De macht binnen in ons

Je leest in de boeken uit het Oosten over de verschillende wonderen die zijn uitgevoerd door grootse zielen en je vraagt je af of er enige waarheid in zit. Je hoort dat er mensen zijn die weten wat er zich ver weg afspeelt; dat er mensen zijn die hun gedachte over een grote afstand kunnen verzenden; dat er mensen zijn die dingen kunnen creëren, dingen ogenblikkelijk kunnen produceren zonder dat ze enig materiaal hebben; dat er mensen zijn die dingen kunnen laten verdwijnen. Je leest en hoort zelfs dat er sommige mensen zijn die de regen kunnen bevelen te vallen en die de menigte op hun bevel, hun wil, kunnen laten bewegen en die de menigte in een flits kunnen inspireren; die plagen kunnen voorkomen en die wonderen kunnen verrichten in de oorlog.

Er bevinden zich ongetwijfeld veel oplichters onder hen, maar waar ook maar de waarheid is daar is ook de valsheid waarover je moet lachen. Desalniettemin blijft de waarheid even goed bestaan. Er zijn verhalen over het verrichten van wonderen en over fenomenen die in het Oosten gebeuren; veel van die verhalen zijn ongetwijfeld over de oplichters die door een handigheidje of door wat hypnotische invloed wonderen kunnen verrichten. Maar er zijn anderen die onvervalst zijn. Er worden wonderen uitgevoerd tijdens hun leven en mensen zien die terwijl ze worden uitgevoerd. Degenen die authentiek zijn zullen echter nooit zeggen dat ze wonderen kunnen verrichten, noch zoeken ze die machten op; deze machten komen vanzelf. De mens is zich over het algemeen niet bewust van de macht die hij heeft. Wanneer iemand zich daarvan bewust wordt dan is hij in staat dingen te doen die mensen over het algemeen niet kunnen volbrengen.

Er zijn twee machten: de ene wordt in Soefi-kringen Kaza genoemd en de andere Kadr. De een is individuele macht en de ander is God-macht. De individuele macht kan werkzaam zijn en dingen volbrengen zolang die werkzaam is in overeenstemming met de macht van God, maar zodra de individuele macht werkzaam is tegengesteld aan de macht van God dan begint men te beseffen dat zijn sterkte aan het verminderen is, dat hij niets kan volbrengen. Derhalve is het plezier van God het eerste wat meesters zoeken, om in harmonie met de wil van God te zijn. En net zoals iemand die een gokspelletje heeft uitgevoerd of die een of ander sport heeft beoefend de manier heeft geleerd om die te beoefenen, zo wordt degene die constant in zijn mind houdt om alles in harmonie met de macht van God te doen geholpen door de wil van God.

Mensen hebben heel vaak de wil van God verkeerd begrepen. Zij denken dat hetgeen zij als goed beschouwen de wil van God is en dat hetgeen zij als niet goed beschouwen niet de wil van God is. Maar hun opvatting over goed en slecht heeft niets te maken met de macht van God; want de manier van kijken van God is anders dan de manier van kijken van de mens. De mens kijkt slechts zo ver en niet verder terwijl God alles ziet.

Je vraagt je echter af waarom we, als we allen tot het lichaam van God behoren, als we allen als atomen van Zijn Wezen zijn, niet begrijpen en waarom we niet bereidwillig weten dat er in harmonie met de wil van God is en wat niet. En het antwoord is dat elk atoom van ons lichaam zich bewust is van zichzelf. Als er pijn is in de vinger voelt het oor dat niet. Als er pijn is in de teen voelt de neus dat niet; alleen de teen voelt dat. Maar in beide gevallen voelt de mens het omdat de mens het gehele lichaam bezit.

De mens leeft in de enge wereld die hij voor zichzelf heeft gemaakt. In overeenstemming hiermee ziet hij goed en slecht en zijn belangen in het leven hangen daarvan af. Derhalve is hij niet altijd in staat om in harmonie met de wil van God te leven tenzij hij er een gewoonte van maakt om in harmonie van de wil van God werkzaam te zijn.

