De Dag des Oordeels

In het Boeddhisme en het Hindoeïsme wordt weinig gezegd over de Dag des Oordeels, omdat zij de doctrine van Karma hebben; in de Koran echter komt die vaak in de verschillende soera´s terug en wordt er grote nadruk op gelegd en in de Bijbel wordt er erg vaak over de Dag des Oordeels gesproken.

Deze Dag des Oordeels, waarover verscheidene religies hebben gesproken, is een groot geheim. Alles wat erover gezegd kan worden is dat er geen moment in de tijd, niet een knipperen van het oog bestaat zonder een oordeel; dat er zich in het bewustzijn van elk individu het vermogen tot oordelen bestaat, dat zichzelf en anderen beoordeelt, en dat dit vermogen in zijn volmaaktheid bestaat in het universele Bewustzijn, dat het gehele universum beoordeelt. Het eerste is de rechtvaardigheid van de mens, het laatste de rechtvaardigheid van God.

In de rechtvaardigheid van de mens wordt partijdigheid en vergissing gevonden, want zijn bewustzijn wordt overschaduwd door zijn zelf; dus wordt het ziende vermogen van het bewustzijn verduisterd. De rechtvaardigheid van God is de juiste rechtvaardigheid, want er valt geen schaduw van partijdigheid op Zijn universele bewustzijn omdat het gehele universum Zijn gebied van visie is en Zijn zicht derhalve scherp is. Net zoals ons rechtvaardigheidsgevoel onze voorkeuren en onze afkeuren bepalen en in ons een zwak of hekel aan iemand schept, zo is het ook met God. Hij berekent de rekening van daden en geeft beloningen en straffen; Hij vergeeft ook in Zijn genade en compassie wie Hij maar wil vergeven, net zoals wij menselijke wezens dat op onze kleine wijze doen. Voor de kortzichtige is de rechtvaardigheid van de mens duidelijk, maar de rechtvaardigheid van God is te vaag om begrepen te kunnen worden; en er zijn veel schijnbare voorbeelden die hem op een dwaalspoor brengen, zoals bijvoorbeeld de rechtschapenen die slecht worden behandeld terwijl de slechten van het leven genieten; degene met het scherpe zicht kan echter een einde zien aan de vreugde van de slechten en aan de slechte behandeling van de rechtschapenen. De ziener ziet de klap die zijn tijd afwacht om op iemand te vallen en de beloning die wordt voorbereid voor de ander. Het is slechts een kwestie van tijd.

Voor een materialistisch iemand lijkt dit absurd. Hij denkt, als ik iemand beroof, als de politie mij vangt dan is dat het oordeel. Als zij me niet vangen, is dat okay; dan kom ik er goed vanaf. Als ik een beurs vol met geld heb en ik de advocaten en pleiters kan betalen, dan is dat okay´. Want hij ziet niets in het hiernamaals; hij ziet alleen maar wat er hier is.

Een eenvoudige gelovige gelooft dat er een Dag des Oordeels is, maar hij weet er nauwelijks iets van af. Het is aan de Soefi om te begrijpen dat er een registratie in het geheugen bestaat van elke handeling, gedachte en werk – het manuscript van de natuur geopend voor je eigen geweten; en als een moordenaar de politie ontvlucht, kan hij niet ontvluchten aan zijn geweten van binnen. Je zou kunnen denken: ´Het is zijn eigen geweten, wat maakt het uit of dat een tijdje ontstemd raakt?´ Er bevindt zich echter het universele Geweten achter, volmaakt juist en almachtig, dat, als hij het land ontvluchtte en zijn heil in het water zocht, hem zelfs door middel van de golven van de zee zou ophangen, als een straf voor zijn misdaad.

Alles wat je doet, al je taken, hebben drie delen: het begin, de handeling en het einde. In het begin is er hoop, in de handeling is er vreugde, op het einde komt echter de verwerkelijking.

Wanneer je ´s morgens wakker wordt ben je fris en bereid om al het werk van de dag te plannen. Iemand werkt de hele dag en ´s avonds ziet hij wat voor resultaat hij uit zijn werk heeft verkregen, hoeveel hij heeft verworven.

