God is alwetend, almachtig, al-doordringend en het enige Wezen. Dit geeft ons het idee dat de Absolute levend Wezen is; dat er niet zoiets als de dood bestaat; dat er niet zoiets als een einde bestaat; dat elk ding, elk wezen, elk onderdeeltje een continuïteit bezit, omdat het leven continu doorgaat.
Een einde of de dood is slechts een verandering; derhalve wordt er aan elke gedachte die ooit in je op is gekomen, aan elk gevoel dat er ooit door je hart heen is gegaan, aan elk woord dat ooit is uitgesproken en waar misschien nooit meer aan gedacht is, aan elke handeling die ooit is verricht en die is vergeten, een leven gegeven; en het gaat door met leven. Het is net als een reiziger die aan het reizen is en op zijn weg wat zaadjes in zijn handen heeft en ze op de grond gooit. Wanneer de planten op die plek groeien ziet hij ze nooit; hij heeft alleen maar de zaadjes er neer gegooid en ze zijn daar. De aarde heeft hen opgenomen en het water heeft ze opgekweekt en de zon en de lucht hebben hen geholpen om te groeien.
Dit leven is een verblijfplaats; en daarin wordt voor alles, zoals gedachte, woord, handeling of gevoel, wanneer die eenmaal is geboren, gezorgd, wordt die opgevoed en tot bloei gebracht. Je zou nauwelijks denken dat dat zo zou kunnen zijn. Je denkt dat iets wordt uitgesproken en verdwijnt of wordt gedaan en klaar is; of dat het werd gevoeld en het er nu niet langer meer is. Het is echter slechts een verandering, een verandering waarvan we ons bewust zijn. We weten ergens iets van af; en vervolgens bevindt dat zich niet meer voor onze ogen en denken we dat het is verdwenen, maar het is er nog steeds. Het blijft en vervolgt zijn koers; want het is leven en in alles bevindt zich een leven. En het leven leeft; en daar alles leven is, is er geen dood.
Geboorte en dood, begin en einde zijn ongetwijfeld de namen van de verschillende aspecten van deze mechanische werkzaamheid van het gehele universum. Het is een soort automatische werkzaamheid die ons een idee geeft van iets wat begint en wat eindigt. Wanneer je op een bel drukt neemt de handeling slechts een moment een beslag, maar de weerklank blijft voortduren. Het blijft voor onze kennis net zo lang voortduren als we het kunnen horen; en vervolgens gaat het verder en is het niet langer hoorbaar voor ons; maar het bestaat ergens, het gaat verder.
Wanneer een kiezelsteentje dat in het water is gegooid het water in beweging zet dan sta je er nauwelijks bij stil in welke mate deze vibratie uitwerkt op de zee. Wat je ziet zijn de kleine golfjes en de kringen die het kiezelsteentje voor je ogen produceert. Je ziet alleen die. Maar de vibratie die het heeft geproduceerd in de zee reikt veel verder dan de mens zich ooit kan voorstellen. Wat we ruimte noemen is een veel verfijndere wereld. Als we het zee noemen, is het een zee met de verfijnste vloeistof. Als we het land noemen, is het een land dat onvergelijkbaar vruchtbaarder is dan het land dat we kennen. Het neemt alles in zich op en voedt het op; het kweekt het op en het staat het toe om te groeien; dat wat je ogen niet kunnen zien, wat je oren niet kunnen horen.
