn afhankelijk van de houding van de mind; en het veranderen van deze houding is, zowel uit een materialistisch als vanuit een spiritueel oogpunt, het voornaamste in het leven. Alles wat in de Soefi esoterische studies en door Soefi oefeningen wordt onderricht, wordt onderricht met als doel langzaam maar zeker, geleidelijk aan, die voltooiing te bereiken die meesterschap wordt genoemd.

Meesterschap komt voort uit de evolutie van de ziel en het teken van meesterschap is alles wat je doet walgen te overwinnen. Dat is ware tolerantie. Zielen die die spirituele meesterschap hebben verworven laten die niet alleen jegens mensen, maar zelfs jegens hun voedsel zien. Er is niets wat de ziel die meesterschap heeft bereikt niet aan zal raken, ofschoon zij er niet van houdt of het er niet mee eens is.

Het gehele systeem van de Yogi´s, vooral van de Hatha Yogi´s, is gebaseerd op het zich eigen maken met iets waarvan hun aard walgt. Door dit te doen kunnen ze ongetwijfeld te ver gaan in het martelen en kwellen van zichzelf en deze extremen zijn niet goed, maar het is evengoed hun principe. Niet de hitte doodt een mens, maar de acceptatie van de hitte. Zo is het ook met voedsel en medicijnen, want achter alles bevindt zich het denken. Zelfs nu zijn er Yogi´s die in het vuur zouden kunnen springen en niet zouden worden verbrand. Je zult ontdekken dat intolerante zielen het ongelukkigste zijn in de wereld omdat alles hen zeer doet. Waarom zouden ze zo zijn – niet op hun gemak in huis en rusteloos buitenshuis? Vanwege deze neiging om ergens niet van te houden, om te verwerpen en om bevooroordeeld te zijn. Deze neiging dient overwonnen te worden; en wanneer die overwonnen is wordt er een grote meesterschap verworven.

Ik herinner me dat mijn leraar op school ons vertelde dat de bladeren van de Nim boom grote healende kwaliteiten had. Dat interesseerde me niet zo veel, maar wat me wel interesseerde, zoals hij ons ook vertelde, was dat deze bladeren zo bitter waren dat niemand er een brouwsel van kon drinken. En het eerste wat ik deed was een paar van die bladeren verzamelen en niemand begreep waarom ik dat deed; maar ik trok er thee van en dronk het op en tot mijn grote tevredenheid trok ik geen vies gezicht! Ik ging hier vier of vijf dagen mee door en vervolgens vergat ik het helemaal. Het is het vechten tegen alles wat je niet kunt wat je meesterschap verschaft. Maar over het algemeen doe je dat niet; je vecht tegen dingen die je verhinderen om te krijgen wat je wilt. De mens zou alleen met zichzelf moeten vechten, moeten vechten tegen de neiging om te verwerpen; dit zou hem tot meesterschap leiden. Als een algemeen principe in het leven heeft het geen zin iets te forceren, maar als we onszelf willen trainen dat is dat wat anders. Het is een proces, niet een principe. Je zou kunnen zeggen dat het een grote strijd is. Ja, dat is zo; maar er is in beide strijd, in het naar beneden komen en in het opstijgen. Je kunt net zo goed strijden en omhoog komen in plaats van strijden en naar beneden gaan. Wanneer iemand ook maar naar beneden gaat dan betekent dit alleen maar dat hij in zijn denken zwak is. En waarom is hij zwak in zijn denken? Omdat hij zwak is in zijn gevoel. Als gevoel het denken beschermt en als het denken stevig staat dan zal elke moeilijkheid die er ook maar in het leven is overstegen worden.