Intuïtie stijgt op uit de diepte van het menselijke hart. Zij heeft twee aspecten: het ene is afhankelijk van een impressie van buitenaf, het andere is onafhankelijk van welke impressie van buitenaf dan ook; het eerste wordt impressie genoemd en de tweede intuïtie. Intuïtie is een verfijnd vermogen en dus een vrouwelijk vermogen; want ze verschijnt door ontvankelijkheid en de vrouw is van nature intuïtiever dan de man.
Heel vaak zegt iemand: ´Deze persoon geeft me zo´n en zo´n impressie´, maar tegelijkertijd is er geen reden om het te bewijzen; hij is wellicht niet in staat om enige reden te vinden om het te bewijzen; niettemin is de impressie juist. Er zijn mensen, ook volkeren, die van nature intuïtief zijn. Voor een intuïtief iemand is het niet nodig om te wachten totdat hij iemand heeft uitgevogeld; hij heeft maar een ogenblik nodig. Zodra zijn ogen op iemand vallen geeft dat meteen aanleiding tot een impressie die de eerstgenoemde vorm van intuïtie is. Iemand met een verfijnde mind en met een rustige mind heeft over het algemeen intuïtie; iemand met een grove mind en een rusteloze mind ontbeert die. Intuïtie is een bovenzinnelijk zintuig; ze kan een zesde zintuig worden genoemd; ze is de essentie van alle zintuigen. Wanneer iemand zegt dat hij iets heeft gevoeld, dan betekent dat niet dat er objectieve redenen waren om te bewijzen dat het zo was; dat betekent dat hij het zonder reden van buitenaf of zonder objectieve tekenen heeft gevoeld.
Intuïtie die onafhankelijk is van impressie is van een nog diepere aard. Want deze komt zo dat voordat je iets wil beginnen je weet wat het resultaat ervan zal zijn; voor het begin van een onderneming zie je het resultaat ervan. Intuïtie is soms een soort innerlijke begeleiding; soms is het een soort waarschuwing van binnen uit.
Hoe neem je die waar? Die wordt eerst uitgedrukt in de taal van het gevoel; dat gevoel dat zich uitspreidt binnen de horizon van de mind neemt zelf vorm aan en wordt meer verhalend over dit idee; dan verandert de mind het in een vorm; vervolgens interpreteert de taal het aan je. Het is dus het voelende hart waartoe de intuïtie behoort.
Intuïtie verandert in drie verschillende gesteldheden teneinde helder genoeg te worden om onderscheiden te worden: een gevoel, een verbeelding, een frase. De ene persoon hoort de stem van intuïtie zelfs wanneer die zich in het eerste proces van ontwikkeling bevindt; dat is degene die vaardiger is in het waarnemen van intuïtie en dat is degene die intuïtief genoemd kan worden. Een andere persoon onderscheidt haar als zij zich uitdrukt in het gebied van het denken. En dan is er de derde die zijn intuïtie slechts kan onderscheiden wanneer ze wordt gemanifesteerd in de vorm van een frase.
Het is de vriendelijke persoon, de liefhebbende persoon, puur van hart, van goed wil die intuïtief is. Intuïtie heeft niets te maken met leren. Een ongeletterd iemand kan veel intuïtiever zijn dan iemand die zeer gekwalificeerd is, want het is een totaal ander kennisgebied; het komt vanuit een totaal andere richting.
Een intuïtief iemand maakt heel vaak fouten in het vangen van de juiste intuïtie, want de intuïtie komt van de ene kant en zijn mind reageert van de andere kant en hij weet niet wat wat is. Als hij de handeling van zijn mind opvat als een intuïtie, dan verliest hij eenmaal teleurgesteld zijn geloof in zichzelf; en geeft hij dus vanzelf geen aandacht aan de intuïtie; en dat vermogen vermindert elke dag steeds meer in hem.
Op de eerste plaats is het vangen van een intuïtie het moeilijkst. Want voor een ogenblijk zijn beide tegelijkertijd werkzaam, intuïtie aan de ene kant en de mind aan de andere kant; net als twee uiteinden van een stok die in het midden van een andere stok is geplaatst op en neer zouden bewegen en je niet opmerkt welk uiteinde het eerst steeg en welk uiteinde daarna. En dus moet je heel scherp de handeling van de mind opmerken, wat wordt verworven door een gedegen beoefening van concentratie. Je dient in staat te zijn naar je eigen mind te kijken net zoals je naar een dia voor je kunt kijken; en terwijl je ernaar kijkt dien je in staat te zijn jezelf van alle kanten uit te schakelen, en je mind uitsluitend te fixeren op je innerlijke wezen. Door concentratie te ontwikkelen, door de mind rustig te maken, kun je afgestemd worden op de toonhoogte die nodig is om intuïtie waar te nemen. Daarnaast dien je als je eenmaal bent teleurgesteld in het waarnemen van je intuïtie, niet de moed te verliezen; je dient door te gaan om het te volgen ook al lijkt het een continue fout. Als je haar continu volgt dan zul je tot de juiste waarneming ervan komen.
De impuls van een intuïtief iemand wordt heel vaak geleid door intuïtie; de impuls van iemand die intuïtie ontbeert kan vanuit een andere richting komen, vanaf de oppervlakte. De impuls geleid door een intuïtie is wenselijk. De impuls is als een klein stro´tje dat op de oppervlakte van het water drijft; en dit stro´tje wordt een impuls wanneer die door de golf die van achteren komt wordt voortgeduwd. En daarom wordt iemand voor een juiste impuls geëerd en voor een verkeerde impuls beschuldigd. Als je zou zien wat er zich achter de impuls bevindt dan zou je traag zijn in het geven van je mening over het onderwerp.
