De ziel wordt in het Sanskriet, in de terminologie van de Vedanta, Atman genoemd, wat geluk of zegen zelf betekent. Het is niet zo dat geluk de ziel toebehoort; het is zo dat de ziel zelf geluk is. Tegenwoordig verwarren we vaak geluk met plezier; maar plezier is slechts een illusie, een schaduw van geluk; en in dit waandenkbeeld kan de mens zijn gehele leven voorbij laten gaan, op zoek naar plezier en nooit voldoening vindend. Een Hindoe-gezegde zegt dat de mens op zoek is naar plezier en pijn vindt. Elk plezier schijnt in de uiterlijke verschijning geluk te zijn; het belooft geluk, want het is de schaduw van geluk, maar net zoals de schaduw van iemand niet de persoon is hoewel die zijn vorm representeert, zo representeert plezier geluk maar is dat in werkelijkheid niet.
In overeenstemming met dit idee vind je zelden mensen in deze wereld die weten wat geluk is; zij worden constant in het een of het ander teleurgesteld. Dat is de aard van het leven in de wereld; het is zo misleidend dat als iemand duizend keer teleurgesteld zou worden hij toch hetzelfde pad zou volgen, want hij kent geen ander pad. Hoe meer we het leven bestuderen, hoe meer we ons realiseren hoe zelden er iemand is die kan zeggen: ´ik ben gelukkig´. Bijna iedereen, wat zijn positie ook is, zal zeggen dat hij op de een of andere manier ongelukkig is; en als je hem vraagt waarom dan zal hij waarschijnlijk zeggen dat dat komt omdat hij niet de positie, macht, eigendom, bezittingen of rang kan verwerven waar hij jarenlang voor heeft gewerkt. Misschien hunkert hij naar geld en realiseert hij zich niet dat bezittingen geen voldoening geven; misschien zegt hij dat hij vijanden heeft of dat degenen van wie hij houdt niet van hem houden; de redenerende mind kan duizend excuses voor bedroefdheid verzinnen.
Maar is zelfs een van deze excuses ooit helemaal correct? Denk je dat, als deze mensen hun verlangens hadden bevredigd, zij dan gelukkig zouden zijn? Als zij alles zouden bezitten, zou dat dan voldoende zijn? Nee, zij zouden toch nog het een of ander excuus vinden voor bedroefdheid; al deze excuses zijn slechts als bedekkingen over de ogen van de mens, want diep van binnen bevindt zich het smachten naar het ware geluk dat geen van deze dingen kan schenken. Degene die gelukkig is is overal gelukkig, in een paleis of in een cottage, in rijkdom of in armoede, want hij heeft de fontein van geluk ontdekt die in zijn eigen hart is gesitueerd; zolang iemand die fontein niet heeft gevonden, zal niets hem echt geluk schenken.
De mens die het geheim van geluk niet kent ontwikkelt vaak hebzucht. Hij wil er duizend hebben en als hij die krijgt geven die hem geen voldoening en wil hij er miljoen hebben en nog geven die hem geen voldoening; hij wil meer en meer. Als je hem jouw sympathie en dienstbaarheid aanbiedt is hij nog steeds ongelukkig; zelfs alles wat je bezit is niet voldoende, zelfs jouw liefde helpt hem niet, want hij is op zoek in de verkeerde richting en het leven zelf wordt een tragedie.
Geluk kan niet worden gekocht of verkocht, noch kun je het iemand geven die het niet heeft. Geluk is je eigen zijn, je eigen zelf, dat zelf dat het waardevolste in het leven is. Elke religie en elk filosofisch systeem heeft de mens in verscheidene vormen geleerd hoe hij het kan vinden door het religieuze of het mystieke pad; en elke wijze heeft in de een of andere vorm een methode aangereikt waardoor het individu dat geluk kan vinden waarnaar de ziel op zoek is.
