De bedoeling van het leven

Er zijn twee klassen van mensen op aarde: de toeschouwers van het leven en de studenten van het leven. De eerstgenoemde klasse kan vergeleken worden met die mensen die naar het theater gaan en hun komedie of tragedie opgevoerd zien worden en die erdoor tot lachen of tot tranen worden geroerd. De laatstgenoemde klasse kan vergeleken worden met degenen die een vliegtuig in gaan en met één blik de hele stad zien waar ze tot dan toe slechts één straat tegelijk hadden gezien. De studenten van het leven begrijpen de reden van de komedie en de tragedie, terwijl de toeschouwers van het leven er slechts een voorbijgaande impressie van krijgen.

De Koran zegt hierover: ´We hebben bij jou de sluier weggenomen zodat jouw zicht scherp zal zijn´. Wanneer dit gebeurt wordt de toeschouwer van het leven de student van het leven. We vragen ons vaak af: ´Wat is de bedoeling van het leven? Is dat om te drinken, eten en om plezier te maken?´ Absoluut niet. De dieren doen dit en de mens is een hogere schepping dan het dier. Is de bedoeling van het leven dan om als een engelachtig wezen te worden?´ Dit kan om dezelfde reden niet het geval zijn, want de engelen werden vóór de mens geschapen en bevinden zich dicht bij God en vereren Hem continu.

De mens dient derhalve ergens anders voor te zijn geschapen dan de dieren of de engelen; want als de mens vanwege zijn vroomheid als een engel zou worden dan zou hij niet de bedoeling hebben volbracht waartoe hij werd geschapen. De mens wordt geschapen zodat hij binnenin zichzelf menselijkheid, sympathie, broederschap, liefde en vriendelijkheid voor zijn naaste kan opwekken.

Hij kan denken dat hij vriendelijk en sympathiek is, maar door zo te denken begaat hij de grootst mogelijke fout, want vriendelijkheid is betrekkelijk. Dit kan geïllustreerd worden door een verhaal dat in India wordt verteld over een Afghaanse soldaat die op een dag met een Brahmin samen reisde. De Brahmin, een milde en onschuldige man, op zijn hoede om niet het kleinste schepsel van God zeer te doen, was tegen zichzelf het woord Daya aan het herhalen, wat ´vriendelijkheid´ betekent. De Afghaan, een strijder die alleen de ruwe kant van het leven kende, vroeg hem wat het woord betekende. De Brahmin legde uit dat het woord hetzelfde was als Rahm in zijn taal. ´Ah´, riep hij uit, ´ik begrijp nu heel goed wat het betekent. Ik herinner me dat ik ooit in mijn leven vriendelijk was, want op het slagveld zag ik een gewonde man die kronkelde van de pijn en ik werd geraakt en duwde mijn dolk door hem heen en beëindigde zo zijn lijden´.

De bewering vriendelijk en sympathiek te zijn is als een waterdruppel die zegt: ´ik ben water´, maar die zich bij het zien van de oceaan zijn niets-zijn realiseert. Op dezelfde manier realiseert iemand zich als hij naar volmaaktheid heeft gekeken, zijn tekortkoming. Op dat moment wordt de sluier voor zijn ogen weggenomen en wordt zijn zicht scherp. Hij vraagt zich dan af: ´Wat kan ik doen om deze liefde en sympathie in mijn hart te wekken?´

De soefi begint door zich te realiseren dat hij doods en blind is en hij begrijpt dat alle goedheid net als alles wat slecht is van binnenuit komt. Rijkdom en macht kunnen verdwijnen omdat ze zich buiten ons bevinden, maar we kunnen alleen datgene wat zich binnenin ons bevindt van ons noemen. Teneinde liefde en sympathie in ons hart te wekken zijn er offers nodig. Wij dienen onze eigen zorgen te vergeten opdat we sympathiseren met de zorgen van anderen.

Om de honger van anderen te lenigen dienen we onze eigen honger te vergeten. Iedereen is werkzaam voor zelfzuchtige doeleinden, zich niet bekommerend over anderen en dit heeft als enige de ellende in de huidige wereld teweeggebracht. Wanneer de wereld zich van onvolmaaktheid naar volmaaktheid aan het ontwikkelen is heeft hij alle liefde en sympathie nodig; grote tederheid en waakzaamheid wordt van ieder van ons geëist. Het hart van iedereen, goed of slecht, is de verblijfplaats van God en er zou voor gezorgd dienen te worden om niemand in woord of daad te kwetsen. Wij zijn slechts een korte tijd hier op deze wereld; velen zijn hier eerder geweest en zijn verder gegaan en het is aan ons om een impressie van het goede achter te laten.