Hoofdstuk 13

Kortom, het doel van het leven is dat het enige Wezen Zijn uniciteit begrijpelijk maakt voor Zichzelf. Hij gaat door verschillende evolutietrappen heen, of trappen waardoor hij bij verschillende veranderingen uitkomt teneinde Zichzelf Zijn uniciteit te verhelderen. En zolang dit doel niet wordt voltooid, heeft het enige Wezen niet Zijn ultieme bevrediging gevonden, waarin Zijn goddelijke perfectie ligt. Men kan vragen: ´Is de mens het enige orgaan waardoor God Zijn uniciteit verwerkelijkt?´ God verwerkelijkt Zijn uniciteit via Zijn eigen natuur. Daar God uniek is, verwerkelijkt Hij Zijn uniciteit altijd via dingen; via de mens verwerkelijkt Hij Zijn uniciteit ten volste. Er zijn bijvoorbeeld aan een boom veel bladeren; ofschoon elk blad anders is dan de andere, is het verschil toch niet groot. Dan betreffende de wormen, kiemen, vogels en dieren: zij zijn verschillend van elkaar en toch is het verschil niet zo duidelijk als bij de mens. En als men denkt aan de grote variëteit in de talloze menselijke vormen en het lijkt alsof er geen vorm exact hetzelfde is, levert dit ons het levende bewijs van de uniciteit van God. Om dit te laten zien heeft Asaf Nizam een erg mooi gedicht gemaakt: ´Je kijkt met minachting naar me. Ja, toegegeven; ik ben verachtelijk. Maar kun je me eenzelfde verachtelijk schepsel tonen?´ Hetgeen betekent: zelfs de slechtste mens is niet te vergelijken; er is niemand zoals hij. Het is een groot fenomeen, het bewijs van uniciteit, het bewijs van eenheid, dat er in de schepping van God geen competitie is, niemand concurreert met de Schepper. Met andere woorden: het zou onwaardig zijn als het enige Wezen zou voelen: ´Er is een ander als Ik, zelfs in de wereld van variëteit.´ Hij bewaart Zijn trots zelfs in de wereld van variëteit: ´Niemand is als Ik´. Zelfs in de slechtste vermomming staat Hij alleen zonder vergelijk. Iemand kan vragen: ´Verwerkelijkte God Zijn uniciteit voordat de mens op aarde verscheen?´ Wie kan echter zeggen hoe vaak de mens op aarde is verschenen en verdwenen? Wat wij weten is slechts een geschiedenis van de planeet. Maar hoeveel planeten bestaan er? In hoeveel miljoenen jaren zijn hoeveel scheppingen geschapen en hoe veel teruggetrokken? Het enige wat men kan zeggen is dat men niet kan spreken over het verleden, heden en de toekomst van God; men kan slechts een idee geven en dat is het centrale idee van alle aspecten van waarheid; dat is het enige Wezen dat bestond, dat bestaat en dat zal bestaan; en het enige wat wij zien zijn Zijn fenomenen.

Er bestaat een verhaal dat het mysterie van het doel van het leven kan verklaren. Een elf had een groot verlangen zich te vermaken en ze daalde neer op de aarde. Daar hadden kinderen een klein poppenhuis gemaakt. Zij wilde dit poppenhuis binnengaan maar het was moeilijk voor haar om een ruimte binnen te gaan waar alleen poppen binnen kunnen gaan. ´Goed dan´, zei ze, ´ik zal een andere manier uitproberen. Ik zal een vinger deze kant op sturen en een andere vinger een andere kant op en elk deel via een andere kant´. En ze splitste zich op in verschillende deeltjes en elk deel van haar ging via verschillende delen van het poppenhuis naar binnen. En wanneer een deel een ander deel tegenkwam, wreven ze meteen tegen elkaar aan en dat was erg onplezierig. En er heerste een strijd onder de verschillende delen: ´Waarom kom je mijn weg op? dit was mijn weg; waarom kom je mijn weg op?´ Elk deel van het wezen van de elf was ergens in geïnteresseerd, in een of ander deel van het poppenhuis. Toen dat moment van interesse voorbij was wilde een bepaald deel van haar wezen het poppenhuis uit gaan. Maar toen waren er andere delen van het wezen die haar niet wilden laten gaan. Zij hielden haar vast: ´Jij blijft hier; je kunt niet naar buiten gaan´. Sommige delen van het wezen wilden een ander deel eruitduwen, maar dat ging onmogelijk. En zo was er alom chaos, terwijl het ene deel niet wist dat het andere deel tot dezelfde elf behoorde en terwijl het ene deel onbewust werd aangetrokken tot het andere deel omdat zij delen van hetzelfde lichaam waren. Op het einde liep het hart van de elf ook rond. Dit hart susde elk ander deel door te zeggen: ´Je bent van mij vandaan gekomen. Ik wil troosten, ik wil je dienen. Als je zorgen hebt wil ik je zorgen wegnemen. Als je een dienst nodig hebt, wil ik je die verlenen. Als je iets mist wil ik je dat brengen. Ik weet hoe bezorgd je bent hier in het poppenhuis´. Maar sommige zeiden: ´We zijn helemaal niet bezorgd; wij vermaken ons. Als we bezorgd zijn komt dat door het verlangen hier te blijven. Anderen zijn bezorgd, niet wij´. Het hart zei: ´Welnu, ik zal naar jullie kijken en ik zal me ook vermaken. Ik zal sympathiseren met degenen die bezorgd zijn, ik zal degene helpen die zich vermaken´. Dit was het enige deel van het wezen van de elf dat zich ervan bewust was dat zijn atomen overal verspreid waren. De atomen waren zich er echter nauwelijks van bewust, ofschoon zij zich bewust of onbewust, wetend of onwetend, aangetrokken voelden tot het hart daar zij tot hetzelfde lichaam behoorden. Dat was de kracht van het hart. Het was net als de kracht van de zon, die de ontvankelijke bloem in een zonnebloem verandert. En net zo veranderde de kracht van het hart van de elf elk deel van haar wezen dat ontvankelijk was, in een hart. En omdat het hart licht was en het leven zelf, kon het poppenhuis het hart niet langer vasthouden. Het hart was de vreugde van het poppenhuis aan het ervaren, maar was tegelijkertijd in staat weg te vliegen. Het hart was verheugd te ontdekken dat alle atomen tot zijn lichaam behoorde en hij werkte via alles en via elk deel van zijn organen; en zo veranderde het in de loop van de tijd elk deel van zijn organen ook in een hart, waardoor dit fenomeen werd voltooid.

