Seks

Seks is een richting. Twee is een deel van een, groeit uit een. Terwijl de dirigent de muziek leidt, vereist elke beweging van zijn dirigeerstokje een tweede beweging; een enkele beweging is niet mogelijk. Een enkele slag heeft geen betekenis; maar zodra er een tweede beweging is, begint het ritme van de muziek en verovert het zelfs de harten van kinderen. Op dezelfde wijze onthult elke enkelvoudige expressie van activiteit twee aspecten of richtingen van dezelfde handeling; en deze kunnen van elkaar onderscheiden worden als de positieve en negatieve aspecten ervan.

De Allerhoogste Intelligentie, die de bron is van deze wereld van variëteit, werkt via talloze paden en kanalen. Elk kanaal dat zij neemt dient noodzakerlijkerwijs slechts een beperkte expressie van zichzelf te zijn; maar het is de mensheid die door de wijzen van alle tijden beschouwd is als haar helderste en finale expressie. Zoals er in de Semitische overlevering is geschreven werd de mens als laatste en ´naar Zijn eigen beeltenis´ geschapen.

Denk aan menselijke intelligentie. Het is de neiging van de menselijke intelligentie om te beperken. Hij dient uit de massa´s ideeën die tot hem komen te selecteren; hij kan slechts één pad tegelijkertijd volgen. Terwijl de mens voortgaat langs zijn gekozen pad, ontdekt hij dat het zich naar rechts en naar links vertakt; en hij dient steeds maar weer nieuwe keuzes te maken. Men kan zijn leven een niet-eindigende keuze noemen; en zijn beperkingen maken hem tot wat hij is. Hij dient zijn huis en een kamer in zijn huis te kiezen; hij verbindt zich aan een bepaalde gemeenschap en aan een bepaald geloof. Hij zegt: ´Ik ben een Christen, een Engelsman, een Londenaar, een ontdekker´, en zo door terwijl hij kwaliteiten en details opnoemt die naar zijn eigen mening zijn individuele zelf uitmaken. Door zijn gewoonte van mind is hij geneigd om eerst naar de kleinste en meest beperkte aspecten van hemzelf te kijken.

Hoe creëert de mens zijn leven? Hij ziet eerst een object en vervolgens gaat hij geïnspireerd door dat object verder met creëren. Hij schetst een schilderij en als hij eraan aan het werk is suggereert het schilderij zelf hem verdere ontwikkelingen. Hij schildert en kijkt en is tevreden en vervolgens begint hij opnieuw. Zo ontwikkelt zijn intelligentie zich. En elke handeling in zijn leven, terwijl hij zo zijn weg uitwerkt, laat deze zelfde twee aspecten of richtingen zien, de ene expressief, de ander ontvankelijk. Door de wederzijdse handeling van deze twee factoren komt elk van zijn activiteiten dichter bij perfectie.

De Allerhoogste Intelligentie lijkt op deze zelfde manier haar design te scheppen, geïnspireerd door haar eigen activiteit net zoals de schilder door zijn schilderij; en dit laat zien dat het juist haar natuur is om altijd vooruit te moeten gaan door een weg te banen en door een nieuw middel te veroveren door middel waarvan zij zich kan uitdrukken. En al haar activiteit laat twee aspecten zien, twee richtingen, die elkaar in evenwicht brengen en elkaar completeren, licht en schaduw gevend aan het schilderij, ritme aan de muziek gevend; de visie van perfectie ontwikkelend.