Hoofdstuk 6

Het geheim achter de gehele manifestatie is vibratie, vibratie die beweging genoemd kan worden. De verschillen in vibratie vormen, als ze door lijnen zijn gescheiden, bestaansniveau´s en elk niveau is anders in het ritme van deze vibraties. Wanneer we het leven als geheel nemen kunnen we een lijn trekken, het begin en het einde, of spirit en materie, of God en mens. En we zullen ontdekken dat het ritme dat de lijn begint verfijnd is en zonder verwarring en het ritme dat aan het eind van deze lijn wordt gevoeld is grof en verwarrend. En deze twee ritmes kunnen het leven van sensatie en het leven van vrede worden genoemd.

Dit zijn twee tegengestelde dingen. Het leven van sensatie geeft tijdelijke vreugde; het leven dat het eerste aspect van leven is geeft vrede en culmineert in de eeuwigdurende vrede. De vreugde, hoe groot ook, stijgt en daalt; die moet zijn reactie hebben. Daarnaast is het afhankelijk van sensatie; en waar is sensatie van afhankelijk? Sensatie is afhankelijk van het uiterlijke leven; er moet iets buiten jou zijn dat de sensatie veroorzaakt. Maar vrede wordt op een onafhankelijke wijze binnenin zichzelf gevoeld; vrede is niet afhankelijk van de uiterlijke sensatie. Het is iets wat bij iemand hoort, iets wat het eigen zelf van iemand is. Als men iemand die continu in een soort opwinding van wereldse pleziertjes, aan wie de Voorzienigheid alle voorstelbare pleziertjes heeft toegestaan, als men die zou vragen: ´Wat wens je naast al dit wat je ervaart?´, zal hij antwoorden: ´Om met rust te worden gelaten´. Wanneer de gekte komt, wanneer hij uit balans is, zal hij hunkeren naar sensatie, maar wanneer die passie is verdwenen, is vrede hetgeen waarnaar hij werkelijk verlangt. Er is derhalve geen pleziertje in de wereld, hoe groot ook, geen ervaring, hoe interessant ook, die iemand die bevrediging kan geven die alleen vrede kan geven. Een heerser kan gelukkig zijn terwijl hij op zijn troon zit, met veel bedienden voor hem, maar hij wordt alleen bevredigd als hij helemaal alleen is. Al het andere betekent niets voor hem; het heeft geen waarde; het waardevolste voor hem is dat moment waarop hij helemaal alleen is.

Ik heb ooit de Nizam (i.e. Zijne Hoogheid Mahbub Ali Khan, de Nizam van Hyderabad, gestorven in 1911) gezien, een groot leider in alle grandeur, die genoot van de koninklijke glitter en glamour om hem heen en toch zag ik ook dezelfde heerser alleen op een tapijt zitten; en op dat moment was hij zichzelf. Dat is zo met iedereen. Heerlijke schotels, zoete geur, muziek, alle andere genietingen van lijn en kleur, schoonheid in al haar aspecten, die aan de levensbehoeften van iemand lijken te beantwoorden, falen uiteindelijk wanneer ze worden vergeleken met die tevredenheid die een ziel in zichzelf ervaart, waarvan zij voelt dat die haar eigen bezit is, haar eigen eigendom; iets wat men niet buiten zichzelf hoeft te zoeken, iets wat men in zichzelf kan vinden en iets wat onvergelijkelijk groter en waardevoller is dan wat dan ook in de wereld; iets wat noch gekocht noch verkocht kan worden, iets wat niet door een ander kan worden geroofd en iets wat heiliger en sacraler is dan religie of gebed. Want alle gebeden en devotie zijn bedoeld om deze vrede te verwerven. Een goed en vriendelijk man, zeer geleerd en gekwalificeerd, sterk en machtig kan met al deze eigenschappen niet spiritueel zijn als zijn ziel niet dat ritme heeft verworven dat een natuurlijk ritme van zijn wezen is, een ritme waarin de tevredenheid van het leven alleen kan bestaan. Vrede is niet slechts kennis, vrede is niet slechts macht, vrede is niet slechts geluk, maar vrede is dit allemaal; en bovendien brengt vrede geluk voort, vrede inspireert iemand met kennis van het geziene en het ongeziene en in vrede kan de goddelijke Aanwezigheid gevonden worden. Het is niet de uitgelaten persoon die in deze continue strijd van het leven overwint; het is de vreedzame persoon die alles tolereert, die iedereen vergeeft, die iedereen begrijpt, die alle dingen assimileert. Degene die het ontbreekt aan vrede is met al zijn bezittingen, alle eigendom van deze aarde of kwaliteit van mind zelfs met deze twee arm. Hij heeft niet die weelde die goddelijk genoemd kan worden en waarbuiten het leven van de mens zinloos is. Want het ware leven ligt in vrede, een leven dat niet door de dood geroofd zal worden. Het geheim van mystiek, het mysterie van filosofie, wordt allemaal verworven na de bereiking van vrede. Je kunt niet weigeren in een persoon die een persoon van vrede is, het goddelijke te herkennen. Het is niet de praatzieke, het is niet de strijdlustige die wijs blijkt te zijn. Hij kan intellect bezitten, wereldlijke wijsheid en toch niet de zuivere intelligentie, die de ware wijsheid is, hebben. Ware wijsheid is te vinden in de vreedzame, want vreedzaamheid is het teken van wijsheid. Het is de vreedzame die observerend is; vrede geeft hem de macht om scherp te observeren. Derhalve is het de vreedzame die kan bevatten, want vrede helpt hem om te bevatten. Het is de vreedzame die kan contempleren; iemand die geen vrede heeft kan niet op de juiste wijze contempleren. Derhalve zijn alle zaken die gerelateerd zijn aan de spirituele vooruitgang in het leven afhankelijk van vrede.

