De betekenis van het leven

Wanneer je op diepe wijze het leven onderzoekt dan ontdek je dat alles wat de ziel zoekt het kennen van de bedoeling van het leven is. De wetenschapper zoekt ernaar op het gebied van de wetenschap en de kunstenaar vindt het in zijn kunst. Ongeacht de verschillende interessen die mensen kunnen hebben zijn ze er in werkelijkheid allemaal op gericht de bedoeling van het leven te vinden. Dit toont aan dat het de natuur van de ziel is en dat de ziel hier is gekomen voor dit doel, dat ze zich de bedoeling van het leven realiseert en die begrijpt. Dus is elke ziel ofwel op een materialistische ofwel op een spirituele manier op zoek naar waar ze altijd naar hunkert, elk op haar eigen specifieke wijze.

Je kunt dit in het gedrag van een baby zien. Het verlangen van een baby om naar iets te kijken, om het uit elkaar te halen en te kijken wat er van binnen zit, laat zien dat het het verlangen van de ziel is om naar het leven te kijken, om het leven te begrijpen. Het effect en de invloed van het leven op aarde zijn zonder twijfel bedwelmend; en via deze bedwelming raakt de mens zo geabsorbeerd door zichzelf en zijn eigen belangen dat hij als het ware de weg kwijtraakt, de weg die hem is aangeboren. Je vindt niet alleen bij de mens, maar zelfs ook bij de lagere schepping dezelfde houding. Bij de dieren, bij de vogels is het niet het diepste verlangen om naar voedsel te zoeken of een comfortabel nest te vinden; de diepste gerichtheid is de wens om de natuur van het leven te begrijpen; en deze gerichtheid culmineert in de mens. Een kind zal zijn ouders constant vragen: ´Wat betekent dit?´ en dit laat een continue hunkering zien om de bedoeling van het leven te kennen, een hunkering die het hele leven voortduurt.

Wat leert dit ons? Dit leert ons het principe dat de bron en het doel van het universum één en hetzelfde zijn en dat de Schepper het allemaal heeft geschapen om Zijn eigen creatie te kennen. Maar hoe ziet en begrijpt de Schepper Zijn creatie? Niet alleen in het hoogste en diepste aspect ervan, maar ook via alle dingen en wezens kent en begrijpt Hij continu Zijn creatie. Als iemand bijvoorbeeld zou vragen: ´Wat is kunst? Wordt die niet door de mens gemaakt?´, dan zou ik antwoorden: ´Ja, maar ook door God, via de mens´. En als dat zo is, wat is dan dit gehele mechanisme van het universum aan het doen? Het is aan het werk. Aan het werk voor welk doel? Aan het werk om zichzelf te begrijpen.

En wat is dit mechanisme van de wereld; is dat levend of is dat dood? Alles wat we levend noemen is levend en alles wat we dood noemen is ook levend. Omwille van ons gemak zeggen we ´ding´ of ´wezen´. In werkelijkheid zijn er geen dingen; het zijn allemaal wezens. Het is eenvoudigweg een geleidelijk ontwaken vanuit het beschouwende aspect tot het herkennende aspect. En geen enkele wetenschap, hoe materialistisch ook, zal deze waarheid ontkennen; want de werkelijkheid dient uit alle dingen gerealiseerd te worden, vanuit religie, vanuit filosofie, vanuit wetenschap, vanuit kunst en vanuit de handel. Het enige verschil is dat je een kortere weg neemt en de ander een langere weg; je gaat rond in cirkels en de ander volgt een recht pad. Er is geen verschil in de bestemming; het enige verschil ligt in de reis, of je te voet of te paard gaat, of je wakker bent of in slaap bent en op blinde wijze naar de bestemming wordt gevoerd, de schoonheden van de weg niet kennend.

Bestemming kan verdeeld worden in twee delen; het ene deel is het mechanisme dat de bestemming activeert en het andere deel is de ziel die dit realiseert. Het mechanisme is derhalve de machine en de ziel binnenin is de machinist die er is om dit mechanisme te laten werken en om er dat door te laten voortbrengen wat er voortgebracht dient te worden. Er zijn veel methoden en manieren die de mens volgt teneinde te kennen en te begrijpen; en de mind is het voertuig, het gereedschap, met behulp waarvan hij het leven ervaart bij het volbrengen van dit doel. In het Sanskriet wordt de mind Mana genoemd, waaruit het Engelse woord man wordt afgeleid; en dat betekent dat de mens zijn mind is en niet zijn lichaam.

Overeenkomstig de vaardigheid van haar gereedschap ervaart en kent de ziel het leven. De conditie van de mind stelt de ziel in staat het leven helder te zien. De mind kan vergeleken worden met water; wanneer het water troebel is dan kan er geen reflectie worden gezien; wanneer het water helder is dan laat het de reflectie zien. Echter in het najagen van materieel gewin, wat de mens het meest waardeert, is hij geabsorbeerd geraakt in dat soort leven en heeft hij de weldaad van het leven verloren; zoals in de Bijbel wordt gezegd: ´Waar je schat is, daar zal je hart ook zijn´.

