De mens, de meester van zijn lot (1)

In de Gayan wordt gezegd: ´Het heden is de reflectie van het verleden en de toekomst is de weerkaatsing van het heden´. Het lot is niet datgene wat al is gevormd; lot is datgene wat we aan het vormen zijn. Fatalisten denken heel vaak dat we ons in de handen van het lot bevinden, door het lot voortgedreven in elke willekeurige richting in het leven; in werkelijkheid echter zijn we de meesters van ons lot, met name vanaf het moment dat we ons dit feit beginnen te realiseren. Onder hindoes bestaat een algemeen bekend gezegde dat zegt dat de schepping de droom van Brahma is; met andere woorden: dat de gehele manifestatie de droom van de Schepper is. Ik zou hieraan toe willen voegen dat lot de materialisatie van het eigen denken van de mens betekent. De mens is verantwoordelijk voor zijn eigen succes en mislukking, voor zijn eigen stijging en val; en het is de mens die deze bewust of onbewust bewerkstelligt.

In de Bijbel bevindt er zich een hint hiervoor, in het belangrijkste gebed dat door Christus is onderricht, waarin gezegd wordt: ´Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel´. Het is een psychologische suggestie aan de mensheid om het mogelijk te maken dat de wil van God, die in de hemel gemakkelijk wordt verricht, ook op aarde verricht zou moeten worden. En het engelse gezegde dat de mens wikt en God beschikt ondersteunt dit; het suggereert de andere kant van dezelfde waarheid. Dit lijken twee tegengestelde ideëen te zijn, toch verklaren ze dezelfde theorie: dat wat wordt bedoeld met lot wordt door de mens veranderd, maar dat lot verandert ook de plannen van de mens.

Hoe meer we het leven bestuderen hoe meer we begrijpen dat niet alleen kwalificaties, enthousiasme en energie er toe doen, maar ook het design, het plan dat al is gevormd. En volgens dat plan moet de mens door zijn lot heen gaan. Je zou het ongetwijfeld niet moeten gebruiken om het argument van sommige fatalisten te ondersteunen die denken dat zij op hun gemak achterover kunnen leunen en erop kunnen wachten dat er betere tijden komen. Zij kunnen net zo goed de rest van hun leven wachten en niets volbrengen.

De kwestie van het lot kan beter verklaard worden door het beeld van een schilder die aan het mediteren is op een bepaald design dat hij in zijn mind heeft. Het eerste stadium is het design in zijn mind te creëeren. Het tweede stadium is om het over te brengen op het canvas; en wanneer hij dit beeld op het canvas tekent dan kan dat hem iets suggereren waaraan hij niet had gedacht toen hij het design in zijn mind vormde. En wanneer de schilder zijn beeld heeft voltooid zal hij zien dat het totaal anders is als datgene waaraan hij oorspronkelijk had gedacht.

Dit laat ons zien dat ons leven zich als een beeld voor onze ogen bevindt; wanneer alles dat van tevoren is ontworpen plaats begint te vinden, zal onze ziel een totaal andere suggestie uit dat beeld ontvangen. Iets wat er aan ontbrak kan er ingestopt zijn en op deze manier wordt het beeld verbeterd. Want er zijn twee soorten schilder: de ene die het plan dat in zijn mind is gevormd op canvas schildert; en de ander die suggesties uit het beeld zelf neemt terwijl hij doorgaat met schilderen. Het verschil is dat de een slechts een schilder is en de ander een meester. De laatstgenoemde is niet gebonden aan een plan; de eerstgenoemde heeft iets ontworpen en wordt gebonden aan iets wat hij heeft ontworpen; hij wordt beperkt.

Hetzelfde zie je bij een componist van muziek. Hij componeert een bepaalde melodie in zijn mind; hij denkt er diep over na en wil het op papier zetten. Maar wanneer hij zijn compositie op de piano speelt dan suggereert de muziek hem verbeteringen. Hij speelt hetzelfde muzikale idee dat hij eerst had, maar hij is in staat het te vervolmaken en te vervolledigen wanneer hij het met zijn eigen oren heeft gehoord.

Dat is een beeld van ons leven. De een wordt gedreven door de hand van het lot, hij weet niet waar hij vandaan komt, hij weet niet waar hij naartoe gaat. Hij wordt in bepaalde omstandigheden in het leven geplaatst. Hij is druk doende met iets, in beslag genomen door iets maar hij kan geen andere manier vinden om vooruit te komen; hij kan iets heel anders verlangen, hij kan moeite hebben zijn mind te houden bij wat hij aan het doen is, maar hij denkt toch dat hij door moet gaan. Dat is degene die nog niet de betekenis van dit geheim heeft begrepen. Er is echter een ander die zelfs na honderd mislukkingen toch nog vast van overtuigd is dat hij bij de volgende poging zal slagen. Diegene is de meester van zijn succes.