En nu is de vraag, wat maakt dat iemand vrede ontbeert? Het antwoord is, de liefde voor sensatie. Iemand die altijd op zoek is om het leven in beweging, in activiteit, in welke vorm dan ook, te ervaren wil steeds meer van die ervaring. Uiteindelijk wordt hij afhankelijk van het leven dat zich in de buitenwereld bevindt en verliest hij zo uiteindelijk zijn vrede, de vrede die zijn ware zelf is. Wanneer iemand zegt over een ander: ´Die persoon heeft zijn ziel verloren´, dan is zijn ziel niet verloren; de ziel heeft haar vrede verloren. Helemaal opgaan in het uiterlijke leven, elk moment van de dag en van de nacht, denkend, zich zorgen makend, werkend, strijdend en voortploeterend, berooft iemand uiteindelijk van zijn ziel. Zelfs als men als prijs van dat vechten iets wint wat buiten hemzelf is dan zal iemand die een nog groter vechter is het ooit uit onze handen grissen.

Men kan zich afvragen of het niet onze noodzaak in het leven is die ons laat opgaan in het uiterlijke leven en ons geen moment gunt om vrede te ervaren. In antwoord hierop moet ik zeggen: stel dat het uiterlijke leven tien uur van de dag in beslag heeft genomen, dan heb je nog steeds twee uur over; als slaap tien uur van de dag in beslag heeft genomen dan heb je nog steeds twee uur te besteden. Om vrede te verwerven moet men zoeken naar dat ritme wat zich in het diepst van ons wezen bevindt. Het is net als met de zee: het oppervlak van de zee is altijd in beweging; de diepte van de zee is kalm. Zo is het ook met ons leven. Als ons leven in de zee van activiteit wordt gegooid, is dat op het oppervlak; wij leven nog altijd in de onpeilbare diepten, in die vrede. Maar het is zaak om je bewust te worden van die vrede die in onszelf gevonden kan worden. Dit kan ons het antwoord op al onze problemen brengen. Zo niet, dan is er een volgend moeilijk probleem op komst wanneer we het ene probleem willen oplossen. Er bestaat geen einde aan onze problemen; er bestaat geen einde aan de moeilijkheden van het uiterlijke leven. En als we ons erover opwinden zullen we nooit in staat zijn ze op te lossen. Sommigen denken: ´We zouden kunnen wachten; misschien verbeteren de omstandigheden zich; we zullen dan zien wat we moeten doen´. Maar wanneer zullen de omstandigheden zich verbeteren? Zij zullen nog meer verslechteren! Of de omstandigheden zich nu verbeteren of verslechteren, het is het belangrijkste eerst het koninkrijk van God in onszelf te zoeken, waarin zich onze vrede bevindt. Zodra we dat hebben gevonden, hebben we onze steun gevonden, hebben we ons zelf gevonden. En ondanks alle activiteit en beweging aan de oppervlakte zullen we in staat zijn die vrede ongestoord te bewaren als we die maar stevig vast houden door er ons bewust van te worden.