De droom is een ander wonder, een fenomeen van de mind. In de droom zijn niet alleen de verbeelding en het denken werkzaam, maar ook de intuïtie. Intuïties die in de waaktoestand opkomen, komen op in de droomtoestand en worden helderder; want op dat moment is iemand vanzelf geconcentreerd daar zijn ogen gesloten zijn voor de uiterlijke wereld. Maar ook dan is er hetzelfde probleem. Nauwelijks is de intuïtie opgestegen uit de diepte of de verbeelding is opgestegen uit de oppervlakte en weet je niet wat wat is. Daarom zijn veel dromen verward; een deel van de droom drukt de een of andere waarheid uit en een deel van de droom is verward.
Elke droom heeft een betekenis. Als de droom niets te maken heeft met intuïtie is hij puur een automatische activiteit van alles waar de mind doorheen is gegaan op je werk gedurende de dag; het gaat net als een bewegende film automatisch voor je ogen door. Maar zelfs daarachter bevindt zich een betekenis, want er wordt niets op het gordijn van de mind geprojecteerd dat geen wortel schiet in de aarde van het hart, overeenkomstige bloemen en vruchten voortbrengend. Als de intuïtie werkzaam is in de droom dan vertelt de droom over iets in het verleden, heden of iets wat er in de toekomst komt.
Een vergevorderd iemand droomt niet veel. Ook een erg verdicht iemand droomt niet veel, omdat hij zijn brein niet inspant om te denken. Hij is helemaal gelukkig en tevreden zonder zich in te spannen om te denken; hij heeft niet veel dromen. En denk niet dat je zulke zielen maar zelden tegenkomt; je komt vaak zielen tegen voor wie het denken een inspanning is; en zij willen zich er liever geen zorgen over maken.
De mind heeft een reactie op het lichaam, het lichaam heeft een reactie op de mind; en daarom is het natuurlijk dat een lichamelijke stoornis zijn schaduw op de mind werpt en in de mind dezelfde stoornis produceert. Dromen over verstikking die continu komen, over verdrinking en het onvermogen om te lopen en te spreken, komen niet voort uit een gezondheidstoestand; het zijn de resultaten van de impressies die in de mind worden vastgehouden. Het is een soort psychische stoornis van de mind; het is een ziekte van de mind; de mind dient ervan genezen te worden. Dromen over vliegen hebben veel te maken met het idee van biologie; ook op psychische wijze drukken ze de continue poging van de ziel uit om deze gevangenschap van beperking die zij in dit aardse leven ervaart te ontstijgen; ook duiden de dromen over vliegen op een reis die je in de toekomst wacht. En de dans van zijn ziel laat iemand tijdens de slaap zingen.
Er is een soort droom die alles ondersteboven laat zien, net als een spiegel die een dik iemand dun laat zien en een dun iemand dik, een lang iemand klein en een klein iemand lang. Zo´n gesteldheid van de mind komt ook tevoorschijn, waarin alles totaal tegenovergesteld aan wat het is verschijnt. Maar deze fout kan herleid worden als een fout van de mind. De mind is ondersteboven gekeerd en daarom lijkt alles wat iemand ziet ondersteboven, met name in die droomtoestand. Soms laat deze droom helemaal het tegenovergesteld zien van wat was, wat is en wat er zal zijn. Als iemand dit soort dromen niet zou begrijpen dan zou hij die helemaal tegengesteld aan wat de ware aard ervan is interpreteren.
De symbolische droom is de werking van een subtiele mind en het is een zeer verwonderlijke werking. Net zo subtiel als de mentaliteit is, zo subtiel is het symbool waarin de verbeelding of de gedachte wordt uitgedrukt. Het is daarom voor de mystici erg gemakkelijk geweest om de evolutie van iemand vanuit zijn dromen te zien. Hoe subtieler zijn dromen, hoe subtieler iemand in zijn evolutie is. Desondanks ligt de deugd niet alleen in subtiliteit; die ligt ook in de eenvoud. Dichters, musici, denkers, schrijvers, mensen met verbeeldingskracht hebben verbazingwekkende dromen; en de grootsheid van hun dromen ligt in hun prachtige symboliek.
Er zijn dromen die visioenen genoemd kunnen worden. Het zijn reflecties; reflecties van personen, van hun minds, van werelden, van plannen waarop de mind gefocust is geraakt. Als de mind wordt gefocust op de een of andere uiterlijke wereld dan gaan de dromen over die wereld; als iemand zijn mind op zichzelf aan het focussen is dan komen zijn eigen gedachten tot hem; als de mind wordt gefocust op een bepaald iemand, dan wordt die persoon, en wat er zich binnen in hem bevindt, gereflecteerd in de droom; als de mind wordt gefocust op een bepaald plan van zijn, dan worden de omstandigheden van dat plan op de mind gereflecteerd. De omstandigheden van de droom zijn dezelfde als de omstandigheden na de dood. Hoe dieper je dit onderwerp binnen gaat, hoe meer je ontdekt dat je in het begrijpen van de droom, zijn aard, zijn mysterie, zijn karakter het geheim van het hele leven kunt begrijpen.