Maakt deze gedachte ons niet verantwoordelijk voor elke beweging die we maken, voor elke gedachte die we denken, voor elk gevoel dat er door onze mind of ons hart gaat? Want er wordt geen moment van ons leven verspild als we maar wisten hoe we onze handeling hier moesten gebruiken, hoe we ons denken zouden moeten richten, hoe we dat in woorden uit zouden moeten drukken, hoe we dit verder op weg zouden kunnen helpen met onze beweging, hoe we het zouden moeten voelen, zodat het zijn eigen atmosfeer zou kunnen maken. Wat een verantwoordelijkheid! De verantwoordelijkheid dat een ieder heeft is groter dan de verantwoordelijkheid van een koning. Het lijkt alsof een ieder zijn eigen koninkrijk heeft waar hij verantwoordelijk voor is; en een koninkrijk dat op geen enkele wijze kleiner is dan enig koninkrijk dat ons bekend is, maar onvergelijkbaar groter is dan de koninkrijken van de aarde. Dit leert ons bedachtzaam en zorgvuldig te zijn en onze verantwoordelijkheid bij elke beweging die we maken te voelen. Maar niet iedereen voelt dit; hij is zich niet bewust van zichzelf, hij is zich niet bewust van het geheim van het leven. Hij wandelt als een dronkaard in een stad. Hij weet niet wat hij aan het doen is, ofwel in zijn voordeel ofwel in zijn nadeel.
Hoe kan een gedachte leven? Op welke manier leeft die? Heeft die een lichaam om te leven, heeft die een mind, heeft die een adem? Ja. Het eerste wat we zouden moeten weten is dat een adem die direct uit de bron vandaan komt een lichaam zoekt, een verblijfplaats waarin hij kan funktioneren. Een gedachte is als een lichaam, die gedachte die uit de bron vandaan komt als een straal van die spirit die vergeleken kan worden met de zon.
Dit maakt van de gedachte een entiteit; ze komt als een entiteit. Deze entiteiten worden in de Soefi-terminologie Muwakkals genoemd, wat elementaire geesten betekent. Zij leven; zij hebben een bepaald doel te vervullen. Zij worden door de mens geboren; en achter hen bevindt zich het doel om hun leven te richten. Stel je voor hoe verschrikkelijk het is als in de passie van een moment iemand zijn woede, zijn passie, zijn haat uitdrukt; want een woord dat op zo´n moment wordt uitgedrukt dient te leven en zijn doel uit te oefenen. Het is net als het creëren van een leger vijanden om zichzelf heen. Misschien heeft de ene gedachte een langer leven dan de andere gedachte; dat hangt af van welk leven eraan wordt gegeven. Als het lichaam sterker is dan leeft het langer. De kracht van het lichaam van die gedachte hangt af van de energie van de mind.
Iemand vroeg mij ooit hoe de elementaire geesten eruit zien. Ik antwoordde: ´Elementaire geesten zien er net zo uit als je gedachten. Als je gedachten aan menselijke wezens hebt, dan hebben de elementaire geesten menselijke vormen; als je gedachten aan vogels hebt, dan hebben de elementaire geesten de vorm van vogels; als jouw gedachten de gedachten aan dieren zijn dan hebben de elementaire geesten de vorm van dieren; want elementaire geesten worden uit jouw gedachten gemaakt´.
Elementaire geesten worden door de mens gemaakt. Wanneer de wind blaast en de stormen tekeergaan en overal destructie scheppen kijk je ernaar als een mechanische handeling van de natuur. Maar het is niet alleen een mechanische handeling, het wordt ook gestuurd door de gevoelens van de mens, door de intense gevoelens van menselijke wezens. Deze gevoelens veranderen in geweldig grote wezens, de wezens die sturen. Zij duwen als een batterij achter de winden en de stormen, overstromingen en vulkanen. En zo komt het dat die gedachten die om zegening vragen, zoals regen, de genade van God op anderen dient te brengen. In het Oosten noemt men de regen de goddelijke genade. De zonneschijn wanneer de lucht helder is en alle andere zegeningen van de natuur, de zuivere lucht opbeurend is, de lente, goede oogst, vruchten, bloemen en groenten, al deze verschillende zegeningen die tot ons komen vanuit de aarde of de hemel, worden ook gestuurd door krachten die zich erachter bevinden. Net zoals de mechanische werkzaamheid van de natuur de dampen de lucht in verheffen en zij allemaal samensmelten in wolken en regen veroorzaken, zo hebben ook de gedachten, gevoelens, woorden en handelingen hun mechanische taak te verrichten; en die taak stuurt de handeling van het universum. Dit laat ons zien dat het niet alleen een mechanische taak van de natuur is, maar ook menselijke intelligentie die mechanisch werkzaam is, die de gehele werkzaamheid van de natuur stuurt.