Wat is de mens? Is hij slechts zijn lichaam? Nee, de mens is zijn mind, de mens is zijn ziel. En derhalve is de macht van de mens groter dan de macht van de zon, want de zon die we zien is slechts een lichaam, de mens is echter lichaam, mind en ziel. Wanneer de mens zich eenmaal bewust is van zijn lichaam, mind en ziel dan wordt zijn macht groter dan de macht van de zon. Omdat de zon de materiële manifestatie is van het licht, maar de mens alle lichten in zich heeft. Het lichaam van de mens is straling; een straling die zo groot is dat alle zichtbare wezens die er in de ruimte leven verborgen worden door de glans van de menselijke vorm. Er bestaat niets wat niet zichtbaar is; slechts iets wat zichtbaarder is verbergt het ander wat niet zo zichtbaar is. Het komt doordat de glans en de straling van het menselijke lichaam zo groot zijn dat ze de wezens in de ruimte verbergen. In werkelijkheid zijn ze alle zichtbaar; maar de straling van de vorm van de mens komt duidelijk uit en verbergt alles wat vergeleken met die straling minder zichtbaar is. Wanneer we vanuit dit gezichtspunt naar het leven kijken dan is er niets wat onzichtbaar is. Er zijn slechts dingen waarvoor onze ogen niet de macht hebben om die te zien, maar dat betekent niet dat ze vormloos zijn.

Bovendien heeft de mind van de mens een nog grotere macht en dat is de wilskracht, de macht van de mind, die verandering in omstandigheden, in omgevingen teweeg kunnen brengen; die kan macht over materie, over objecten, over zaken hebben; die kan zelfs zo wonderbaarlijk werkzaam zijn dat je het niet kunt verklaren. De macht van de mind kan werkzaam zijn op een menigte zoals het volgende verhaal over Mohammed laat zien.

In een van de grote oorlogen die de Profeet moest voeren werd het gehele leger verslagen en er bleven slechts tien of vijftien vrienden aan de zijde van de Profeet over en alle anderen waren weggerend of waren dood of gewond. Toen richtte de Profeet zich tot zijn volk en zag dat zij terneergeslagen en wanhopig waren. Dus zei hij: ´Kijk, voor ons bevindt zich een leger en hier zijn wij, vijftien mannen. Je ziet geen enkele hoop; nu dienen jullen je terug te trekken. Maar ik, ik zal hier staan of ik nu als overwinnaar terugkom of mijn leven hier op het slagveld verlies. Nu, ga. Veel van jullie zijn al gegaan, dus gaan jullie nu ook´. Zij zeiden: ´Nee, Profeet, als uw leven hier op het slagveld moet beëindigen dan zullen eerst onze levens genomen moeten worden. Wat stellen onze levens nu helemaal voor! Wij zullen ons leven geven samen met u, Profeet. Wij zijn niet bang voor deze vijand´. En vervolgens gooide de Profeet het zwaard weg dat hij in zijn hand hield en boog voorover en nam een paar kiezelstenen van de grond en gooide die naar de vijand. En het leger begon mijlen achtereen te rennen. Zij wisten niet wat er zich achter hen bevond. Het waren slechts een paar kiezelstenen; maar wat zij zagen waren grote projectielen en zij begonnen te rennen.

Dat wordt macht genoemd; dat is de macht van de mens. Het is niet zo dat de mens alleen macht heeft over objecten, maar de mens heeft ook macht over wezens. De meester van het circus gebruikt slechts een klein beetje macht om de olifanten te laten werken en de tijgers en de leeuwen voor hem te laten dansen. Wanneer zijn macht groter is hoeft hij alleen maar naar hen te kijken om hen te laten werken zoals hij dat van hen wil.