Wijze mannen en msytici hebben dit proces alchemie genoemd. De verhalen van Duizend en Een Nacht die mystieke ideëen symboliseren zijn vol overtuiging dat er een Steen der Wijzen is die alle metalen door een chemisch proces in goud verandert. Dit symbolisch idee heeft ongetwijfeld de mensen zowel in het Oosten als in het Westen misleid; velen hebben gedacht dat er een proces bestaat waardoor goud voortgebracht kan worden. Dit is echter niet het idee van de wijzen; de jacht naar goud is voor diegenen die nog maar kinderen zijn. Voor degenen die het bewustzijn van de werkelijkheid bezitten staat goud voor licht of spirituele inspiratie. Goud vertegenwoordigt de kleur van licht en daarom heeft een onbewuste jacht naar licht de mens naar goud laten zoeken. Er is echter een groot verschil tussen echt en onecht goud. Het smachten naar waar goud maakt dat de mens imitatie-goud verzamelt, onwetend dat het ware goud zich van binnen bevindt. Hij bevredigt het hunkeren van zijn ziel op deze manier, net zoals een kind zichzelf tevredenstelt met het spelen met poppen.
Deze verwerkelijking is geen kwestie van leeftijd. De ene mens kan een vergevorderde leeftijd hebben bereikt en toch nog met poppen aan het spelen zijn, zijn ziel kan betrokken zijn bij de zoektocht naar dit imitatie-goud; terwijl de ander in zijn jeugd begonnen is het leven in zijn ware aspect te zien. Als je de vergankelijkheid van het leven in de wereld zou bestuderen en hoe veranderlijk het is en als je de constante hunkering van iedereen naar geluk zou bestuderen dan zou je je zeker koste wat kost inspannen om iets te vinden waarop je zou kunnen vertrouwen. De mens geplaatst temidden van deze altijdveranderende wereld waardeert en zoekt toch ergens naar bestendigheid. Hij weet niet dat hij de aard van bestendigheid in zichzelf dient te ontwikkelen; het is de aard van de ziel om datgene wat betrouwbaar is te waarderen. Maar is er iets in de wereld waarop je kunt vertrouwen, wat zich boven verandering en destructie bevindt? Alles wat wordt geboren, alles wat wordt gemaakt wordt op een dag geconfronteerd met destructie; alles wat een begin heeft heeft ook een eind; maar als er íets is waar je op kunt vertrouwen dan is het verborgen in het hart van de mens. De goddelijke vonk, de ware steen der wijzen, het ware goud is het diepste wezen van de mens.
Iemand kan een religie aanhangen en toch niet tot de verwerkelijking van de waarheid komen; maar wat heeft zijn religie voor nut voor hem als hij niet gelukkig is? Religie betekent niet depressie en bedroefdheid. De spirit van religie moet geluk brengen. God is gelukkig. Hij is de volmaaktheid van liefde, harmonie en schoonheid. Een religieus iemand zou gelukkiger moeten zijn als iemand die niet religieus is. Als iemand die een religie aanhangt altijd melancholisch is dan wordt zijn religie in diskrediet gebracht; de vorm is bewaard, maar de spirit is verloren. Als de bestudering van religie en mystiek niet tot ware vreugde en tot waar geluk leidt dan kunnen die net zo goed niet bestaan, want dan helpt die niet bij het vervullen van de zin van het leven. De huidige wereld is verdrietig en lijdt als gevolg van verschrikkelijke oorlogen; de religie is beantwoordt aan de eis van het huidige leven is er een die kracht geeft en leven brengt aan zielen, die het hart van de mens verlicht met het goddelijke licht dat er al is; niet noodzakerlijkerwijs via een of andere uiterlijke vorm hoewel voor sommigen een vorm behulpzaam kan zijn, maar door dat geluk dat de wens van elke ziel is te laten zien.
Wat de vraag betreft hoe deze methode van alchemie wordt beoefend, werd het hele proces door de alchemisten uitgelegd op een symbolische wijze. Zij zeiden dat goud uit kwikzilver werd gemaakt; de aard van kwikzilver is dat die altijd beweegt maar door een bepaald proces eerst tot stilstand wordt gebracht en als die eenmaal tot stilstand is gebracht zilver wordt; vervolgens moet het zilver gesmolten worden en wordt er het sap van een kruid op het gesmolten zilver heen gegoten dat daardoor in goud verandert. Dit is natuurlijk een ruwe schets, maar je kunt gedetailleerde uitleggen van het hele proces vinden. Veel kinderlijke zielen hebben geprobeerd goud te maken door kwikzilver tot stilstand te brengen en zilver te smelten en ze hebben geprobeerd het kruid te vinden; maar zij werden op een dwaalspoor gebracht en zij hadden er beter aan gedaan te werken en geld te verdienen.
