De hemel en de hel

Het idee van de hemel en de hel bestaat in de een of andere vorm in alle religies. Dit verschaft de religies een stevige grip op de massa´s door hen volledig onder hun bewind te houden, hen bewegend om goed te doen en weg te blijven van kwaad. Zonder dit zou het bijna onmogelijk zijn want de mens is altijd geneigd tot kwaad en er staan hem grote moeilijkheden in de weg als hij probeert goed te doen, daar de kwaadaardigen het koninkrijk van de aarde lijken te bezitten terwijl de rechtschapenen acht slaan op de genade van God. Als zo´n belofte niet zou worden gegeven, dan zou geen andere beloning, hoe groot ook, ooit de mensheid in de religie van het geloof hebben verenigd.

De beloning die God schenkt is totaal anders dan wat voor aardse gemakken en rijkdom dan ook, maar in vroeger tijden en zelfs bij de meeste volkeren nu, kon die alleen uitgedrukt worden in de vorm van aardse beloningen. Dat is de reden waarom de Apostelen het vermogen kregen om om iedereen in zijn eigen taal te spreken.

De vroege geschriften werden gegeven in een tijd waarin de evolutie van de wereld zodanig was dat de mensen gretig waren naar elk materiële gemak dat er maar beschikbaar was. Als het in deze tijd zou zijn geweest dan zou er iets anders zijn beloofd. Er werd hun verteld: ´Als je wilt wegblijven van zonde dan zul je temidden van lota-bomen en bananenbomen vol met fruit verblijven, hun schaduw zal zich over je heen spreiden, er zal water stromen en er zullen sofa´s neergezet worden. Daaronder zullen eeuwig-stralende jongeren wandelen en heldere van geest van grote ogen als verborgen parels. Daar zal voor jou een nieuwe schepping worden geschapen en dienstmaagden jong en prachtig, met gouden bekers en kannen en een beker van stromende wijn. De wenkbrauwen zullen niet fronsen en de zintuigen zullen niet falen. En fruit dat jij het liefste hebt en vlees van vogels, wat je ook maar wenst. Ge zult daarin geen ijdele praat of zonde horen, slechts de schreeuw: “Vrede, vrede!”´.

Als een kind verteld wordt ´als je dit doet, krijg je snoep´, dan zal hij het doen, hoe groot het offer ook is, want hij denkt: ´ik zal snoep krijgen´. De woorden in de geschriften over de beloning van goede daden in de hemel werden uitgesproken op een manier die geschikt was voor de evolutie van die tijd. De beloften werden gemaakt zoals een ouder iemand een kind een belofte doet en zegt: ´Pak niet de appel van iemand anders; ik zal je een andere appel geven, nog zoeter dan dit. Pak een ander kind niet de pop af; ik zal je een andere pop geven, nog beter dan deze´.

Dit is de enige manier om onontwikkelde mensen af te houden van ongewenste handelingen.

De mensheid werd op dezelfde manier gedreigd met straf, zoals verbrand worden door een verzengend vuur, moeten drinken uit een hevig kokende fontein, alleen maar doornen en distels mogen eten, net zoals een moeder die tegen haar kind zegt: ´Je zult een pak slaag krijgen als je zo doet´.

De Profeet zei ooit: ´De hel is voor de kwaadaardigen en de hemel wordt nagestreefd door de gekken´.

Elke religie heeft de hemel en de hel afgebeeld naar vertrouwde voorvallen op aarde, in welk deel van de wereld dat ook moge zijn.

De hemel van de Hindoe´s is een operagebouw. De Upsaras en Gandharvas, de zangers en de dansers, bevinden zich erin en in hun hel bevinden zich slangen en schorpioenen, vuiligheid en wormen.

In de christelijke hemel worden de gezegenden engelen gekleed in het wit, met witte vleugels. Zij houden gouden harpen vast. Zij bevinden zich in de blauwe lucht, gezeten op witte wolken, de lof van God zingend en hun vreugde ligt in het kennen van God en in de eenheidservaring met God van de gezegenden. De christelijke hel is een fel brandende, hete oven met plassen van zwavel en brandende sulfer, waar de worm niet sterft en het vuur niet gedoofd wordt. De duivels stoken de veroordeelden op met de roodhete priemen van hun hooivorken. Zij zijn versmacht van de dorst en zij verblijven daar voor eeuwig of totdat zij de schuld van hun zonden tot op de laatste cent hebben betaald.