Dat geeft je er een idee van dat de verantwoordelijkheid van de mens groter is dan van enig ander wezen op de wereld. In de Koran wordt verteld dat God zei: ´Wij gaven ons vertrouwen aan de hemelen en de aarde en de bergen en zij wilden die niet ontvangen; de mens echter heeft ons vertrouwen geaccepteerd´. Dit vertrouwen is onze verantwoordelijkheid; niet alleen onze verantwoordelijkheid jegens degenen om ons heen, degenen die we in ons dagelijks leven ontmoeten, of jegens de taak waarmee we bezig zijn, of jegens het belang dat we in het leven hebben; maar onze verantwoordelijkheid jegens deze gehele schepping; wat we aan deze schepping bijdragen en of dat iets aangenaams is wat betere en harmonieusere omstandigheden in de sfeer, in de wereld, op de aarde voortbrengt. Als we dat doen dan kennen we onze verantwoordelijkheid; als we ons er niet van bewust zijn dan hebben we nog niet het doel van ons zijn hier gekend.
Er is de babytijd waarin een baby niets weet. Hij vernielt dingen van waarde en schoonheid vanwege zijn nieuwsgierigheid, zijn genot. Maar wanneer het kind volwassen is begint hij zijn verantwoordelijkheid te voelen. Het teken van rijpheid is het gevoel van verantwoordelijkheid. Dus wanneer een ziel rijpt begint ze haar verantwoordelijkheid te voelen. En vanaf dat moment begint iemand zijn leven; vanaf dat moment wordt de ziel opnieuw geboren. Want zolang als de ziel niet opnieuw geboren wordt zal ze het koninkrijk van God niet binnengaan. Het koninkrijk van God is hier. Zo lang als de mens zich niet bewust is van zijn verantwoordelijkheid kent hij het koninkrijk van God niet. Zich bewust worden van zijn verantwoordelijkheid wekt hem tot het koninkrijk van God waarin de geboorte van de ziel ligt.
Voorts is er ter ondersteuning van dit idee een woord dat in het Sanskriet wordt gebruikt voor God-bewuste mensen; en dat woord is Brahmaan, schepper. Nauwelijks heeft een mens dit idee verwezenlijkt of hij begint te weten dat elk moment van zijn leven creatief is, of dan nu naar buiten of naar binnen toe is gericht. En als hij verantwoordelijk is voor zijn schepping is hij verantwoordelijk voor elk moment van zijn leven. Dan wordt er niets in het leven verspild. Wat de omstandigheid ook is, hoe hulpeloos of ellendig, toch wordt zijn leven niet verspild; want de creatieve macht is werkzaam via elke beweging die hij maakt, elke gedachte die hij denkt, elk gevoel dat hij heeft; hij is altijd iets aan het doen.
Er is een ander woord in het Sanskriet voor Brahmaan en dat is Duija, wat ´de ziel die opnieuw geboren is´ betekent. Want op het moment dat je je dit alles hebt gerealiseerd is de ziel opnieuw geboren; want je besef van de wereld is dan anders, de plan van het leven wordt dan anders, je handeling wordt dan anders.
Nog een beetje verder gaand, zijn er zielen die soms niets lijken te doen; en iemand denkt: ´Ja, het zijn zeer spirituele mensen, denk ik. Maar wat zijn ze aan het doen?´ Omdat hetgeen we van doen weten is druk in de weer zijn en altijd maar bezig zijn. Hoe onbelangrijk ook, toch dient er iets gedaan te worden; dat is de gedachte erover. Maar wanneer iemand geëvolueerd is, is hij wat aan het doen alhoewel het kan lijken alsof hij naar buiten toe weinig doet en kan hij naar binnen toe gericht veel grotere taken verrichten dan iemand van buitenaf kan opmerken.