De ware uitleg van dit proces is dat kwikzilver de aard van de altijd-rusteloze mind vertegenwoordigt. Vooral wanneer iemand zich probeert te concentreren realiseert hij zich dat de mind altijd-rusteloos is. De mind is als een weerbarstig paard: wanneer het wordt bereken is het koppiger dan wanneer hij op stal staat. De aard de mind is ook zo; hij wordt rustelozer wanneer iemand hem probeert te beheersen; hij is net als kwikzilver, altijd aan het bewegen.
Wanneer iemand zich door een concentratiemethode meester heeft gemaakt van de mind dan heeft hij de eerste stap in de vervulling van een heilige taak gezet. Gebed is concentratie, lezen is concentratie, zitten, ontspannen, denken over een onderwerp zijn allemaal concentratie. Elke schilder, denker en uitvinder heeft in de een of andere vorm concentratie beoefend; hij heeft zijn mind op een ding gericht en door zich op een onderwerp te richten heeft hij het concentratievermogen ontwikkeld; voor het verstillen van de mind is echter een speciale methode noodzakelijk die door de mystici wordt onderricht, net zoals een zanger wordt onderricht door de leraar van de stemontwikkeling.
Het geheim hiervan is is onderricht te zijn in de wetenschap van de adem. De adem is de essentie van het leven, het centrum van het leven, en de mind kan onder controle gebracht worden door een kennis van de geëigende methode van ademhaling. Hiervoor is de instructie van een leraar nodig; sinds de mystieke godscultuur van het Oosten bekend is geworden in het Westen zijn er boeken gepubliceerd en is het onderricht dat als net zo heilig als religie werd beschouwd in woorden bediscussiëerd; maar deze kunnen nooit werkelijk het mysterie verklaren van datgene wat het centrum is van juist het wezen van de mens. Mensen lezen deze boeken en beginnen met adem te spelen en vaak doen ze hun mind en lichaam pijn in plaats van dat ze die een weldaad bezorgen; er zijn er ook die er een beroep van maken om ademoefeningen te onderrichten, zo zoiets heiligs naar beneden halend. De wetenschap van de adem is het grootste mysterie dat er bestaat en duizenden jaren lang is die als een heilige schat bewaard in de scholen van de mystici.
Wanneer de mind volmaakt onder controle is en niet langer rusteloos is kun je naar believen een gedachte net zolang vasthouden als je wilt. Dit is het begin van fenomenen. Sommigen misbruiken deze privileges en de op die wijze verworven macht verkwistend vernielen ze het zilver voordat dat in goud verandert. Het zilver dient verhit te worden voordat het kan smelten en waarmee? Met die warmte die de goddelijke essentie in het hart van de mens is, die te voorschijn komt als liefde, tolerantie, sympathie, dienstbaarheid, nederigheid, onbaatzuchtigheid, in een stroom die stijgt en valt in duizend druppels, waarvan elke druppel een deugd genoemd kan worden, allemaal voortkomend uit die ene stroom die is verborgen in het hart van de mens: het liefdes-element; en wanneer het in het hart gloeit dan laten de handelingen, de bewegingen, de toonhoogte van de stem, de expressie, allemaal zien dat het hart warm is. Het moment waarop dit gebeurt leeft iemand werkelijk; hij heeft het zegel verbroken van de bron van geluk die alles wat knarst en inharmonieus is overwint en de bron heeft zichzelf als een goddelijke stroom gevestigd.
Nadat het hart wordt verwarmd door het goddelijke element, wat liefde is, is de volgende stap het kruid, wat de liefde van God is. Maar de liefde van God alleen is niet voldoende; kennis van God is ook nodig. De afwezigheid van de kennis van God maakt dat de mens de religie verlaat, want er is een grens aan het geduld van de mens. Kennis van God versterkt het geloof van de mens in God, werpt licht op het individu en op het leven. Dingen worden helder; elk blad aan een boom wordt als een bladzijde van een heilig boek voor degene die de ogen open heeft voor de kennis van God. Wanneer het sap van het kruid van goddelijke liefde op het hart wordt gegoten, gewarmd door de liefde van zijn naaste dan wordt dat hart het hart van goud, het hart dat uitdrukt wat God zou uitdrukken. De mens heeft God niet gezien, maar de mens heeft dan God in de mens gezien en wanneer dit gebeurt dan komt voorwaar alles wat van zo iemand komt van God Zelf.