Dromen en openbaringen

Hoewel iedereen bekend is met dromen, leidt de studie ervan tot de diepere zijde van het leven; want het komt door de betekenis van de droom dat je twee dingen begint te beseffen; dat er iets actief is wanneer het lichaam in slaap is en het geeft de diepe denker vertrouwen in het leven hierna. Want de droom is het bewijs dat wanneer het lichaam niet actief is iemand evengoed toch actief is en niet minder actief lijkt dan in het fysieke lichaam. Als je al een verschil bespeurt is dat een verschil van tijd, want in dromen kan iemand in een mum van tijd van het ene land naar het andere land gaan in plaats van dat dat een maand in beslag neemt. Hij wordt op geen enkele wijze gehinderd zoals op het fysieke plan. In de dromen vliegt hij.

De voorziening van het plan van de dromen is veel groter. Het is geen probleem om ogenblikkelijk je conditie te veranderen van ziekte naar gezondheid of van falen naar slagen. Men zegt dat dat slechts verbeelding is, een werking van de mind. Maar wat is de mind? De mind is datgene waarin de wereld wordt gereflecteerd. De hemel en de aarde hebben er hun verblijfplaats. Is dat iets kleins? Wat is het fysieke lichaam vergeleken bij de mind die een wereld op zich is? Het fysieke lichaam is slechts als een druppel in de oceaan.

Het ligt puur aan de onwetendheid van de mens dat hij het koninkrijk in zichzelf niet kent. Waarom is hij er zich niet van bewust? Omdat hij in staat wenst te zijn iets vast te houden; alleen dan bestaat het voor hem. Hij wenst het bestaan van gevoel niet aan zichzelf toe te geven: hij zegt dat dat er niet toe doet, dat het niets voorstelt; en net zo zegt hij over de droom dat die slechts verbeelding is, niets voorstelt. Maar wetenschap en kunst ontstaan uit verbeelding, uit de mind, niet uit een rots, niet uit het fysieke lichaam. De bron waaruit alle kennis komt is de mind, niet een object. De mind betekent ´ik´. Het is de mind identificeert; het lichaam is een illusie. Niet het lichaam, maar de mind was gedeprimeerd; dus de ware identificatie hoort bij de mind, niet bij het lichaam.

Wanneer iemand in staat is zichzelf in een droom te zien, wat toont dat dan aan? Dat de mens niet vormloos is na wat er de dood genoemd wordt; dat niets verloren gaat, maar dat er slechts die vrijheid wordt verworven die verloren was gegaan. De afwezigheid van deze kennis zorgt ervoor dat iemand bang is dit fysieke lichaam te verliezen, zorgt ervoor dat hij doodsbang is voor de dood. Maar wat is de dood? Niets anders dan een slaap; een slaap van het lichaam dat een gewaad was. Je kunt het wegnemen en toch in leven zijn. Men zal na alle gepraat over de dood beseffen dat hij in leven is, dat hij niet heeft verloren maar verworven. Men is in de fysieke wereld om te leren en de droom onderricht dat er een wet werkzaam is; dat alles wat verbazingwekkend, toevallig, een plotse gebeurtenis lijkt er niet zo maar plotseling was, niet een toeval was. Het leek toevallig omdat het niet verbonden was met de omstandigheden.

Er gebeurt niets wat niet door de mind heen gaat. De mens heeft zich ervan af gewend; hij is slechts open voor de manifestatie. Heeft men niet in elk land waar oorlog is uitgebroken gezegd: dat wisten we niet? Ja, dat was zo voor degenen die sliepen, maar de ontwaakten hadden de voorbereiding gezien. Dit zien we in alles. Elk voorval, plezierig of niet, wordt voorafgegaan door een lange voorbereiding. Het bestaan eerst in de mind en vervolgens op het fysieke niveau.

Een droom laat de diepten van het leven zien; via een droom zien we dingen. Heeft elke droom een betekenis? Ja; er zijn alleen altijd mensen in een land die de taal ervan niet kennen en zo is het ook met de mind. Sommige minds zijn nog niet in staat om zichzelf uit te drukken en daarom zijn de dromen ondersteboven, een chaos. Je ziet een geit met de oren van een olifant. De mind wil zichzelf uitdrukken. Er zit betekenis in wat een baby zegt, maar hij heeft nog niet leren praten, hij heeft geen woorden; hij kan alleen huilen of een geluid maken; toch heeft dit betekenis. Zo is het ook met dromen die niet op correcte wijze worden uitgedrukt. Er is niets zonder betekenis; het komt doordat we tekortschieten in het begrijpen van de betekenis ervan dat we in het duister tasten.

