Wanneer de gewone ziel eerst het lichaam verlaat is haar conditie er een van verwarring; want voor de dood heeft zij zich gerealiseerd dat ze stervende is, en toch is het in werkelijkheid pas na de dood dat ze leeft. Het is net als een persoon die in leven is en denkt dat hij dood is. Zolang deze conditie er is zal de ziel niet verdergaan; deze staat wordt het vagevuur genoemd. Wanneer de ziel zichzelf heeft verwerkelijkt, wanneer ze zich heeft gerealiseerd dat ze nog steeds in leven is dan worden de wolken van verwarring uit elkaar gedreven en vindt de ziel zichzelf, samen met de atmosfeer die haar toebehoort.
Alle zielen keren terug naar God, sommige met open ogen, sommige blind. Elk moment van dit leven is een kans, waarvan de waarde zo groot is dat alle pijntjes, alle problemen, alle zorgen van het bestaan een te kleine prijs zouden zijn voor zelfs maar één moment van leven. Het is alsof God pijlen aan het gooien is. Sommige bereiken het punt waarop ze zijn gericht, andere schieten tekort, weer andere gaan veel verder dan waar de mens nu is.
Het wezen van God is een volmaakt wezen. De rijkdom die de zielen vanaf de aarde meebrengen, door kennis of door iets anders, zijn voor God geen toevoeging; voor God betekent het slechts dat iets van de hand naar de elleboog is gegaan. Wat maakt dat uit? Het is allemaal hetzelfde. Toch is het beter dat wat in de hand thuishoort bij de hand blijft en niet bij de elleboog. Alles wat op aarde en in de hemel gekend is behoort aan God; het bestaat al en is al in Hem, het volmaakte Wezen.
Geen ziel wordt aangetrokken tot wat we Satan of de duivel noemen. Onze ziel wil niet dat we iets doen wat slecht voor ons is. Onze ziel wil niet dat we onvriendelijk zijn. Elke ziel heeft hogere eigenschappen in zich en is gericht op het licht en op ontwaken. Als dat niet zo is is daar een reden voor. Ofwel heeft de ziel om zich heen vibraties verzameld die niet wenselijk zijn; ofwel is ze niet via het geëigende kanaal van manifestatie gekomen en is ze derhalve zwak; ofwel houdt ze vast aan haar ongewenste gewoonten en ideëen en laat ze die niet los. De gesteldheid van de ziel kan elke plaats in de hemel veranderen. Niet alleen de aarde maar ook de hel zou in de hemel veranderd kunnen worden als de ziel maar de volmaaktheid zou bereiken die haar enige doel is.
Op haar terugreis gaat de ziel door dezelfde niveaus en gesteldheden als waardoor ze op weg naar de manifestatie is gegaan, met alle ervaringen die ze in haar leven op aarde heeft verworven. Wanneer ze aankomt is ze blanco; wanneer ze vertrekt gaat ze weg met de ervaringen die ze heeft verzameld. Zielen houden hun individualiteit na de dood, want individualiteit wordt niet door het fysieke lichaam gemaakt; individualiteit wordt door het fysieke lichaam bedekt. Wanneer de bedekking verdwijnt, blijft de individualiteit nog steeds bestaan.
Alles wat de ziel via de manifestatie heeft geleend geeft ze terug aan de oorsprong ervan. Het is natuurlijk dat het fysieke lichaam aan de aarde verschuldigd is. En wanneer het aan de aarde is terugbetaald is dat net als het kind in de armen van de moeder geven. Het is een zeer natuurlijk proces. De ziel vergaat niet en verslijt niet, maar wat ze om zich heen op aarde heeft verzameld, wat ze zich heeft voorgesteld te zijn, alles wat ze uit het lagere niveau heeft genomen, vergaat en raakt versleten; niet haar ware zelf maar haar valse zelf.
Degene die in dit leven niet tot God-verwerkelijking komt, zal ertoe komen op de weg naar het doel. Het zal daar misschien gemakkelijker zijn, maar het is beter om op aarde je best te doen. Niets wat we werkelijk waarderen kunnen we tot morgen uitstellen. Wat je uitstelt waardeer je niet voldoende.