Wanneer men in het verhaal van Daniel vertelt dat hij de leeuwenkuil in ging en de leeuwen tam aan zijn voeten liet liggen dan is dat opnieuw de spirituele macht. Dit toont aan wat voor macht de mens heeft; wanneer hij die macht niet kent, zich er niet bewust van is en niet probeert die te ontwikkelen sluit hij zich tegelijkertijd uit van dat grote privilege en die grote zegen die God heeft gegeven; en met zijn beperkte machten werkt hij in de wereld voor geld. Uiteindelijk blijft er geen geld bij hem achter noch heeft hij ooit enige macht gekend. Macht hangt grotendeels af van het bewustzijn en de houding van de mind. Een schuldig geweten kan leeuwen in hazen veranderen. Zij verliezen hun macht als zij zich eenmaal schuldig voelen; en zo is het ook met de mens. Wanneer iemand wordt beïndrukt door wat anderen denken, als die impressie er een is van teleurstelling of smart of schaamte dan wordt zijn macht verminderd; maar wanneer hij wordt geïnspireerd door een gedachte, een gevoel, een handeling die hij uitvoert dan is hij machtig.

Het is de macht van de waarheid die je sterker maakt. Los van degenen die de waarheid kennen zullen zelfs degenen die de waarheid niet kennen wat macht hebben, de macht van oprechtheid hebben als ze op een juiste wijze denken. Erg weinig mensen beseffen welk een macht oprechtheid met zich meedraagt. Een vals iemand, hoe sterk hij fysiek ook is of hoe groot zijn wilskracht ook is, wordt neergedrukt door zijn valsheid; ze staat hem nooit toe om te stijgen. Zij vreet in hem omdat zij roest is. Degenen die grootse dingen in het leven hebben verricht, in welke levensstijl dan ook, hebben dat verricht door de macht van de waarheid, de macht van oprechtheid, van eerlijkheid, van overtuiging; wanneer die ontbreekt, ontbreekt macht. Wat de macht van iemand wegneemt is twijfel. Zodra iemand denkt: is het zo of niet? Zal het zo zijn of niet? Is het juist of niet? dan is hij machteloos. En dit is zo besmettelijk dat elke mind het krijgt. Je kunt naar een twijfelend iemand gaan wanneer je een groot enthousiasme en een grote hoop hebt; en hij kan jou zo beïndrukken met duisternis dat je uiteindelijk in hetzelfde bootje zit. Twijfel neemt moed, hoop en optimisme weg.

Er zijn drie graden van geëvolueerde menselijke wezens. In het Sanskriet heten ze Atma, Mahatma en Paramatma; met andere woorden: een heilige persoon, een goddelijke ziel en een almachtige ziel. In het geval van de eerste kan een verlichte ziel vijf verschillende machten laten zien. Deze machten zijn magnetische machten. Het eerste aspect is het weer op krachten doen komen van het fysieke lichaam. Het volgende is de intelligentie te verbreden. Het derde is het verdiepen van het liefdeselement in het hart. Het vierde is het vergeestelijken en het verdiepen van het inzicht; en het vijfde aspect is het een-worden met God. Met het vijfde aspect laat de verlichte ziel de grootste macht zien.

De macht kan ook in twee delen worden verdeeld: de ene is de macht van het inzicht, de ander de macht van de wil. De macht van het inzicht construeert niets, maakt niets. Hij ziet alleen; het is een passieve macht. Degene die de macht van het inzicht heeft kan in de menselijke natuur kijken. Hij heeft een inzicht in het hart van een ander, in de ziel van een andere persoon, in zijn leven, zijn aangelegenheden, in zijn verleden, heden en toekomst. Wat inspireert hem op deze manier? Wat ziet hij? Hij lijkt de taal van de natuur, de taal van het leven te kennen. Hij lijkt de vorm, het kenmerk, de beweging, de atmosfeer, de gedachten en het gevoel te lezen. Omdat alles bepaalde vibraties heeft, een bepaalde neiging. Derhalve is inzicht hebben de taal van het leven kennen. En zo iemand kan tot een zodanige hoogte iets zien dat de ander dat niet zo veel over zichzelf weet als degene die ziet. Want iedereen is verblind door zijn eigen aangelegenheden; wanneer het hem verteld wordt kan hij het weten, maar als je het hem niet vertelt weet hij het niet. Het lijkt alsof de kennis van zijn eigen wezen binnen in hemzelf wordt begraven.