Maar hoe zit het dan met de totaal betekenisloze dromen die je wel eens hebt? Die worden veroorzaakt door de conditie van de mind. Als de conditie van de mind niet harmonieus is, als het ritme ervan niet regelmatig is dan wordt een droom zo door elkaar gehusseld dat je die niet kunt lezen. Het is net als een brief die in het donker is geschreven; wanneer iemand niet heeft kunnen zien wat hij aan het schrijven was. Maar het is desalniettemin een geschreven brief, er bevindt zich een idee achter. Ook al is degene die de brief in het donker heeft geschreven zelf niet in staat die te lezen, het blijft een brief. Als men de betekenis van zijn droom niet kan begrijpen is het niet zo dat die droom geen significantie heeft; het betekent alleen dat zijn eigen brief zo verward is geraakt dat hij die niet zelf kan lezen.

Je kunt je afvragen hoe de mind kan leren zichzelf uit te drukken? De mind dient zichzelf te worden. Vaak is de mind verward, disharmonieus, rusteloos. Wanneer iemand dronken is wil hij ja zeggen en zegt hij nee. Net zo is de expressie van de mind in een droom. Het is een geweldig iets om de wetenschap van de dromen te bestuderen. Hoe prachtig is het dat de droom van een dichter poëtisch is, de droom van een musicus harmonieus. Waarom is dit? Omdat hun mind getraind wordt; hun mind is individueel geworden. Hun mind drukt zichzelf uit op hun eigen gebied. Soms sta je versteld van de dromen die je hoort die ervaren zijn door poëtische zielen; je ziet de opeenvolging van de eerste acte tot de laatste en dat elke kleine handeling een bepaalde betekenis heeft.

Nog interessanter is de symbolische droom: om de betekenis erachter te zien. Het is prachtig om te overdenken dat een eenvoudige droom naar een eenvoudige persoon komt en dat de droom verward is wanneer iemand verward is. En je kunt in een rechtlijnige droom, in een droom vol angst, vol vreugde, vol wrok zien wat iemand is. Dan lijkt de droom geen droom; hij is net zo werkelijk als het leven op het fysieke plan. Maar is dit leven niet een droom? Zijn de ogen niet gesloten? De koning is zijn paleis vergeten. We zeggen: ´O, het is maar een droom, het stelt niets voor´. Maar deze droom kan ons hele voorbije leven laten zien; deze droom kan de dag van morgen zijn. Het is slechts op het fysieke plan een droom; het wordt een droom gemaakt door de conditie waarin de mind zich bevindt.

We zeggen: ´Ja, maar wanneer we wakker zijn vinden we een huis; dat is derhalve werkelijkheid. Als we over een paleis dromen, dan vinden we geen paleis´. Dat is waar en niet waar. De paleizen die in die wereld worden gebouwd zijn net zo goed van ons, zijn werkelijk net zo goed van ons. Wanneer het lichaam sterft, blijven deze over; zij zullen er altijd zijn. Als het een droom van genot was, zal het genot komen. Als het een droom van licht was, van liefde was, dan is dat alles er. Het is een schat waar je op kunt vertrouwen; de dood kan die niet wegnemen. Het verschaft een glimp van het idee waarvan de Bijbel zegt: ´Waar je schat is, daar zal je hart ook zijn´. We kunnen daar ook glimpen van vinden wanneer we dromen met de waaktoestand vergelijken. Wat we ook maar vasthouden, hoe langer we het vastgehouden hebben hoe steviger het zich gevestigd heeft; dan creëren we een wereld om in te leven. Dit is het geheim van het geheel van het leven. Maar hoe kunnen woorden dit verklaren?

Een andere vorm van de droom is het visioen. Daarin ziet iemand helder wat er zal gebeuren, of wat er misschien jaren geleden is gebeurd. Het lijkt op een flits. Wanneer krijg je die? Wanneer het hart wordt gefocust op de goddelijke mind, want daar bevindt zich alles als een bewegende film. Er was ooit een dichter van Perzië, Firdausi, aan wie de koning vroeg de geschiedenis van het land op te schrijven. De koning beloofde hem een gouden muntstuk voor elke dichtregel. Firdausi trok zich in eenzaamheid terug en schreef de overleveringen van eeuwen op; karakters, levens, daden, hij zag het allemaal als een spel en hij schreef er in dichtvorm over. Toen hij terugkeerde aan het hof was de koning zeer onder de indruk; hij vond het prachtig. Maar er zijn altijd veel mensen die zulke zaken verwerpen. De waarheid wordt slechts door weinigen geaccepteerd. Aan het hof werd hij zeer bekritiseerd en veel mensen waren sceptisch. Het ging zo ver dat zij de koning vertelden dat het allemaal de verbeelding van Firdausi was. Dat deed hem heel erg zeer. Hij nam degene die hem het meest had tegengesproken bij zich en hield zijn hand boven zijn hoofd en zei tegen hem: ´Sluit nu je ogen en kijk´. En wat deze man zag was een bewegende film en hij riep uit: ´Ik heb het gezien!´ Maar het hart van de dichter was gewond en hij wilde de gouden muntstukken niet aannemen.