Zielen die zijn heengegaan zijn op een bepaalde manier dichter bij ons dan de zielen op aarde, maar op een andere manier zijn ze verder weg. Zij zijn op zo´n manier dichterbij dat als ze in contact met ons willen komen, of wij met hen, dat gemakkelijker gaat dan met de zielen op de aarde. Maar wanneer we kijken naar het verschil tussen het niveau waarop zij leven en ons niveau dan zijn ze verder weg dan de zielen op aarde, omdat er hier meer communicatie-middelen zijn.
Zielen die zijn heengegaan houden zich met hetzelfde bezig als waarmee ze zich eerder bezighielden. Hun wereld is mooier dan de natuur op aarde, want de mind is ook natuur; de mind is een verbetering ten opzichte van de natuur en hij is tegelijkertijd een deel van de natuur. Het idee van het paradijs bijvoorbeeld is een verbetering ten opzichte van de natuur en terwijl het paradijs op aarde een verbeelding is zal hetzelfde paradijs in het hiernamaals werkelijkheid worden. In het scheppen van geluk voor jezelf en voor anderen ligt de gehele religie en de gehele filosofie. Na heengegaan te zijn blijven sommigen lange tijd onder de indruk van de dood, maar je kunt de tijd van deze wereld niet vergelijken met de tijd van de andere werelden. De tijd van de volgende wereld is veel langer dan de tijd van deze wereld. Hoe dieper de impressies zijn, hoe langer iemand in het vagevuur dient te blijven. De heiligen, de profeten hebben hun spirituele vooruitgang getoond op het moment van hun dood. Dat is het moment waarop de waarheid te voorschijn komt; dan kan er geen valsheid zijn en heeft een mens geen gelegenheid om toneel te spelen. Wanneer zijn ziel weggaat van de aarde, wordt getoond waar zijn hart was – op de aarde of in de hemel. Bovendien toont degene die gedurende zijn leven vrede heeft verdiend zijn weelde; hij gaat vredig weg en met de bereidwilligheid om tegemoet te treden wat hem wacht in het leven aan gene zijde.
De ziel trekt op haar reis terug naar het bewustzijn door de wereld van de djins totdat zij het eeuwige doel bereikt waar de ziel niet langer een individu is. Ze heeft nog een vaag gevoel van ´ik´. Ze maakt geen onderscheid tussen ´mijn´ en ´dijn´, maar wanneer iemand zijn gehele leven aan zichzelf als aan ´ik´ heeft gedacht dan zal hij nog steeds een vaag gevoel van ´ik´ hebben.
De ziel wordt op haar voortgang gehinderd doordat ze naar de aarde wordt teruggeroepen door mediums en bezorgde vrienden. Stel dat iemand ergens naar toe gaat en dat mensen steeds uitroepen: ´Stop alsjeblieft, wij hebben je nodig´, dan zal hij nooit in staat zijn zijn bestemming te bereiken; de bestemming waar hij naar op weg is wordt gehinderd. Een ziel terugroepen zou zijn als het handelen tegen de natuur zelf in. Het is beter de ziel te helpen voorwaarts te gaan en dat doe je door je liefhebbende gedachte te sturen.
De ontmoeting van een ziel die op weg is naar de manifestatie en een ziel die van daaruit op de terugreis is onbewust. Ook kan een ziel die naar de aarde gaat geen advies of hulp vragen van een terugkerende ziel omdat zijn mind nog niet die van een menselijk wezen is geworden en hij passief is. Wat hij ontvangt krijgt hij zonder te vragen op dezelfde manier waarop een baby niet om iets vraagt; hij wil het alleen maar hebben. Net zoals menelijke wezens zich niet bewust zijn van engelen of djins, zo zijn engelen zich niet allemaal bewust van djins of zijn niet alle djins zich bewust van engelen, ofschoon sommige dat wel zijn. Een ziel kan een djin naar zich toetrekken om iets op aarde te volbrengen en een djin kan een ziel voor hetzelfe doel naar zich toetrekken. Een djin is niet echt geïnteresseerd om iets op aarde te volbrengen, maar wanneer hij ziet wat er gaande is kan hij geïnteresseerd raken. Iemand die de stad niet uit gaat heeft geen interesse buiten de stad, maar wanneer hij naar het platteland gaat, wordt zijn interesse gewekt.