In de islamitische hemel zullen er Huris en Malaks zijn, de hemelse dienaren, van wie de gezichten lichtgevend en stralend zullen zijn met hemelse schoonheid en onvergelijkbaar mooier dan de knappe mensen van de aarde, die de inwoners van Jannat bedienen. Melk en honing stromen er rijkelijk en juwelen en sieraden rollen er onder de voeten. Verfrissende dranken, de verkwikkende bries en al het fruit en het heerlijke voedsel zullen altijd ter beschikking zijn en fonteinen van Kouthar, de goddelijke wijn, zal stromen. Iedereen die Jannat binnengaat, of hij nu een kind is of bejaard, zal daar jong zijn. Er zal het gezelschap van de heiligen zijn, en de goddelijke atmosfeer zal door alles heen gevoeld worden. Van de hel in de moslim-traditie zegt men dat het als een razend vuur is, onvergelijkbaar heter dan welk vuur op aarde dan ook. Er zal het gezelschap zijn van degenen die huilen en gillen, met vlammen in hun mond schreeuwend om water. Melancholie, ellendig, hulpeloos en krachteloos zullen de omgevingen zijn en duisternis, verwarring, vrees en onwetendheid zullen overal gevoeld worden, terwijl een duivelse atmosfeer alles zal bedelven.

Je zou je af kunnen vragen waarom de verschillende religies verschillende verslaggevingen van de hemel en de hel hebben gegeven. De profeten echter spraken nooit over wat waar was, zodat we als we het filosofische gezichtspunt innemen zien dat de betekenis is dat we zullen hebben wat we ook maar hebben geïdealiseerd.

De Hindoes hadden muziek geïdealiseerd, zingend, spelend en dansend; derhalve was dit hun hemel.

In het christendom, werd de heilige plaats voorgesteld als zijnde er een waar er engelen zijn, zonder sekse, zingend tot God in de hemelen boven de wolken, omdat er in het christendom vanaf de oprichting ervan het onderscheid van de seksen werd vermeden.

In Arabië, in het hete zand, verlangt iemand altijd naar een verfrissende drank en het klimaat maakt de mensen emotioneel en geeft hen de wens om de jeugd en de schoonheid te aanbidden.

De hel is in bijna alle religies op zowat dezelfde manier beschreven als de plaats van kwelling, waar alle bronnen van marteling gevonden moeten worden.

De afbeelding van de hemel of de hel had zijn oorsprong in de eenvoudigste openbaring zoals die tot de mind van de Profeet kwam: een grote angst bij het idee van zonde en een gevoel van vreugde en schoonheid in het zicht van deugd. Zij drukt zich eerst zelf uit in artistieke verbeelding voordat zij naar de lippen komt. De gedachte aan vrees brengt meteen beelden van vuur, met name in de woestijnen en het hete zand van Arabië, waar water van alle schepsels de ene zegening is en vuur altijd het hoofdelement van destructie. Wanneer de gedachte aan vreugde en schoonheid komt, dan beeldt die meteen de schoonheid van de andere sekse uit, die de ziel vanaf de eerste dag van de schepping heeft betoverd en dat voor altijd zal blijven doen. Vervolgens stonden alle verrukkingen die aantrekkingskracht hebben op de zintuigen en alle uitzichten die je verlangt te zien, voor de artistieke kijk van de Profeet en werden uitgedrukt in de taal die zijn luisteraars konden waarderen. Terwijl de Soefi doordringt tot de bron van dit idee, gaat de eenvoudige gelovige helemaal op in de woorden.

Alles wat de overleveringen zeggen wordt door de gelovige letterlijk opgevat, maar de Soefi neemt ze op een andere manier waar. Voor hem zijn de Huris de hemelse expressies van schoonheid die verschijnt voor het oog, dat op aarde open was, de goddelijke immanentie op aarde bewonderend. ´God is mooi en Hij houdt van schoonheid´, zoals er gezegd wordt in de Hadith. De gehele schepping werd gemaakt zodat de schoonheid binnenin de Schepper zich in Zijn schepping zou kunnen manifesteren, zodat men er getuige van zou kunnen zijn. Dezelfde neiging is door het hele circuit heen werkzaam. De ogen van God zien de hemelse schoonheid via de goddelijken op hun weg naar het eeuwige doel. ´Geen ziel weet wat er voor hen is gereserveerd, welke vreugde hun ogen zullen verkwikken als een beloning voor hetgeeen zij hebben gedaan´, zegt de Koran.

