Conclusie

Ik geloofde eerst zonder enige twijfel in het bestaan van de ziel en vervolgens was ik nieuwsgierig naar het geheim van haar natuur. Ik volhardde en spande me in op zoek naar de ziel en ontdekte tenslotte dat ik zelf de bedekking over mijn ziel was. Ik realiseerde me dat datgene in me dat geloofde en datgene in me dat zich vragen stelde, datgene wat volhardde en datgene wat ontdekte en datgene wat uiteindelijk werd ontdekt, niets anders was dan mijn ziel. Ik bedankte de duisternis die mij naar het licht bracht en ik waardeerde de sluier voor mij de visie voorbereidde waarin ik mijzelf gereflecteerd zag, de visie voortgebracht in de spiegel van mijn ziel. Vanaf dat moment heb ik alle zielen als mijn ziel gezien en mijn ziel gerealiseerd als de ziel van allen; en wat was het een verbazing toen ik me realiseerde dat alleen ik was, als er al iemand was; dat ik alles en iedereen ben die bestaat; en dat ik iedereen zal zijn die er in de toekomst zal zijn. Er kwam geen einde aan mijn geluk en vreugde.

Waarlijk, ik ben het zaad, de wortel en de vrucht van deze levensboom.