Je kunt je afvragen of een djin die naar de aarde wordt gestuurd eruit ziet als een menselijk wezen. De djin die zich op het djin-niveau bevindt is duidelijk te onderscheiden als djin; maar wanneer een ziel die heel erg beïndrukt is door het djin-niveau naar de aarde is gekomen zal ze zelfs in vorm en gelaatstrekken iets van de djin laten zien.
Zielen keren op dezelfde wijze terug door de djin-wereld en de engel-wereld als waarop ze zijn gekomen. Maar degenen die God op aarde hebben gerealiseerd stoppen er niet; zij gaan naar God terwijl ze zich op aarde bevinden. Het is geen voorwaarde dat je via de uiterlijke dood tot God moet gaan; de conditie die de Soefis Fanà noemen is geen kruisiging, want God is dichter bij hen dan wat dan ook. Naar de djin-wereld is het een stap; naar de engel-wereld zijn het twee stappen; maar naar God is er geen reis: Hij is er.
De vreugde van het leven is de vreugde van de reis. Als je je ogen zou kunnen sluiten en onmiddellijk op de top van de Himalaya´s gezet zou worden dan zou je er niet zo veel van genieten als degene die klimt en van de ene piek naar de andere gaat en onderweg de verschillende uitzichten ziet en de verschillende mensen ontmoet. De gehele vreugde ligt in de reis.
Er zijn veel zielen die nadat ze zijn heengegaan proberen te communicerren met de mensen op aarde, maar over het algemeen ontvangen die hun communicaties niet op heldere wijze. Onbewust echter ontvangen ze ze en heel vaak doen ze boodschappen voor degenen die zijn heengegaan, denkend dat ze dat doen omdat ze dat zelf willen. Waarom zouden de spirits zich inspannen opdat iemand overtuigd zou raken van de werkelijkheid van de spirituele wereld? Waarom zou de mens zijn geloof niet ontwikkelen? En als de mens zo koppig is om te vermijden dat hij zich hier ontwikkelt dan zal hij zelfs ontwikkeling in de spirituele wereld vermijden. Want in de mens bevindt zich de mogelijkheid tot geloof; de djin-wereld is niet nodig als een bemiddelaar.
Kinderen en baby´s die sterven komen ook tot spirituele rijpheid, vaak op het djin-niveau en soms op het niveau van de engelen. Dat hangt af van de kwaliteiten van de ziel en van het doel dat het dient te volbrengen.
Zielen die niet zijn afgestemd gaan toch de engel-hemelen binnen; zelfs in de hemel is er geen vrede. De disharmonieuze mensen volgen de harmonieuze mensen zelfs daar. De ene ziel is harmonieuzer dan de andere, maar ze passen allemaal in de muziek van de hemelen, net zoals we ook niet in onze muziek zouden willen dat alles hetzelfde is. En de zielen die nog steeds uit ritme zijn zullen de keuze blijven houden om harmonieus te worden; want er is ook op elke stap in de hemelen een keuze. Het leven is progressief en daarom is er altijd hoop op verbetering.
Als er een band van sympathie bestaat dan zal het licht van de degenen die ofwel in de sfeer van de djins ofwel in de engel-hemelen onze weldoeners zijn, zeker geworpen worden op degenen op aarde. Hun liefde, tederheid en goedheid schijnen op degenen op aarde net zoals de liefde, tederheid en goedheid van ouders jegens hun kinderen. Kortom, verlichte zielen zullen hun licht tonen, in welke sfeer ze zich ook bevinden.
De ziel is continu op weg naar verbetering, derhalve is de ziel zelfs in de engel-wereld niet helemaal volmaakt. De volmaaktheid ligt in het doel, niet in de ziel.
Op een bepaalde manier is er een verschil in de mate en de ervaring van geluk van de ziel die naar de manifestatie gaat en van een ziel die terugkeert; maar het verschil is als dat van de noten in de muziek. Dit heeft vooral betrekking op de zielen die op hun terugkeer naar het doel iets van de aarde hebben verkregen of van de sfeer van de djins wat de toon en het ritme van hun wezen heeft beïnvloed; en derhalve vertellen ze als het ware de legende van hun verleden in de muziek die ze maken in de hemelen van de engelen.