In de mens bevinden zich twee delen. Een deel is zijn uiterlijke zelf dat de ziel van de aarde heeft geleend. Het andere deel is zijn ware zelf dat zijn bron toebehoort. Met andere woorden: een individu is een combinatie van spirit en materie, een stroom die van bovenaf stroomt en van beneden af de aarde naar zich toe trekt, die knedend teneinde daar een voertuig van te maken. Het menselijke lichaam is niets anders dan een voertuig van de ziel die van boven is gekomen en het menselijke lichaam als haar verblijfplaats heeft genomen; dus heeft een individu twee aspecten van zijn: het ene is de ziel, het andere het lichaam. De mind wordt gevormd uit de ontmoeting van de ziel met het lichaam; en deze drie samen vormen een individu.

Het uiterlijke deel van een individu kan vergeleken worden met de uiterlijke vorm van een bol, terwijl de mind de plaats inneemt van de verfijndere innerlijke machinerie. Dit is het mechanische deel van het zijn. Blijft de ziel over die de goddelijke erfenis is, een spirituele stroom die voortspruit uit die Spirit die de bron van alles is. De ziel heeft derhalve een latente kracht, een creatieve macht als goddelijke erfenis. Aan de ene kant is de mens beperkt en onvolmaakt; aan de andere kant vertegenwoordigt hij het onbeperkte en het volmaakte. Om deze reden heeft Christus gezegd: ´Wees perfect zoals uw Vader in de hemel´. Het betekent: je erft niet alleen van je aardse ouders, maar je erft ook die creatieve macht die je leven vormt van de Vader in de hemel.

Een ziel wordt met een mechanisme geboren dat je mind en lichaam noemt. Vanaf de kindertijd treft de ziel zichzelf beperkt in gevangenschap aan. Alle levenstragedies komen voort uit beperking. Als je honderd mensen vraagt wat de moeilijkheid in hun leven is dan zal iedereen een andere worsteling noemen waar hij op dat moment tegen aan loopt; maar in werkelijkheid zal het de beperking van het leven zijn die de tragedies in al hun vormen heeft veroorzaakt. De mens groeit op in beperking en deze beperking suggereert hem bij elke stap dat hij onvolmaakt, gehandicapt, zwak, gevangen en onkundig is. Vanwege deze constante suggestie van onvolmaaktheid begint de mens te zeggen: ´Ik kan het niet verdragen, ik kan het niet uitstaan, ik kan het niet tillen, ik kan het niet vergeten, ik kan niet vergeven´. Een mens begint dit alles te denken omdat hij onvolmaakt is, vanwege de aldoor voortdurende suggesties die in het leven omhoog komen en hem ervan overtuigen dat hij beperkt is. Terwijl de mens voortgaat houdt de mind derhalve vanzelf de gedachte vast dat zijn macht en inspiratie en zijn kennis en vaardigheid beperkt zijn hoe succesvol of onsuccesvol hij ook is, hoe gekwalificeerd of niet gekwalificeerd of wat zijn omstandigheid ook moge zijn. Hij kan niets anders dan dat begrijpen en blijft zich totaal onbewust van die vonk die continu in zijn hart schijnt en die zijn goddelijke erfenis genoemd kan worden.

Bestaat er een mogelijkheid om ons lot te veranderen of te verbeteren? Wij zijn in ons materialistische leven zo rigide in ons denken geworden dat we ons niet voor kunnen stellen dat er iets bestaat dat tegelijkertijd verbetert en verandert. Wij zijn slechts in staat verandering te herkennen voorzover we die kunnen zien en op het moment dat we die verandering niet meer kunnen zien noemen we die destructie of dood. Met andere woorden: wat wij destructie of dood noemen is slechts een verandering. Wij kunnen de link niet volgen, niet zien; het is niet zichtbaar voor ons, we kunnen die niet peilen en daarom zeggen we dat dat het einde is. Is er echter iets wat eindigt, dat wordt vernietigd of is er iets dat is opgehouden te bestaan? Nee. Al deze woorden zijn onze eigen illusie, onze eigen conceptie, een conceptie die alleen waar is zolang als we de continuïteit niet hebben gezien. Zodra we dit mysterie begrijpen hebben we niet langer die conceptie. Wanneer we het leven plotseling zien eindigen noemen we dat de dood. We zeggen een woord, in dit geval ´dood´ en wanneer dat woord eenmaal wordt uitgesproken is dat voor ons het einde van de kwestie. Het woord is echter nooit stil, het duurt voort, als het niet hier is dan toch in een andere sfeer.