Wanneer je, zoals tegenwoordig, beschaving definieert als commerciële of industriële vooruitgang, dan wordt dat het ideaal van elke ziel en wordt het moeilijk voor een ziel om kalmte te bewaren teneinde dat doel waarvoor de ziel werd geboren te volbrengen. Ik bedoel hier niet mee dat industriële of commerciële ontwikkeling niet nodig is voor het leven van de mens; integendeel, zolang het maar niet het doel van het leven waarvoor de mens werd geboren verwoest of hindert. Anders zal hij ondanks al zijn vooruitgang zijn leven hebben verspild en zal hij niet het doel hebben bereikt waarvoor hij werd geboren.

Er zijn in het Oosten en in het Westen bijgeloven dat dieren zoals paarden, honden, katten en vogels waarschuwen wanneer iemand op het punt staat ziek te worden of te sterven en velen hebben ontdekt dat er enige waarheid in dit bijgeloof schuilt. Hoe kom het dan dat de mens het leven niet zo begrijpt en waarneemt zoals de dieren dat doen? Het antwoord is dat de dieren een natuurlijker leven leven; zij bevinden zich dichter bij de natuur dan de mens, die wordt geabsorbeerd door zijn kunstmatige leven.

Heel veel dingen waarover je nadenkt, die je doet en zegt zijn verre van hetgeen waar of natuurlijk is. Hoe meer je één kunt zijn met de natuur en één kunt zijn met het diepere leven, hoe meer je beseft dat wat de mens doet het continu handelen tegen de werkelijkheid in is, niet alleen wanneer hij verkeerd of kwaad doet maar zelfs wanneer hij het goede aan het doen is. Als de dieren dit kunnen weten dan is de mens zelfs nog beter in staat om het te weten; en het is enkel deze kennis die de bevrediging van zijn leven is, niet al die uiterlijke zaken; zoals er in de Bijbel wordt gezegd: ´De spirit verkwikt, het vlees is niets tot voordeel´.

Waar ligt de weelde van de mens? In zijn kennis. Als zijn weelde zich alleen op de bank bevindt en niet in zijn kennis dan bezit hij die niet werkelijk; die bevindt zich op de bank. Alle wenselijke en grootse dingen, waarden en titels, positie en bezitting, waar bevinden die zich? Aan de buitenkant? Nee, omdat zich aan de buitenkant alleen maar datgene bevindt wat je door kennis die je binnenin jezelf bezit, kent; het ware bezit bevindt zich derhalve niet aan de buitenkant maar aan de binnenkant. Het is het zelf binnenin, het is het hart dat ontwikkeld dient te worden, het hart dat in zijn natuurlijke ritme en op zijn juiste toonhoogte dient te zijn. Wanneer het is afgestemd op zijn natuurlijke ritme en toonhoogte dan kan het het doel volbrengen waarvoor het is gemaakt.

Er zijn vijf verschillende manieren waardoor de kennis van het leven wordt waargenomen. Een manier is velen van ons bekend hoewel meer aan de vrouw dan aan de man en dat is impressie. We komen heel vaak een huis binnen of we ontmoeten heel vaak iemand en voordat we met die persoon hebben gesproken ontvangen we een soort impressie, aangenaam of onaangenaam, een bepaalde kennis over het wezen van die persoon. Soms hebben we zin om bij het zien van iemand te zeggen: ´Ga weg´, soms voelen we ons bij de eerste blik tot iemand aangetrokken zonder de reden te kennen. De mind kent die niet, maar de ziel wel. Het is niet alleen zo dat je een impressie van iemand krijgt die je ontmoet, maar het is ook zo dat je ook de impressie van een brief die van de een of andere vreemde af komt kunt voelen als je gevoelig voor impressie bent. Velen zeggen dat ze het karakter van iemand af kunnen lezen vanuit fysiognomie of frenologie, maar als ze niet een gevoel voor impressie in hun hart hebben dan zouden ze nooit de ware impressie kunnen ontvangen ook al hadden ze duizend boeken over fysiognomie of frenologie gelezen. Wat toont dit aan? Dit toont aan dat ware kennis, van begin tot eind, niet thuishoort op het materiële vlak.

Er is een andere manier en dat is de intuïtieve manier waardoor je voordat je iets doet weet of het een succes of een mislukking zal zijn. De intuïtievere mensen voelen dit voordat ze iets doen of ondernemen.

Dan is er echter een derde manier en dat is de droom of het visioen. Sommigen zullen zeggen dat dromen een betekenis hebben, terwijl anderen beweren dat er geen betekenis in een droom zit. In feite is er echter niets in deze wereld wat geen betekenis heeft; er is geen situatie, geen handeling of geen woord dat geen betekenis heeft. Alles wat met opzet gedaan wordt en alles wat zonder opzet gedaan wordt heeft een betekenis achter zich, als je dat maar kunt begrijpen.