Er is op de verschillende niveaus een relatie tussen de lichamen van zielen, omdat zij hun lichaam lenen van de klei van het niveau waarop ze zich bevinden en daaruit komt de verbondenheid veroorzaakt door de klei of de materie van dat niveau.
De ziel heeft, hoewel ze een stroom is, twee soorten atomen, fysieke atomen en mentale atomen. Als een gewaad wordt weggegooid is het andere gewaad nog niet vrij van individualiteit. Ze gaat door met leven; ze leeft langer dan het fysieke gewaad. Het leven wordt beperkt juist doordat de substantie wordt beperkt. De mind en het gevoel hebben hun eigen leven, zij behoren niet toe aan het brein maar aan de oorspronkelijke conditie; daarom leeft de mind langer dan het lichaam. Het hiernamaals betekent leven in een innerlijk gewaad. Je zet je leven nog steeds voort in het hiernamaals omdat de ziel het bewustzijn zelf is.
Het hogere lichaam van de ziel wordt gevormd uit het lagere lichaam van diezelfde ziel; is er geen breuk. Het is een voortzetting. Er wordt iets genomen, ofschoon niet alles genomen kan worden.
In de djin-wereld zal er stilte zijn. Stilte is noodzakelijk net zoals slaap noodzakelijk is om te ontspannen; maar tegelijkertijd zal er handelen zijn en de snelheid ervan zal onvergelijkbaar hoger zijn dan de snelheid van handelen op de aarde. De spirits komen op het djin-niveau allerlei soorten ervaringen tegen, net als op de aarde; ze kunnen zelfs ongelukken krijgen of vermoord worden. Maar in de djin-wereld zal het voor ons gemakkelijker zijn om ons doel te zien, want de mogelijkheden zijn daar groter omdat er minder beperking is.
Het komt voor dat er djins met een taak naar de aarde worden gestuurd, net als engelen. De djins zijn in staat te weten dat hun voorstellingsvermogen een voorstellingsvermogen is, omdat hun mind helderder is dan die van de mens.
Djins zijn in staat te communiceren met spirits die van de aarde terugkeren; maar het is met hen net als met de inwoners van een bepaald land die over andere landen hebben gehoord maar over het algemeen gelukkiger zijn in hun eigen land, met hun eigen manier van leven; en wanneer er sommige weggaan en kennis over de andere landen mee terugbrengen dan kan dat niet aangenaam zijn voor degenen die thuis zijn gebleven.
Het pad van de djin is het pad van de schoonheid, net zoals het pad van elke ziel een pad van schoonheid is; en elke ziel, goed of slecht, is op zoek naar schoonheid. Wanneer ze verkeerd op het pad stapt noemen we dat het kwaad en wanneer ze goed op het pad stapt noemen we dat de overwinning.
Het toneel van de djin-wereld is eigen aan zichzelf. Het is een negatieve staat van wat je in deze wereld als positief ziet, maar er is daar meer schoonheid dan je op aarde kunt vinden. Op een bepaalde manier doordringt het elkaar maar tegelijkertijd heeft die haar eigen eigenheid die niet vergeleken kan worden met de schoonheid van deze aarde. De reden daarvoor is dat de manifestatie op dit niveau beperkingen heeft vanwege haar rigiditeit. Hoe hoger de wereld, hoe minder beperkingen je tegenkomt.
Is er geen ziekte of impressie van ziekte op het djin-niveau? Jawel; net zoals er ziekte is op het niveau van de aarde zo zijn er bepaalde ongemakken op de andere niveaus. Maar de healing macht van de ziel is zodanig dat ze zelfs op de aarde het lichaam kan healen waarin ze zit en de ziekte die ze van de aarde meeneemt healt ze in het hiernamaals. De worsteling is daar gemakkelijker, maar bepaalde ongemakken zullen op dat niveau blijven, want het leven is een continue worsteling.
Het gebeurt vaak dat een ziel die bedoeld was om naar het fysieke niveau te gaan op het djin-niveau blijft uit liefde voor een ziel die daar al is. Liefde neemt je mee vooruit en liefde houdt je terug. Het verschil is dat het een hogere liefde is die je mee vooruit neemt en dat het een lagere liefde is die je terughoudt. Wanneer een ziel zich eenmaal op een bepaald niveau heeft geïndividualiseerd, wordt ze een inwoonster van dat niveau; ze gaat niet vooruit.