Met betrekking tot gebed zijn er vijf houdingen die door verschillende klassen mensen worden aangenomen. Op de eerste plaats is er de devote houding van degenen die dankbaar zijn voor hun dagelijks brood. De tweede klasse mensen zijn degenen die niet alleen dankbaar zijn voor materiële welstand, maar die ook hopen op macht en positie of op vergiffenis van hun zonden. De derde klasse mensen zijn degenen van wie de ogen geopend zijn, die de schoonheid van God herkennen in de natuur en in alles om hen heen en Hem verheerlijken voor die schoonheid.
De vierde klasse mensen zijn degenen die de grootsheid van God herkennen in Zijn macht, die in staat is voor Zijn gehele scheppin te zorgen, van de mens tot aan de kleinste worm of bacterie. In de vijfde klasse bevinden zich de mystici en de denkers. Hun houding tot gebed is veel hoger dan die van de vier voorafgaande klassen; zij begrijpen de waarheid van het wezen van de mens: dat God en de mens niet gescheiden zijn. Onder hen zijn Soefi´s vooraanstaande personen. Veel vrijzinnige mensen die dit begrip hebben geven niet om gebed en sommigen zeggen zelfs: ´Tot wie zouden wij bidden?´ De Soefi beseft de waarheid van zijn wezen en zijn gehele leven wordt een houding van gebed, ondanks zijn vrije denken en zijn stijging boven goed en kwaad, juist en verkeerd, uit. Wanneer iemand liefheeft, kan hij zich in de menigte bevinden en zich toch niet bewust zijn van degenen om hem heen omdat hij zo geabsorbeerd is in de gedachte aan zijn geliefde; en zo is het ook met de liefde voor God. Degene die God liefheeft kan zich in de menigte bevinden en zich toch afsluiten omdat hij zich in de gedachte aan God bevindt. Voor zo iemand maakt de menigte geen verschil uit. Sa´di zegt: ´Gebed is de verruiming van het begrensde wezen naar het onbegrensde, de ziel wordt dichter naar God getrokken´.
Hazrat Ali, de meest vooraanstaande Soefi uit het verleden, zegt: ´Het zelf kennen is God kennen´, en toch bracht hij merendeel van zijn dagen en nachten in gebed door. Het gebed van de Soefi is zijn reis naar het eeuwige doel, zijn verwezenlijking van God.
De vraag rijst hoe deze devote houding in het leven te verwerven. Op de eerste plaats dienen degenen van wie het gebed een gebed van lof is, deze lof en dankbaarheid mee te dragen naar de kleinste details van het leven en zich dankbaar te voelen bij de kleinste daad van vriendelijkheid die door wie dan ook voor hen is verricht, als hun hele leven ertoe dient om een devote houding aan te nemen. De mens schiet schromelijk tekort bij dit ideaal in het leven; hij is zo stijf, hij mist zo veel kansen om dank te zeggen. Soms vanwege zijn rijkdom, terwijl op andere momenten hij door zijn macht wordt verblind; van alles wat er voor hem wordt gedaan denkt hij dat hem dat toekomt vanwege zijn geld of invloed. Wanneer iemand in staat is om deze houding van lof en dankzegging voor alles in het leven te verwerven dan kan zijn leven met recht een devoot leven worden genoemd.
Degenen die hoop uitspreken wanneer ze bidden, kunnen hun dagelijkse streven veranderen in gebed, mits zij deze hoop in elk streven in het leven vasthouden, hun vertrouwen in God plaatsend en mits zij alle objecten van hun verlangen beschouwen als komend uit één en dezelfde bron wanneer ze ze hebben verworven.
Degenen die God verheerlijken om Zijn schoonheid, moeten in al Zijn schepsels de schoonheid van God zien. Het heeft geen zin God om Zijn schoonheid te prijzen en vervolgens kritiek te hebben en fouten in Zijn schepping te vinden; wil het leven van iemand devoot zijn dan dient hij altijd het goede in de mens te zoeken. Zelfs de slechtste mens heeft een goede plek en deze moet gezocht worden en niet de slechte punten. We kunnen zelfs van de grootste zondaar deugd leren als we hem als een leraar beschouwen. Er is een overlevering waarin Mozes Satan vroeg om hem het geheim van het leven te vertellen.
Degenen die God om grootsheid van Zijn macht verheerlijken dienen in staat te zijn de grootsheid in Zijn schepping te zien. Er zijn wat mensen die zichzelf zo prijzen om hun macht, positie en geld dat ze niet de grootsheid in een ander kunnen zien. Voor deze mensen is het nutteloos om God om Zijn grootsheid te verheerlijken; dat is alleen maar lippendienst.
Wat de vijfde klasse van mensen betreft herkennen degenen die de waarheid van hun wezen verwezenlijken hun Gods-ideaal in Zijn gehele schepping. Zij zien hun goddelijke Geliefde in de hele manifestatie, in elke naam en vorm.