Zo is het ook met denken. We hebben een gedachte en vervolgens zeggen we: ´Ik ben die vergeten´. Ja, de mind is die vergeten, maar de gedachte is niet dood. Die gaat verder; die eindigt nooit. Is er iets wat eindigt? Nee. Zulke woorden als ´begin´ en ´einde´ zijn onze concepties en hoe verder we gaan in het bestuderen van het leven hoe groter het besef is dat we uit deze concepties verkrijgen. Dit principe wordt ont-leren genoemd. Mensen zijn trots en tevreden over hetgeen ze hebben geleerd, maar hoe verder je gaat hoe meer je ontdekt dat leren eindigt in ont-leren.

Dan begint er een ander leren. Het is net als het leven binnenstebuiten keren. We lopen op dezelfde aarde onder dezelfde zon, maar we kijken met andere ogen naar een andere wereld. Het leven is dan voor ons een ander leven en de betekenis van elk woord is anders. Degenen die in zichzelf de mogelijkheid hebben verwerkelijkt om hun leven te verbeteren, verbeteren het. Degene echter die denkt: ´Ik kan er niets aan doen; ik ben wie ik ben; ik word boos, daar kan ik niets aan doen; ik raak geïrriteerd, daar kan ik niets aan doen; ik kan het niet begrijpen, ik kan het niet verdragen´; diegene komt onder invloed van zijn eigen suggestie en wordt natuurlijk elke dag zwakker en kan niets tot een einde brengen. Maar degene die beseft dat het leven met spirit begint, zegt: ´Wat doet het er toe; als ik vandaag faal zal ik morgen slagen. De huidige beperking ontmoedigt me niet´.

Het is in het leven nooit te laat om te verbeteren; er is altijd een gelegenheid voor degene die zichzelf wil verbeteren. Degene echter die tevreden is met zichzelf of die zo ontmoedigd is dat hij niet wil verbeteren, boekt geen resultaat. Er is voor hem geen enkele manier om iets in het leven tot een einde te brengen. De spirit van degenen die naar de berggrotten zijn gegaan en van degenen die in de wouden hebben geleefd, was een meditatieve spirit. Je zou kunnen denken dat het een onwenselijk leven was. Ja, misschien wel onwenselijk om na te volgen, maar met betrekking tot de ervaring die ze hebben verworven zeer wenselijk. Er is veel wat er tussen het Oosten en het Westen uitgewisseld zou kunnen worden. Het Westen heeft veel dingen verbeterd, gecultiveerd en uitgevonden die naar het Oosten zouden moeten gaan. En de ervaring van degenen in het Oosten die naar de wouden zijn gegaan en in de schaduw van bomen hebben gemediteerd zou naar het Westen gebracht moeten worden. Dat zal het Oosten en het Westen nader tot elkaar brengen en de hele mensheid zou daar het grootste voordeel uit kunnen halen.

Er bestaat een verhaal over Timurlenk, de grote Moghul-keizer, een man van wie het lot had bepaald dat hij groots zou worden. Toch was hij nog niet ontwaakt tot die grootsheid. Op een dag, moe van het geploeter van het dagelijkse leven en overdonderd door zijn wereldse plichten, lag hij in een woud op de grond en wachtte op de dood om hem mee te nemen. Er kwam een derwisj voorbij die hem slapend aantrof en in hem de man herkende van wie het lot had bepaald dat hij een grootse persoonlijkheid zou worden. De derwisj sloeg hem met zijn stok en Timurlenk werd wakker en vroeg: ´Waarom ben je me hier lastig komen vallen? Ik heb de wereld verlaten en ben naar het woud gekomen. Waarom kom je me lastigvallen?´ De derwisj antwoordde: ´Wat valt er in het woud te winnen? Je hebt de hele wereld voor je; daar vind je wat je te volbrengen hebt, als je maar de macht zou beseffen die er zich in je bevindt´. Hij zei: ´Nee, ik ben te teleurgesteld, te pessimistisch om het goede naar me toe te laten komen. De wereld heeft me verwond; ik ben beurs, mijn hart is gebroken. Ik wil niet langer in deze wereld blijven´. De derwisj zei: ´Wat heeft het voor zin gehad om naar deze aarde te komen als je niets tot een einde brengt, als je niets hebt ervaren? Als je niet gelukkig bent, weet je niet hoe je moet leven!´ Timurlenk vroeg de derwisj: ´Denkt u dat ik ooit iets tot een einde zal brengen?´ De derwisj antwoordde: ´Daarom ben ik gekomen om je te wekken. Word wakker en vervul je plicht met moed. Je zult succesvol zijn; daar bestaat geen twijfel over´. Deze impressie wekte in Timurlenk de spirit waarmee hij naar de wereld was gekomen. En bij elke stap die hij voorwaarts zette, zag hij dat omstandigheden veranderden en alle invloeden en krachten die hij nodig had voor succes kwamen naar hem toe alsof het leven, dat van tevoren zijn deuren had gesloten, nu alle deuren voor hem opende. En hij bereikte het stadium waarin hij de beroemde Timurlenk uit de geschiedenis werd.