Honing is de essentie van alle bloemen. De essentie van het gehele zijn is wijsheid. Wijsheid is de honing die in de hemel te vinden is. Melk is de zuivere en essentiële substantie die is voorbereid in de borst van de moeder. De essentiële substantie van ons wezen is de spirit, die zuiver als melk is en door spiritualiteit drinken we die melk waarmee onze ziel wordt gevoed. Er staat in de Bijbel: ´De mens leeft niet op brood alleen, maar op elk woord dat voortvloeit uit de mond van God´. De aardse schatten zoals sieraden en juwelen, waarvan de goddelijken op aarde afstand hebben genomen in hun leven, rollen als kiezels, waardeloos, onder hun voeten.

Voor de ziener wordt aardse weelde, die de mens zijn hele leven najaagt, op het eind als kiezels die onder zijn voeten rollen. Kouthar, wijn, betekent de bedwelmende invloed van spirituele extase, die in het hart als liefde is verborgen. Dit zuivert de mind van alle impressies die erop zijn gemaakt gedurende het leven op aarde, en bereidt zo de ziel voor op het een-zijn met God.

Er is voor iedereen een andere hemel en hel, in overeenstemming met de trap van zijn evolutie. Wat de hemel is voor de een kan de hel voor de ander zijn. Een arme man zal het de hemel vinden om een comfortabel huis te hebben om in te wonen en een rijtuig om in te rijden. Als een koning zou moeten leven in het huis van een rijke koopman, met een of twee rijtuigen, en een paar bedienden om hem te bedienen, dan zou hij dat de hel vinden. Een klik met de tong is pijnlijker voor een paard dan tien zweepslagen op de rug van een ezel. Dit laat zien dat de hel van een paard en van een ezel niet hetzelfde kunnen zijn.

Er wordt een verhaal verteld over een Badishah voor wie vier personen werden geleid, die waren gearresteerd voor dezelfde misdaad. Hij keek naar de eerste en zei: ´Hang hem op´. Hij keek naar de tweede en zei: ´Levenslange opsluiting´. Hij keek naar de derde en zei: ´Verban hem´. Toen zag hij de vierde en zei: ´Schaam je! Hoe durf jij je gezicht aan mij te tonen? Ga weg en kom nooit meer naar mij terug´. Degene die opgehangen moest worden vermoordde nog een paar mensen op weg naar het schavot. De banneling ging weg en begon zijn handel en roven nog voorspoediger in een ander land. De gevangene had schaamteloos veel plezier met vrienden in de gevangenis. Maar degene die werd vrijgesteld van alle straf ging naar huis en doodde zichzelf; voor hem waren de bittere woorden van de Badishah veel erger dan een beker met vergif.

Het is niet zo dat God vanuit Zijn eeuwige toestand ons beloont of ons straft of dat er een dal of een omheind stuk land is dat hemel heet waar het de rechtschapenen is toegestaan om er te verblijven en een ander dal of omheind stuk land dat hel heet waarin de zondaars opgesloten worden. In werkelijkheid ervaren we altijd in ons dagelijkse leven de hemel en de hel. Maar hier ervaren we beide toestanden, de droom en het fysieke leven. Er bestaat altijd de mogelijkheid om te veranderen. Als we nu de hel ervaren, kan dat morgen de hemel zijn. Als onze ervaring vandaag de hemel is dan is er een kans dat het morgen de hel is. Maar wanneer we terugkeren uit deze wereld van variëteit gaan we niet vooruit in ervaring; onze hemel en hel veranderen niet zoveel.

Laten we eerst de hel en de hemel nemen die iedere persoon hier voor zichzelf maakt. Wanneer iemand een daad verricht waar zijn geweten niet blij mee is, dan blijft de impressie bij hem, hem constant kwellend en hem de kwellingen die zijn zelf ervaart voor ogen houdend. We zien in de wereld mensen in hoge posities, in weelderige leefomgevingen, bezeten van weelde en macht, en van wie de slechte daden toch een razend vuur in hen in standhoudt. Soms laat hun leven naar buiten toe zien wat hun toestand naar binnen toe is; soms is dat niet zo en denken mensen dat zij gelukkig zijn, maar zijzelf vinden dat ze zich in de hel bevinden. En toch wordt dat gedeeltelijk voor hun ogen verborgen vanwege de continue variëteit van hun ervaringen. Dit is het vage uitzicht op hun hel, die zij in de toekomst volledig zullen ervaren.

Wanneer iemand een daad verricht die zijn geweten prettig vindt, keurt hij hem zijn goedkeuring. Het zegt: ´Bravo! Goed gedaan!´ Zijn ziel is blij met zijn daden. In wat voor slechte omgeving hij ook geplaatst mag worden, de innerlijke vreugde is toch nog voldoende om hem gelukkig te laten blijven. Wanneer hij door zijn juiste daden zijn geweten heeft bevredigd, wordt de God van binnen behaagd. Hoe slecht zijn wereldse situatie ook moge zijn, hij is binnen in zichzelf gelukkig. De wereld kan hem misschien ongelukkig vinden, maar hij is gelukkiger dan koningen. Dit is zijn hemel en dezelfde ervaring duurt ononderbroken voort op het hogere niveau van bestaan, die de hemel en de hel is.