Waar komt deze wetenschap vandaan? Ook uit de kennis van het inzicht, tenminste in het begin. Andere dingen overtreffen deze; maar deze wetenschap die met intuïtie begint is inzicht. De grote uitvinders van de wereld hebben inzicht in dingen. Zij hoeven er niet van overtuigd te zijn, maar ze hebben die evengoed. Zij dringen door het object en zijn bedoeling heen en zij gebruiken het voor zijn bedoeling. Op die manier maken zij gebruik van het inzicht voor wetenschappelijke uitvindingen. Als ze dat zouden weten dan zouden ze duizend keer beter gebruik kunnen maken van hetzelfde inzicht.

De Mahatma´s zijn anders. Zij hebben niet alleen magnetische macht maar ook goddelijk instinct, goddelijke inspiratie. Er worden verhalen verteld over de constructieve macht van Mahatma´s; een ervan is erg interessant omdat het laat zien wat deze macht kan bereiken.

Op een dag werd een prins zijn land uit gestuurd, omdat zijn vader het niet eens was met zijn gedrag. Hij ging weg en ging lange tijd in het woud wonen in training bij een guru, een leraar en ontwikkelde zich op spirituele wijze. En toen de tijd was aangebroken dat hem een initiatie in een hogere macht gegeven zou worden, vroeg de guru: ´Mijn chela, heb je verwanten?´ Hij antwoordde: ´Ja, mijn vader en moeder´. De leraar zei: ´Je dient eerst naar hen toe te gaan en hen te vragen of je de initiatie mag aannemen; omdat je, wanneer je eenmaal de initiatie hebt aangenomen, je het leven van eenzaamheid dient te gaan leiden´. De leraar vond dat het beter was dat hij eerst terugging naar zijn volk en alle mogelijkheden tot een werelds leven zou zien. Vervolgens, als hij niet zo´n leven wilde, kon hij terugkomen. En de chela had zich tegen die tijd zo ontwikkeld dat hij geen behoefte had om naar zijn ouders te gaan in dat koninkrijk en hen weer te zien. Maar hij ging omdat de guru hem dat had gezegd. Toen hij zijn koninkrijk bereikte, ging hij naar de tuin waar hij eerder had geleefd en die jarenlang was verwaarloosd. Er was niets meer over in de tuin. Hij ging ernaartoe en ging zitten en vond het heel erg jammer dat zijn tuin zo verwaarloosd was. Hij deed water in zijn grote aarden kruik en sprenkelde het op de beide zijden; en de tuin begon op te bloeien.

En zo werd het door het hele koninkrijk bekend dat er een wijze man was gearriveerd; dat de plek waar hij een paar dagen was geweest was gaan opbloeien. Het verhaal gaat verder met te vertellen dat de koning hoorde dat zijn zoon daar was; dat hij kwam en wilde dat hij het koninkrijk overnam, dat hij voor het land werkte. Maar hij weigerde dat en ging weg.

Dit verhaal geeft een voorbeeld van de constructieve macht van de wijze man, het laat zien hoe constructief de ziel van de Mahatma is. Het is niet waar dat Mahatma´s alleen maar in de grotten van de Himalaya´s gevonden kunnen worden en dat je hen niet kunt zien temidden van de wereld. Zij kunnen overal gevonden worden; zij kunnen gevonden worden in een paleis, temidden van rijkdom, comfort en in verafgelegen plekken. Zij kunnen zich in elke situatie bevinden. Maar wat er van Mahatma´s uitgaat is een continue zich verspreidende invloed van constructie. Zij zijn een bescherming tegen ziekten en plagen, oorlogen en rampen. Hun constructieve macht is werkzaam en helpt mensen om op te bloeien. Tegenwoordig is men bereid te geloven dat een minister-president of een groots staatsman zo´n hulp kan zijn, dat hij het land kan doen opstaan, de financiën van een land op orde kan brengen of het land tegen andere landen kan beschermen; maar een verborgen ziel die niet bekend is kan een nog grotere invloed hebben op het gehele land. Het is bekend en gezien door miljoenen mensen in het Oosten op verschillende tijdstippen waarin goddelijke zielen hebben geleefd, dat hun invloed zich verspreidde door het gehele land heen en het optilde.