In elke maatschappelijke stand zal de zoeker van waarheid bewezen worden dat er een sleutel tot succes, tot geluk, tot vooruitgang en tot evolutie van het leven bestaat; en deze sleutel is de verwerving van meesterschap. De kwestie is hoe je meesterschap verwerft? Er zijn drie stadia. Het eerste stadium van meesterschap is de verwerving van zelfbeheersing. En wanneer zelfbeheersing eenmaal wordt verworven dan is het tweede stadium alle invloeden te beheersen die je wegtrekken van het pad dat je wilt nemen. En wanneer je in dit tweede stadium succesvol bent geweest is er een derde stadium en dat is de controle over de omstandigheden, over de situaties. Degene die verantwoordelijk is, degene die de controle heeft over omstandigheden en situaties is groter dan duizend mensen die anderszins goedgekwalificeerd mogen zijn maar dit niet hebben. Degene die in staat is ze te beheersen kan in zijn stoel zitten en niets lijken te doen, maar hij zal meer volbrengen dan degene die de hele dag door dingen aan het doen is. Slechts weinig mensen kunnen zich voorstellen tot wat voor een hoogte de mens macht kan verwerven, vooral daar het leven tegenwoordig een continue strijd om niets iets, een druk leven zonder veel voltooiing. We kunnen ons niet voorstellen tot wat voor een hoogte de macht van een master-mind dingen kan volbrengen. Maar dat wordt alleen maar achter de schermen verricht. Degenen die weinig doen treden naar de voorgrond en zeggen dat ze zo veel doen, maar degenen die werkelijk iets doen zeggen weinig.

Er zijn drie aspecten van de master-mind, of Sahib-e Dil zoals hij in het Perzisch wordt genoemd. Deze drie aspecten worden verbonden met drie verschillende temperamenten. Het ene is het heilige temperament, een ander is het temperament van de meester en het derde is het temperament van de profeet.

Wanneer iemand meesterschap heeft verworven dan kan dat een innerlijke initiatie worden genoemd. Van die tijd af aan wordt hij bewust gebruikt om een bepaald doel te vervullen. Iedere ziel is hier op aarde om een bepaald doel in het schema van het leven te vervullen; wanneer je echter meesterschap hebt verworven word je vanaf dat moment gekozen door de Voorzienigheid om gebruikt te worden als een gereedschap, een instrument om een bepaald doel te volbrengen. De mensheid, elk apart menselijk wezen is een soort ruw materiaal die het lot gebruikt. De master-mind echter is een afgerond instrument dat het lot hanteert om zijn doel te volbrengen.

Het heilige temperament is het negatieve temperament, zich schikkend, volmaakt schikkend naar de wil van God. De heilige heeft geduld, vertrouwen, verdraagzaamheid en tolerantie geleerd. Hij heeft het kruis gedragen, hij wordt tijdens zijn leven duizend maal gekruisigd. Hij weet wat liefde betekent. Hij heeft een pad van devotie genomen; hij leidt een dienstbaar leven; hij heeft zichzelf uitgewist; hij heeft zijn persoonlijkheid vermorzeld. Hij heeft de rots waaruit hij werd gemaakt in water opgelost. Zijn manier is niet de manier van de hamer maar van het water. De hamer breekt een rots, maar het water gaat om de rots heen en zoekt zijn weg. Daarom schenkt de heilige persoonlijkheid vrede, harmonie en comfort aan degenen die ermee in contact komen. Het is een zodanige persoonlijkheid dat die healt en degenen optilt die in het donker aan het tasten zijn, die de diepten van de aarde aan het aanraken zijn. Hij heeft de liefde ontwikkeld die je in een moeder en een vader ziet, maar hij heeft die liefde voor iedereen, voor elke ziel. En het is niet alleen maar een fabeltje dat de bomen, de planten en de rotsen tegen de heiligen praatten. Dat is de waarheid. Wanneer iemand die sympathie heeft ontwikkeld dan is hij sympathiek ten opzichte van rots, plant en boom; alles is de natuur opent zich voor hem. Door at-one-ment (= door de verbondenheid van de mens met God, vert.) is de mens in staat met elke vorm van het leven te communiceren, wat het ook is. Het is derhalve niet nodig dat hij de wereld verlaat; of hij zich nu in het woud of temidden van de ratrace van de wereld bevindt, de ziel van de mens is altijd in staat tot de hoogste hoogten te stijgen, mits hij ze wil bereiken.