Er is een verhaal over een madzub. Een madzub is iemand die als een actief iemand in de wereld wordt beschouwd; velen denken aan hem als iemand die totaal niet in evenwicht is. In het Oosten zijn er enkelen die afweten van zulke wezens en zij hebben respect voor hen. Eeuwen geleden was er een madzub in Kashmir; en hem werd door de Maharaja toegestaan door het paleis en de tuinen te zwerven waar hij maar wilde en hem was een lapje grond gegeven waarop hij kan verblijven. Het was hem toegestaan overal in de tuinen van de Maharaja te wandelen. En er was een miniatuur speelgoedkanon in de tuin; en soms had deze madzub zin om daar mee te spelen. Hij nam dan gewoonlijk zijn geweer mee en richtte dat ofwel naar het zuiden, of naar het noorden, of in welke richting dan ook; en vervolgens draaide hij het weer om en maakte allerlei gebaren en nadat hij die gebaren had verricht was hij verrukt. Het leek er gewoonlijk op alsof hij aan het vechten was; en alsof hij na dat gevecht nu overwinnaar was en zeer verrukt. En elke keer als hij op deze manier handelde gaf Maharaja Ranjit Singh gewoonlijk zijn leger het bevel zich gereed te maken voor de oorlog; en was er succes. De oorlog had vele jaren lang geduurd en verliep traag en er was niets gebeurd, maar elke keer als de madzub met het kanon speelde, werden er resultaten geboekt.
Er was in Hyderabad een madzub van wie het de gewoonte was om iedereen te beledigen, om mensen zodanig uit te schelden dat ze van hem weg liepen. Er was echter één man die ondanks alle beledingen naar hem toe durfde te gaan. De madzub vroeg: ´Wat wil je?´ Hij antwoordde: ´Mijn zaak komt over zes dagen voor op het gerechtshof en ik heb geen geld, geen middelen. Wat moet ik doen?´ De madzub zei: ´Vertel me waar de zaak over gaat; maar vertel me wel de waarheid´. Dus vertelde de man hem alles en luisterde deze madzub ernaar; en hij schreef op de grond: ´Er lijkt niets in deze zaak te zijn, dus dient die verdaagt te worden´; en hij zei: ´Ga, het is gebeurd´. De man ging naar het gerechtshof. Er waren veel advocaten en pleiters van de tegenpartij aanwezig; aan zijn kant was er niemand, omdat hij arm was. De rechter hoorde de zaak van twee kanten aan en sprak vervolgens dezelfde woorden die de madzub op de grond had geschreven.
Wat betekent dit? Het verklaart ons slechts de woorden die Christus heeft gesproken: ´Ga het Koninkrijk van God binnen´: dat elke ziel in zichzelf een koninkrijk van God heeft. Je bewust worden van dit mysterie van het leven is je ogen openen voor het koninkrijk van God; en dan heeft alles wat je doet een betekenis, een invloed; niets gaat verloren. En als het zich niet materialiseert, is dat niet erg; het wordt gespiritualiseerd. Niets gaat verloren, niets gaat er hier verloren. Als het niet op dit plan wordt geproduceerd dan is het op een ander plan geproduceerd. Maar het reflecteert nog steeds op dit plan, omdat er altijd tussen de twee plannen actie en reactie is. Het betekent slechts dat wat je doet, als het niet op dit plan wordt gematerialiseerd, wordt gereflecteerd vanuit het ander plan op dit plan en dan gematerialiseerd; dat is alles. Als iemand denkt: ´Ik heb het niet gematerialiseerd´, dan betekent dat alleen maar dat de tijd en de omstandigheden het niet hebben toegestaan om te materialiseren. Maar als het eenmaal is uitgezonden dan dient het uiteindelijk gematerialiseerd te worden.