God is liefde. Als God liefde is, is liefde zeer sacraal en is het uiten van dit woord zonder betekenis een ijdele herhaling. De lippen van iemand voor wie het iets betekent, zijn gesloten; hij kan weinig zeggen. Want liefde is op zich een onthulling; er is geen studie noodzakelijk, er is geen meditatie nodig, geen vroomheid vereist. Als liefde zuiver is, als de vonk van liefde is gaan gloeien, dan is er geen behoefte om ergens naar toe te gaan om spiritualiteit te verwerven; dan bevindt zich spiritualiteit van binnen. Men moet de vonk blijven aanblazen totdat hij in een voortdurend vuur verandert. De vuuraanbidders uit de oudheid aanbaden niet een vuur dat uitging; zij aanbaden een voortdurend vuur. Waar vindt men dat voortdurende vuur? In je eigen hart. De vonk die men even voelt gloeien en dan uitdooft behoort niet toe aan de hemel, want in de hemel duurt alles voort; het moet ergens anders toe behoren. Liefde is een woord uit een woordenboek geworden, een woord dat duizendmaal op een dag wordt gebruikt, wat niets betekent. Voor degene die weet wat het betekent, betekent liefde geduld, betekent liefde verdraagzaamheid, betekent liefde tolerantie, betekent liefde opoffering, betekent liefde dienstbaarheid. Zaken als voorkomendheid, nederigheid, bescheidenheid, bevalligheid, vriendelijkheid zijn allemaal verschillende manifestaties van Liefde. ´God is alles en alles is God´, is hetzelfde als ´Liefde is alles en alles is Liefde´. Het verwezenlijken van het doel van het leven is dit te vinden, dit te voelen, deze warmte te ervaren en om in de wereld het licht van liefde te zien, de gloed ervan te bewaren en de vlam van je liefde hoog te houden als een geheime fakkel die je door de reis van je leven leidt. Volgens de algemene levensstandaard wordt iemand met gezond verstand gezien als een juist en geschikt persoon. Maar volgens een mystieke standaard kan alleen die persoon beginnen juist te zijn die sympathie voor zijn medemens begint te voelen. Want wat verwerven we door de studie van filosofie en mystiek, door de oefeningen van concentratie en meditatie? Een vaardigheid om onze medemensen beter te dienen.

De waarheid is eenvoudig. Maar juist omdat dit eenvoudig is, nemen de mensen haar niet aan; omdat ons leven op aarde zo is dat we voor alles wat we waarderen een grote prijs dienen te betalen en men zich afvraagt, als de waarheid het kostbaarste van alles is, hoe de waarheid dan op eenvoudige wijze verworven kan worden? Deze illusie zorgt ervoor dat iedereen eenvoudige waarheid ontkent en naar complexiteit zoekt. Vertel mensen over iets dat hun hoofden aldoor doet tollen. Zelfs al begrijpen ze het niet, ze zijn erg blij te denken: ´Het is iets substantieels; het is iets solide; want het is een idee dat we niet begrijpen; het moet iets verhevens zijn´. Maar iets wat elke ziel weet, aantonend wat goddelijk is in elke ziel en waarvan het niet anders kan dan het te weten, dat lijkt te goedkoop, want de ziel weet het al. Er zijn twee zaken: weten en zijn. Het is gemakkelijk de waarheid te kennen, maar het is uiterst moeilijk de waarheid te zijn. De verwerkelijking van het doel van het leven ligt niet in het kennen van de waarheid maar in het zijn van de waarheid.