Iedereen schept zijn eigen hemel en hel. Een discipel vroeg eens aan zijn murshid: ´Ik bid u, Murshid, laat mij de hemel in een visioen zien´. De Murshid zei: ´Ga de kamer hiernaast binnen, kind, ga zitten, sluit je ogen en je zult de hemel zien´. De mureed ging de kamer ernaast binnen en ging zitten mediteren. Hij zag in zijn visioen een groot gebied en niets anders. Er waren geen rivieren van honing en zeëen van melk, noch robijnen bakstenen, noch diamanten daken. Hij ging naar zijn murshid en zei: ´Dank u, Murshid. Nu heb ik de hemel gezien, ik zou de hel willen zien´. De murshid zei: ´Nou goed; doe hetzelfde nog eens´. De discipel ging de kamer ernaast binnen en ging zitten mediteren. En weer zag hij een groot gebied, maar er bevond zich niet in, geen slangen, geen vuur, geen duivels noch wrede dieren, niets. Hij ging naar de murshid en zei: ´Ik zag een gebied, maar weer bevond zich er niets in´. De murshid zei: ´Kind, verwachtte je dat de rivieren van honing en de zeëen van melk zich daar zouden bevinden, of de slangen en het vuur in de hel? Er bevindt zich daar niets; je zult alles van hieruit moeten nemen. Dit is de plaats om alles te verzamelen, ofwel de verrukkingen van de hemel ofwel de vuren van de hel´.

´De hemel is het visioen van vervuld verlangen en de hel is de schaduw van een ziel die in brand staat´, zegt Omar Khayyám.

Ons zelf is in werkelijkheid de hemel als die is gezegend door de goddelijke genade en het is ons zelf dat de hel is als die is vervloekt door de goddelijke toorn. De zeven poorten waarover in de Koran wordt gesproken zijn de zeven openingen van onze zintuigen, via welke poorten wij onze hemel of hel ervaren, en de zeven siertorentjes betekenen de zeven niveau´s van het bestaan van de mens, die elk zijn specifieke hemel en zijn specifieke hel heeft.

Dingen verschijnen aan ons zoals wij ze laten verschijnen. Als we tolerant zijn met onze omgeving en tevreden met wat we ook maar hebben, onvermijdbare ontberingen en ongemakken verdragend en als we kennis over ons wezen verwerven, als we de goddelijke immanentie om ons heen zien en als we binnen in ons de liefde ontwikkelen waarop de gehele wereld wordt geschraagd, dan wordt ons leven een voorbereiding op de hemel en wordt ons hiernamaals de volle expressie ervan. Zo is de toestand van de goddelijken. Zoals er in de Koran staat: ´De vromen gaan daar in vrede en zekerheid naar binnen… Er zal hen daarbinnen geen zorg kwellen, noch zullen zij buitengesloten worden´. Als zij bedekt zijn met lompen, als ze op het stof liggen, dan wordt dat stof de troon van Suleyman en hun tulband van lompen wordt de kroon van Khussrau.

Onze ontevredenheid met wat we in het leven hebben, onze intolerantie over onze leefomgeving en het gebrek aan het verdragen van die omstandigheden die we niet kunnen vermijden, onze zwakte om toe te geven aan onze passies en begeerten, onze onwetendheid over ons ware wezen en onze blindheid voor het visioen van God die manifest is in de natuur, zijn de kwelling van het leven hier en het razende vuur in het hiernamaals.

De hemel is voor de vromen van wie de deugden voor dit doel waren en de hel is voor de kwaadaardigen die zelf het vuur ervan hebben aangewakkerd. De Soefi zegt: ´Ik bevind me voorbij deze twee, gelukkig in de armen van de eeuwige vrede. De vreugde van de hemel kan me niet verleiden noch kan het vuur van de hel me raken, want ik heb de zegen omarmd en heb de vloek gekust en ben boven de vreugden en zorgen van het leven uit gestegen´.

Natuurlijk zal geen ziel voor altijd in de hemel of de hel verblijven. Het is een geleidelijk proces om het restant van het individuele wezen op te lossen in de oceaan van het eeuwige Wezen. Deze toestand wordt Pulserat of vagevuur wordt genoemd.