De houding

Vaak is het de houding van de mind die het juiste en het verkeerde vormt; tegelijkertijd is het de houding van de mind die vrienden naar iemand toe trekt of iemand een afwerende invloed geeft; het is ook de houding van de mind die vreugde of verdriet brengt. Het is waar dat er de invloed van tijd is; er is een bepaalde tijd in ons leven die een invloed heeft op goed of slecht, voor stijging of daling, voor geluk of verdriet; toch is het onze houding die dat ofwel beheerst ofwel er door wordt beheerst. Als onze houding erdoor wordt beheerst dan overmeestert de situatie ons op dat moment; maar als onze houding onder controle is dan is er een kans de situatie te overmeesteren.

Meestal komt onze mislukking, ons verdriet en onze onenigheden met vrienden voort uit een verkeerde houding. Wanneer iemand een onderneming start en twijfelt of hij wel succes zal hebben, twijfelt of zijn zakenpartners hem zullen helpen, dan zal zijn houding in die situatie alles creëeren wat hij zich voorstelt. Zijn zakenpartners zullen verkeerd handelen en misschien naar hem toe onrechtvaardig handelen en de situatie zal de houding volgen; want de houding is de stroom die de situatie kneedt. Daarom moet een zaak of taak hoe veelbelovend die ook is fout gaan als onze houding verkeerd is; dat kan niet goed gaan. Het is een verborgen invloed en toch een zeer machtige invloed die ten grondslag ligt aan alle levensomstandigheden.

Het is hetzelfde met onze houding jegens onze vrienden. Of we nu voelen dat onze vriend vriendelijk, betrouwbaar en constant zal blijken te zijn of dat we nu denken: ´Ik twijfel eraan dat ik deze vriendschap kan vasthouden; ik voel dat deze vriend me op een dag zal bedriegen; ik denk dat hij me op een dag zal teleurstellen´, in allebei de gevallen zijn we die gedachte in de vriend aan het creëren, zijn we hem aan het inspireren; en de vriend zal zonder het te weten er navenant naar handelen. In elke onderneming of in alles wat we willen volbrengen is de juiste houding het meest gewild.

Als iemand denkt: ´Alles wat ik aanraak en alles wat ik doe en overal waar ik kijk, het is allemaal verkeerd´, dan is dat zeker verkeerd, daar bestaat geen twijfel over; maar het is zijn houding die verkeerd is en daarom is alles wat hij maar doet verkeerd. Het is net als een rode lantaarn nemen en het licht ervan overal op werpen: elk object zal in dat licht rood lijken en iemand zal zelf bang worden en overal gevaar zien. Je hebt echter het gevaar in eigen hand; het is de rode lantaarn.

Soms schiet iemand uit nederigheid in een verkeerde houding. Door zichzelf te corrigeren kun je erbij uit komen dat je te veel corrigeert en dan noem je jezelf verkeerd. Met elke beweging die zo iemand dan maakt denkt hij dat hij iets verkeerds of iets gevaarlijks heeft gedaan en dat kan ook in een groot gevaar resulteren. Vaak maken mensen geen vooruitgang in hun leven vanwege hun houding ten opzichte van het leven. Zij zijn hun eigen vijanden en zij zijn zelf de hinderpaal voor hun vooruitgang. Zij kunnen denken dat het een of het ander de reden is: gebrek aan geld, onvriendelijkheid van vrienden, gebrek aan kennissen, duizend dingen. Ze kunnen zeggen dat de planeten tegen hen zijn; maar wat er het meest tegen hen is zijn zijzelf. Zij kunnen niet vooruit gaan. Wanneer je eenmaal de houding hebt geanalyseerd en begrepen en jezelf zo onder controle hebt dat je in staat bent iedere houding die je maar wil aan kan nemen dan begint de latente invloed in de mens zich vanzelf te manifesteren.

Er zijn drie gaven van God die aan sommigen in deze wereld zijn gegeven en deze gaven zijn groter dan juwelen, sieraden, weelde of iets anders in de wereld en ze zijn niet te koop. Je kunt ermee geboren zijn en het toch niet weten. Eén gave is de invloed om vooruit te gaan, een andere gave is de invloed om voor zich te winnen en de derde gave is de invloed om moeilijke situaties gemakkelijk te maken.