De reden waarom je in een droom helderder zou zien dan wanneer je wakker bent is dat als iemand zich in een droom bevindt dat zijn mind dan op natuurlijke wijze geconcentreerd wordt. Want wanneer iemand wakker is vraagt alles wat er via zijn zintuigen wordt waargenomen constant om zijn aandacht. De impressie of intuïtie van een ware droom wordt zonder twijfel niet aan elke ziel gemanifesteerd en wordt aan de ene ziel meer gemanifesteerd dan aan een andere; en ook leeft niet iedereen altijd in het ritme waarin hij impressies en intuïties kan ontvangen. Zijn impressie verschilt op verschillende tijden en in overeenstemming met zijn evolutie is hij in staat de kennis van het leven te ervaren. Hoe meer hij op spirituele wijze is geëvolueerd hoe meer hij op natuurlijke wijze de kennis van het leven van binnenuit ontvangt.

De vierde manier waarop je de kennis van het leven kunt ontvangen is door wat inspiratie wordt genoemd. Die kan naar een kunstenaar, een musicus of een dichter komen. Als die komt kan hij iets schrijven, componeren of doen waarover hij zich achteraf zal verbazen en hij zal zich afvragen of hij het werkelijk zelf heeft gedaan of dat het door iemand anders werd gedaan. Als de inspiratie er niet was geweest dan zou diezelfde dichter maanden op rij hebben kunnen streven en niet in staat geweest kunnen zijn de versregel te schrijven die hij toen in een paar minuten tijd heeft geschreven. Wat is hier de verklaring van? Ontvangt de mens door de ontwikkeling van de mind inspiratie? Nee, door het ontvangend vermogen van zijn mind, door de zuiverheid van zijn mind, zijn absorptie in de kunst, de richting waaraan hij zijn leven heeft gewijd. Je zou kunnen vragen wat de beste manier voor een kunstenaar zou zijn om inspiratie te ontvangen: door te wachten, door te bidden of door continu te werken totdat er inspiratie komt? Hij zou ze alledrie tegelijk moeten doen: wachten op inspiratie terwijl hij aan het werk is en bidden tot God terwijl hij aan het wachten is.

Waarvandaan hebben de grote zielen hun geïnspireerde werk wat onsterfelijk is geworden verkregen? Zij hebben ze uit inspiratie vandaan gekregen. En hoe hebben ze dit verkregen? Zij hebben dit verkregen door zichzelf te vergeten, door geabsorbeerd te raken in het object van hun liefde. Dat is de betekenis van opoffering, opoffering voor de schoonheid van het ideaal. Je moet het ideaal voor je plaatsen, dat is de manier om inspiratie te verkrijgen.

Zielen verkrijgen inspiratie vanuit het uiterlijke leven of vanuit een andere persoon; in alle namen en vormen bevindt zich een bron van inspiratie, als je maar weet hoe je ervan moet tappen. In feite is het zo dat inspiratie van God af komt, of die nu ontvangen is van buitenaf of van binnenuit. Het enige verschil is dat wanneer de inspiratie van binnenuit komt die directer is; de eerste stap echter is die van buitenaf te ontvangen.

Iedereen die inspiratie begint te ontvangen ontvangt die eerst vanuit het uiterlijke leven. De mens wordt op zo´n manier geschapen dat hij eerst naar buiten toe kijkt; en vervolgens, wanneer hij teleurgesteld wordt, wanneer hij niet alles wat hij wil in het uiterlijke leven kan vinden dan keert hij zich naar binnen toe. Hij wil zien of hij het in het innerlijke leven kan vinden en zo raakt hij verbonden met de bron van inspiratie die de Geest van Leiding is. En degene die eenmaal de Geest van Leiding heeft gevonden zal altijd in staat zijn die opnieuw te vinden als hij er dicht bij blijft; maar wanneer hij gaat dwalen, wanneer zijn levensloop een andere wending neemt dan dwaalt hij af van de Geest van Leiding.

En met een nog verdere stap komt er de verwerkelijking die openbaring genoemd kan worden. Wanneer de ziel wordt afgestemd op die staat dan zijn de ogen en de oren van het hart open om het woord van uit alle richtingen komt te zien en te horen. In feite spreekt elke atoom van deze wereld, zowel in de hemel als op aarde, hardop. Het komt door de dove oren van het hart en de gesloten ogen van de ziel dat de mens ervan weerhouden wordt het te zien en te horen. Er is een dichtregel van een hindoestaanse dichter, die als volgt gaat: ´O zelf het is niet de fout van de goddelijke Geliefde dat je Hem niet ziet, dat je Hem niet hoort. Hij bevindt zich continu voor je en Hij spreekt continu tegen je. Als je het niet hoort en als je het niet ziet, is dat jouw eigen fout´.

Het is voor dit doel dat elke ziel is geschapen en het is in de vervulling hiervan dat de mens het doel van God vervult. Wanneer er op de vonk die in elk hart gevonden kan worden, de vonk die de goddelijke vonk in de mens genoemd kan worden, wordt geblazen en de vlam opkomt dan raakt het gehele leven verlicht en hoort, ziet, weet en begrijpt de mens. Een Soefi-dichter zegt dat elk blad van de boom als een pagina van het heilig boek wordt wanneer het hart geopend wordt om het te lezen en wanneer de ziel haar ogen heeft geopend.