Wat was de boodschap die door de groten, door de profeten en meesters, door Rama, door Krishna is gegeven? Dat was geen verbeelding. Het was die weergave die gevonden kan worden door diep te duiken, die profetie aan de wereld als een les gegeven, levend in de wereld als een geschrift. Het is directe communicatie gegeven door alle meesters.

Een visioen is in de slaaptoestand helderder dan in de waaktoestand. De reden is dat iemand wanneer hij slaapt in een eigen wereld vertoeft en wanneer hij wakker is hij slechts gedeeltelijk in die wereld en voor het merendeel in de uiterlijke wereld is. Elk fenomeen heeft een accommodatie nodig. Niet alleen is het geluid hoorbaar, maar het zijn ook de oren die het mogelijk maken het geluid te horen. De mind is de accommodatie om impressies te ontvangen net als de oren de accommodatie zijn om het geluid te ontvangen. Dat is de reden waarom een natuurlijke toestand van de slaap als een zeer diepe concentratie, een diepe meditatie is; en dat is de reden waarom alles wat als een droom komt significantie heeft.

Ten slotte is er een andere stap voorwaarts en dat is openbaring. Het behoeft enige mate van spirituele vordering om ervan overtuigd te zijn dat er zoiets als openbaring bestaat. Het leven is openbarend, de natuur is openbarend, en God net zo; dat is waarom God in Perzië Khuda genoemd wordt, wat zelf-openbarend betekent. Alle wetenschap en alle kennis, alle cultuur die de mens bekend is zijn van oorsprong door openbaring gekomen en doen dat nog steeds. Met andere woorden: iemand leert niet alleen door studie, maar hij haalt ook kennis tevoorschijn uit de mensheid. Een kind erft niet alleen de eigenschappen van zijn vader of van zijn voorouders maar ook de eigenschappen van zijn land, zijn ras, zodat je kunt zeggen dat de mens de eigenschappen van het gehele menselijke ras erft. Als je ten volle zou beseffen welk een opslagruimte van kennis er bestaat achter de sluier die die bedekt, dan zou je ontdekken dat je een recht op deze erfenis hebt; en dit schenkt je een sleutel, een sleutel om het geheim van het leven te begrijpen; die kennis wordt niet alleen van buitenaf verworven maar ook van binnenuit. Dus zou je de kennis die je van het uiterlijke leven leert leren noemen, en de kennis die je van binnenuit te voorschijn haalt openbaring.

Openbaring komt van binnenuit. Het maakt het hart zelf-openbarend; het lijkt op een nieuwe geboorte van de ziel. Wanneer iemand tot deze staat is gekomen dan is alles en iedereen in leven; een rots, een boom, de lucht, de sterren, alles is in leven. Dan begint iemand met alle dingen en met alle wezens te communiceren. Waar zijn blik ook op valt, op de natuur, op mensen, hij leest hun geschiedenis, hij ziet hun toekomst. Hij begint met de ziel van iedere persoon te communiceren nog voordat hij een woord met diegene heeft uitgewisseld. Voordat hij ook maar een vraag heeft gesteld begint de ziel haar eigen geschiedenis te vertellen. Elke persoon en elk object staat als een open boek voor hem. Dan bestaat er in hem niet langer dat continue ´waarom´ wat je zo vaak in mensen aantreft. ´Waarom´ bestaat niet langer, want hij vindt het antwoord op elke vraag in zichzelf. En totdat dat antwoord is gecreëerd zal dat continue ´waarom´ bestaan ondanks al het leren van deze wereld die aan de mens is onderricht.

Je zou je kunnen afvragen hoe je bij deze openbaring uitkomt? En het antwoord is dat er niets in het geheel van het universum is wat niet in de mens gevonden kan worden als hij zich maar de moeite zou getroosten het te ontdekken. Maar als hij het niet zal ontdekken dan kan niemand het hem geven, want de waarheid wordt niet geleerd; de waarheid wordt ontdekt.

Met deze overtuiging trokken de wijze mannen in het Oosten zich in eenzaamheid terug en zaten ze te mediteren teneinde die openbaring een gelegenheid te geven omhoog te komen. Er is tegenwoordig ongetwijfeld met het leven dat we nu hebben nauwelijks tijd voor iemand om zich in eenzaamheid terug te trekken. Maar dat betekent niet dat men onwetend zou moeten blijven omtrent het beste wat er zich in hemzelf bevindt; want vergeleken met deze grote zegening, wat openbaring is, stellen alle andere schatten van de aarde niets voor; zij kunnen er niet mee worden vergeleken. Openbaring is de magische lamp van Aladdin; als het eenmaal is ontdekt dan werpt hij zijn licht naar rechts en naar links en worden alle dingen helder.