Wanneer een kind wordt geboren is het fris en bereid om van alles te genieten. Het is blij met elk klein ding, elk klein speelgoed dat hem wordt gegeven. Hij weet niet waat de wereld is noch wat de zorgen van het leven zijn. Vervolgens dient iemand door alle goede en slechte ervaringen in het leven heen te gaan; en wanneer de ouderdom komt ziet hij de resultaten van zijn handelingen. Tijdens het handelen ziet hij ze niet, omdat handelen verblindend is. Dus als hij voor rijkdom heeft gewerkt, heeft hij rijkdom verkregen; als hij voor faam heeft gewerkt, zal hij die hebben. En als hij liefheeft, ontvangt hij de affectie en sympathie van zijn omgeving. Wanneer hij oud is is dat de periode van zijn oordeel op aarde. Dan ziet hij de beloning van zijn handelen. Als hij iemand heeft vermoord dan is het het oordeel als hij wordt opgehangen. Als hij gestolen heeft, zit hij in de gevangenis en heeft hij berouw. De tijd van handelen is echter eenmalig en na die tijd is het te laat om je fout te herstellen.

Veel dingen die we doen lijkenop dat moment juist, maar achteraf is ons zelf niet tevreden. Het is net als wanneer iemand iets eet wat op dat moment een aangename smaak heeft maar achteraf een slechte adem voortbrengt, zodat de geur van zijn eigen adem zijn hoofd zeer doet. Alles wat maar van hem werd getolereerd toen hij macht, magnetisme en activiteit, samen met energie, manieren, uiterlijke verschijning en schoonheid bezat, zal niemand meer langer tolereren wanneer de macht hem heeft verlaten. Hij is excentriek geworden; zijn kinderen willen hem verlaten, omdat ze zeggen dat de oude papa gek is geworden; zijn vrienden hebben een hekel aan hem, omdat ze zeggen dat hij nergens goed voor is.

Er zijn veel gewoonten en zwakheden van de mind die in de jeugd weinig gevolgen lijken te hebben, zoals jaloezie, hebzucht, nijd, boosheid en passie. Wanneer de jeugd voorbij is en de kracht en het magnetisme ervan dan blijft er alleen maar zwakte over met zijn gapende mond. Zo lang als we bezig zijn in een activiteit, zijn we blind. Onze ogen worden geopend wanneer het resultaat komt.

Een Badishah was eens aan het paardrijden in de jungle. Terwijl hij een brug overging zag hij een totaal dronken man midden op de brug staan. De man riep uit: ´Wilt u dat paard verkopen, O voorbijganger?´ want hij was helemaal dronken en kon de ruiter niet herkennen. De Badishah dacht: ´Hij is dronken´, dus besteedde hij er geen aandacht aan. Na een paar uur gejaagd te hebben in de jungle keerde hij terug en zag hij de man die midden op de brug had gestaan langs de kant van de weg zitten. De Badishah vroeg hem als grap: ´Wil je dit paard kopen?´ De dronkenschap van de man was nu over. Hij was verbaasd toen hij bedacht wat hij tegen de Badishah had gezegd terwijl hij dronken was, maar gelukkig bedacht hij een zeer grappig antwoord. Hij zei: ´De koper van het paard is vertrokken, de verzorger van het paard is achtergebleven´. Dit amuseerde de Badishah, die zijn fout door de vingers zag.

Er is een tijd waarin ons ego alles verlangt wat hem verleidt, maar wanneer die fase van het begin en de handeling voorbij is, blijft er hulpeloosheid over.

Ons leven heeft drie delen, het deel vóór onze geboorte, de tijd van ons leven hier en de tijd na de dood. Wanneer we ons leven hier en in het hiernamaals overdenken dan begrijpen we dat ons leven op aarde onze jeugd is, het hiernamaals de ouderdom, de tijd om de vruchten van onze handelingen te oogsten. En het oordeel komt in de ouderdom, die de tijd na de dood is.