Niets in de wereld kan een ziel tegenhouden die de gave heeft van vooruitgang, met andere woorden van het floreren of van het bloeien. Er is een verhaal over een arme man wiens werk het was lege flessen in Bombay te verkopen. Hij kwam bij een winkelier en vroeg een bepaald salaris om dit werk voor hem te doen en vanaf de dag dat de winkelier hem in dienst nam ging het hem geleidelijk aan steeds meer voor de wind. Dus op een dag dacht hij: ´Ik heb twintig jaar in deze winkel gewerkt en pas sinds deze jongeman bij mij in dienst is gaat het me voor de wind´. Hij vertelde dit niet tegen de jonge man, maar de volgende dag maakte hij hem tot partner in zijn zaak; en vanaf die tijd begon hij honderd keer meer te floreren. Na zes maanden floreerde hij op elke mogelijke wijze en ging het hem voor de wind en daar hij kinderen had gaf hij ten slotte zijn zaak aan deze jonge man die na verloop van tijd de rijkste man van het hele land werd.

Dit is niet een spirituele invloed en toch is het de invloed van de spirit, daar bestaat geen enkele twijfel over. Het kan niet een materialistische invloed zijn omdat invloed nooit materialistisch is. Een invloed die van binnenuit werkzaam is en in de richting van volmaaktheid, in welke vorm dan ook, werkzaam is, is een prachtige invloed. Of mensen zoals de man in de winkel in hun eentje handelen of dat ze met iemand anders handelen, in alles wat ze doen zit vooruitgang. Daar kun je niets aan doen; alles wat ze aanraken floreert.

Het effect van de volgende invloed is dat iemand nooit zonder vrienden zal zijn. Als hij de hele mensheid achter zich zou laten en onder de leeuwen, tijgers, beren en rinocerossen zou gaan wonen dan zouden zij zijn vrienden zijn. Laat hem zich onder de hoog-opgeleiden, de ongeletterden, de wijzen of de dwazen begeven, overal waar deze persoon naar toe gaat zal hij vrienden aan zich binden. Hij zal nooit alleen zijn of dat nu in rijkdom, armoede, in gezondheid of in ziekte zal zijn; hij zal altijd overal vandaan vrienden aan zich binden. Deze persoon wordt geboren met die gave. Andere mensen kunnen wellicht drie, vier, vijf of zes relaties of vrienden hebben, maar wanneer iemand deze invloed bezit is iedereen zijn vriend.

Niet alleen menselijke wezens maar zelfs ook dieren zoals katten, honden, wolven of vossen zullen allemaal naar hem toe komen. Heel vaak hebben derwisjen, die geen cent bezitten en die overal rondzwerven, die invloed. En als ze ergens zitten, in de woestijn, in een woud of ergens op het platteland dan worden mensen tot hen aangetrokken. Nadat zo iemand zes maanden, een of twee jaar weg is geweest herkennen in eerste instantie alleen de dieren van het land hem, herkennen alleen de vogels hem; vervolgens echter komt er de tijd waarop menselijke wezens beginnen te komen, waarop ook zij worden aangetrokken.

Soms zeggen mensen dat een bepaalde plaats een aantrekkingskracht heeft vanwege de prachtige natuur ervan, de schitterende bergen, rivieren, stranden, wouden; de mens heeft echter een grotere invloed dan al deze plaatsen. De Profeet Mohammed werd in Mekka geboren, een niet zo bijzondere plaats in de Hejaz. Er was geen handel, er waren geen goudmijnen, er was geen steenkool en geen olie; zelfs de natuur was niet mooi, er was niets te halen in dat land, geen kunst, geen wetenschap, geen literatuur; er was niets. Er was slechts een ziel die interessant was – een ziel die een magneet was en mensen uit de hele wereld naar zich toe trok. En nadat de Profeet was gestorven trok de tombe van de Profeet aan. Die trok miljoenen mensen aan. Tijdens zijn leven werden er duizenden en na zijn dood miljoenen aangetrokken tot deze plaats die niet zo bijzonder was.

Dan is er de derde invloed en via deze invloed wordt een situatie hoe moeilijk die ook is gemakkelijk wanneer een bepaald iemand die hanteert. Er kan bijvoorbeeld een staking gaande zijn van duizenden mijnwerkers en arbeidslieden en nadat iedereen zonder succes heeft geprobeerd om vrede te stichten komt er iemand langs die wat van die invloed heeft die hem door God is geschonken; het is geen intellect, kennis of psychologie maar met deze invloed begeeft hij zich onder hen en maakt alles in orde.