Het andere aspect is het aspect van de meester. Weerstand tegen alles wat zijn zwakte doet toenemen, wat aantrekkelijk is voor zijn zwakte, de gerichtheid op continu doorzettingsvermogen, moed en lef, stevigheid en volhardendheid zijn allemaal kwaliteiten die zich in de meester manifesteren. Dat is het verschil tussen de heilige en de meester. De een is actief, de ander passief; de een heeft zich geschikt, de ander is volhardend. Tegelijkertijd echter gaan ze allebei voorwaarts. Slechts de manier waarop ze dat doen is anders; de ene manier is de positieve manier, de andere manier is de negatieve manier; de ene manier is de manier van macht, de andere manier van vriendelijkheid. Desalniettemin hebben beide manieren hun doel te volbrengen in het schema van de natuur.

Op het pad van de meester wordt de wil meestal gebruikt in relatie met uiterlijke dingen; op het heilige pad wordt de wil gebruikt om je eigen zelf te beheersen; met andere woorden: de wil wordt tijdelijk tegen je eigen zelf gebruikt. De heilige heeft zich geschikt naar Kaza en de meester heeft respect voor Kadr. Om echter de wil van God te kennen is het wijs om eerst je eigen wil onder handen te nemen en die te gebruiken in de wetenschap dat die voor een of ander groot doel in het leven wordt gegeven.

Het derde aspect is het aspect van de profeet in wie deze twee kwaliteiten in balans worden gebracht. Aan de ene kant is de profeet macht, aan de andere kant de vriendelijkheid zelve. Aan de ene kant is de profeet moed, aan de andere kant is het de personificatie van goddelijke sympathie. Aan de ene kant is de profeet enthousiast in zijn verlangen om de toestand van de mensheid te veranderen, aan de andere kant heeft de profeet zich teruggetrokken uit alle dingen van het leven. Al deze tegengestelde kwaliteiten worden in de spirit van de profeet in balans gebracht.

De taak van de profeet is groter dan die van de meester of de heilige. Zij kunnen achter de schermen blijven, maar de profeet bevindt zich voor de ogen van de wereld om de mensheid te wekken, om de mensheid naar een ruimer bewustzijn te verheffen, om haar te inspireren en om de waarheid een stem te geven zodat die zijn echo op aarde, in de lucht of waar dan ook kan hebben. Wees derhalve niet verbaasd wanneer je hoort dat de woorden van Boeddha of Mohammed na zoveel jaren nog steeds worden gekoesterd of dat de persoonlijkheid van Christus na tweeduizend jaar nog steeds macht heeft. Zij hebben het mens-zijn gewonnen; zij waren profeten omdat dat deel van hun ervaring dat wij in de geschiedenis kennen waar was en altijd waar zal blijven zijn. Meesterschap is niet alleen een middel om de dingen van de wereld te volbrengen, maar het is ook datgene waardoor iemand het doel van zijn leven vervult.

Alles wat er op aarde te vinden is, zoals goud, zilver, edelstenen en juwelen is allemaal voor de mensheid. En alles wat geluk brengt zoals macht, intelligentie, harmonie, vrede, inspiratie, extase en vreugde horen ook bij de mens. De mens kan evengoed van een hemelse ervaring als van een aardse bezitting zijn schat maken. Het is voor de mens niet nodig om alles dingen van de wereld achter zich te laten en zich terug te trekken. Hij kan zich inzetten voor zijn zaak, zijn scholing en zijn plichten in het leven en toch tegelijkertijd deze spirit, de spirit van meesterschap, in zichzelf ontwikkelen. De spirit van meesterschap is als een vonk: door er continu op te blazen zal die uitgroeien tot een vuurzee en daaruit zal een vlam opstijgen.

De mens hoeft zich geen zorgen te maken over wat er aan de buitenkant mist, want in werkelijkheid bevindt zich alles binnenin zichzelf. En als hij dit idee voor ogen houdt en op de vonk van meesterschap blaast door constante contemplatie dan zal die vlam op een dag opstijgen en zal zijn leven helder worden en zal zijn macht daadwerkelijk groots zijn.