In de kunsten zien we ook dat er deze drie aspecten zijn. In de muziek is er eerst de introductie, vervolgens is er de muziek in zijn volle grandeur, vervolgens de conclusie, die de essentie van alles van eraan vooraf is gegaan weergeeft. In het schilderen ontwerpt de schilder eerst, vervolgens kleurt hij de afbeelding en dan kijkt hij ernaar; als het niet is zoals hij het mooi vindt, veegt hij het weg of verscheurt hij het. Iemand zou kunnen vragen: ´Je hebt het zelf gemaakt, waarom verscheur je het?´ Omdat wanneer hij er naar kijkt hij soms ontdekt dat het waardeloos is; terwijl daarentegen wanneer het beter is de schilder het naar de tentoonstelling wenst te sturen en hij trots zijn relaties en vrienden roept om er naar te kijken. Deze wereld is de beeltenis van de Schepper. De Schepper is een schilder die naar zijn werk kijkt; en Hij verandert het, verbetert het of veegt het weg als dat Hem het beste lijkt.

Waarom wordt de Dag des Oordeels ´dag´ genoemd? Onze dag is wanneer we wakker zijn, onze nacht is wanneer we slapen. Dit is niet de dag en de nacht van de aarde, die beperkt zijn tot twaalf uur elk, maar de dag en nacht van het bewustzijn. Wat de ene dag van de andere scheidt, wat ons laat onderscheiden in de dagen, is de nacht.

Hier bevindt zich ons leven in de duisternis van activiteit, waar de wereld van illusie ons als werkelijk voor de ogen verschijnt en het snelle voorbijgaan van het leven schijnt ons stabiel toe; net als wanneer het vanuit de trein lijkt alsof de bomen aan de kant aan het rennen zijn en de trein stil lijkt te staan. Wanneer het illusionaire leven bewezen heeft niet zo werkelijk te zijn als dat we dat voor een tijdje hebben gedacht dan komt de dag waarop de dingen net zo helder verschijnen als in het daglicht. Voor sommigen gebeurt dit in dit leven, maar voor allen gebeurt dat in het hiernamaals.

Hier hebben we twee toestanden, de wakende toestand en de droom. Daar zal de enige werkelijkheid de droom zijn. Dat zal onze dag zijn, niet gehinderd door de een of andere tussenkomende nacht. Het zal niet veranderen. En deze dag zal eeuwig duren, dat wil zeggen totdat onze individualiteit wordt ondergedompeld in het goddelijke bewustzijn.

We dromen over alle dingen die zich in onze omgeving bevinden en over alle dingen zoals ze van nature lijken te zijn. We dromen over een paard of een olifant, of over onze broer, onze zus, onze moeder, onze vader of onze oom; maar we dromen niet over de niet-bestaande objecten zoals een paard met vleugels of een konijn met de oren van een olifant, omdat deze niet van onze wereld zijn. Datgene waarmee ons bewustzijn wordt beïndrukt, dat is als enige onze wereld. En die wereld komt in het oordeel dat altijd maar voortgaat. De wereld van de echtgenoot zal zijn cottage met zijn gezin zijn, de wereld van de koning zal de leefomgeving van zijn paleis zijn.

Zullen we dan niet in een grote bijeenkomst zijn waar miljoenen en miljarden zielen in welke vorm ze dan ook maar verschijnen, en alle zielen die hebben bestaan op aarde tegelijk worden berecht? Dat zal uiterlijk zo lijken, maar niet in werkelijkheid, want de Dag des Oordeels zal voor ieder individu de gehele wereld binnen in zichzelf reflecteren en zal uniek voor hemzelf zijn; met andere woorden: er zal in elke ziel een wereld tot wederopstandig komen. De bevestigende en ontkennende aspecten van het geweten zullen beide volledig in werking zijn, soms in de vermomming van Munkir en Nakir, de registrerende engelen.

In werkelijkheid zal het als een grammofoonplaat zijn, die alle ervaringen van je leven herhaalt, herinnerd of vergeten, goed en slecht, samen met het bewegende beeld van iedereen die erin betrokken was, daarvoor of daarna dood of nog in leven op aarde. Dit vindt plaats voor je eigen ziel in aanwezigheid van het volmaakt rechtvaardige en machtige Wezen, Dat alles door en door Kent en die alles Afweegt.