Het derde aspect van heilige mannen is Paramatma, de almachtige. Hij is nog grootser; hij is niet langer een persoon, hij is God-bewust. Wij allen zijn dat waarvan wij ons bewust zijn. Iemand in de gevangenis is zich bewust van de gevangenis. Iemand die veel geld op de bank heeft staan en zich er niet bewust van is, is arm ondanks zijn weelde. Wij hebben slechts dat waar we ons bewust van zijn. Derhalve hangt onze kleinheid of onze grootheid af van ons bewustzijn. Zelfs een verlichte ziel worden is slechts een verschil van bewustzijn. Het gaat er niet om hoeveel goeds iemand gedaan heeft. Er zijn veel goede mensen, maar zij weten niet altijd wat zij zelf zijn.

Bovendien zijn er mensen die overtuigd zijn van God en zijn er anderen die van God houden; en er zijn nog anderen die in God verloren zijn. Degenen die van God overtuigd zijn leven op aarde en God bevindt zich voor hen in de hemel. Degenen die van God houden, voor hen bevindt God zich voor hen; zij staan van aangezicht tot aangezicht tegenover hun Heer. En degenen die in God verloren zijn hebben hun ware zelf verwerkelijkt. Zij zijn zelf God. Ik ken een God-bewuste ziel die eens aan het wandelen was in de stad Barodo waar het een regel was dat niemand na 10 uur ´s avonds de straat op ging. En deze wijze man was aan het rondlopen zich niet bewust van de tijd. Een politieagent vroeg hem: ´Waar gaat u naar toe?´ Maar hij hoorde het niet. Misschien was hij ver weg van de plaats waar hij aan het rondlopen was. Maar toen hij de politieagent hoorde zeggen: ´Bent u een dief?´, glimlachte hij en zei: ´Ja´. De politieagent nam hem mee naar het politiebureau en liet hem daar de hele nacht zitten. ´s Morgens kwam de officier en vroeg: ´Waar is het verslag?´ Deze politieagent zei: ´Ik heb een dief gevangen. Ik vond hem op straat´. Toen de officier naar deze man ging, wist hij dat hij een grote ziel was en dat de mensen hem zeer respecteerden. Hij bood zijn verontschuldigingen aan. ´Maar´, vroeg hij, ´waarom zei u dat u een dief was toen de politieagent u die vraag stelde?´ Het antwoord was: ´Wat ben ik niet? Ik ben alles´.

We proberen spiritueel te worden, ons bewustzijn te wekken. Maar als het aankomt op een belediging dan houden we daar niet van. Zolang iedereen ons vleit willen we die dingen graag aan onszelf toeschrijven. Maar zodra het aankomt op een belediging dan houden we daar niet van; dan zeggen we: ´Dat ben ik niet´. De Paramatma, de hoge ziel, is verenigd met God, hij is God-bewust, al-bewust. Iedereen is zijn eigen zelf. Of hij nu een goede of een slechte persoon is, of hij niet wel of niet gelijk heeft, hij is zijn eigen zelf; hij kijkt naar die persoon als naar zijn eigen zelf. Zelfs als hem de naam van een dief wordt gegeven, zou hij kunnen zeggen: ´Ja. Alle namen zijn mijn namen´.

Samenvattend, spiritualiteit is niet een bepaalde kennis, spiritualiteit is de uitbreiding van het bewustzijn. Hoe breder het bewustzijn zich uitbreidt hoe groter je spirituele visie is. En wanneer het bewustzijn zich eenmaal zo ver uitbreidt dat het het gehele universum omarmt, dan is dat hetgeen wat goddelijke perfectie wordt genoemd.