Ook al zou je deze invloed willen ontwikkelen, dat gaat niet; het is de gave van God. Iemand die die gave heeft wordt ´de man van de dag´ genoemd. Zo iemand kan in de politiek zijn of in de handel of het zakenleven, het doet er niet toe in welke vorm van activiteit; de invloed is er. Toch kan een van deze drie gaven iemand toebehoren, maar als zijn houding niet juist is is het net als een lantaarn die zwakjes brandt. Die zou veel beter kunnen branden als de houding juist zou zijn.

Er zijn veel voorbeelden van mensen die met deze invloed worden geboren; de gave is er en iedereen kan die zien en toch gebruiken ze die nooit, weten ze niet dat ze die bezitten. De reden kan zijn dat hun houding niet juist is; iemand kan de grootste gelegenheden bezitten om vooruit te gaan in het leven en om te floreren en toch kan hij ondanks dit alles en ondanks dat hij alle macht heeft om alles gemakkelijk voor zich te maken, falen vanwege zijn verkeerde houding.

Je zou je af kunnen vragen wat bedoeld wordt met de juiste houding en hoe die te verwerven is. Je kunt de juiste houding hebben door juist te denken en door je mind gefocust te houden op wat rechtvaardig en waar is. Het verkeerde trekt altijd het verkeerde aan en het juiste trekt altijd het juiste aan. Wat is juist en wat is verkeerd? Wat jij juist vindt is op dat moment juist voor jou; en wat jij verkeerd vindt is op dat moment verkeerd voor jou. Dat betekent niet dat wat een ander zegt dat verkeerd is voor jou verkeerd is of dat wat een ander zegt dat juist is voor jou juist is; de ware basis is wat jij op dat moment zelf denkt. Denk geen moment dat degene die verkeerd doen geloven dat het juist is. Dat is niet waar; dat geloven ze niet. Zij weten dat het verkeerd is en doen het toch, uit zwakte, uit gebrek aan macht of uit gebrek aan onderscheidingsvermogen. Zij zijn niet helder in hun mind. Er zijn er niet veel die iets verkeerds doen en denken dat dat juist is. Maar degene die vandaag denkt dat het juist is kan morgen denken dat het verkeerd is. Goed dan, morgen zal het verkeerd zijn hoewel het vandaag juist is.

Alles wat je zegt, doet en denkt komt voort uit een impuls; het ene uiteinde ervan bevindt zich in je eigen mind en het andere uiteinde bevindt zich in de mind van God. Daarom bevindt zich een uiteinde van elke impuls zich in het hart van God, wat mensen er ook van vinden, of ze het nu juist of verkeerd vinden. Het is de vonk die zich eerst in het hart van God manifesteert; vervolgens manifesteert die zich naar buiten toe.

Je zou kunnen zeggen: ´God kan een mens niet verkeerd gidsen, omdat God rechtvaardig, goed en volmaakt is´. De rechtvaardigheid, goedheid en volmaaktheid van God kan niet vergeleken worden met wat wij als rechtvaardig, goed en juist beschouwen. Het kan zijn dat de rechtvaardigheid van God en wat door God als juist en volmaakt wordt beschouwd door de mens onvolmaakt en onrechtvaardig gevonden wordt, want de horizon van zijn visie is erg nauw. Hij kan zich niet voorstellen wat God bedoelt met elke handeling die plaatsvindt. In de Koran wordt gezegd dat er geen enkel atoom is dat zonder bevel van God beweegt.

Vanuit ons gezichtspunt is alles verkeerd of juist, volmaakt of onvolmaakt. Ons gezichtspunt is echter een bekrompen, klein en beperkt gezichtspunt; we zien en horen in overeenstemming met onze ogen en oren; onze oren kunnen niet meer horen dan ze kunnen horen, onze ogen kunnen niet meer zien dan ze kunnen zien. Als wij vanuit onze beperkte gezichtspunt het juiste en het verkeerde van God beoordelen dan is dat heel jammer. Aan de andere kant kunnen we niet zeggen dat we alles zouden moeten laten gebeuren zoals het gebeurt omdat alles gebeurt volgens het juiste gezichtspunt van God; als individuen hebben we een bepaalde verantwoordelijkheid, jegens onszelf en jegens anderen. En omdat ons het idee van rechtvaardigheid en van wat juist is is gegeven, zijn we er verantwoordelijk voor om in overeenstemming met dat idee te handelen. Het kan zijn dat er morgen een groter licht aan ons wordt gegeven zodat we zelfs nog beter kunnen handelen; en op deze manier, door elke dag op een zodanige wijze te handelen, zullen we bewijzen een beter instrument te zijn voor het werk van God.