De invloed van kunstwerken

Er bevindt zich een gevoel in en achter de kunstwerken die er zijn gemaakt, onafhankelijk van de vaardigheid die erin is gestopt en de ideëen die ze aan ons overbrengen. Toen ik Berlijn bezocht bezichtigde ik de beeldhouwkunst van het paleis van de Keizer; overal rondom was er het een of andere kunstwerk dat vrees, terreur of destructie suggereerde. Zodra ik het zag zei ik: ´Geen wonder dat de dingen zijn gebeurd zoals ze zijn gebeurd, want deze beeldhouwkunst werd voordien geproduceerd´. Een kunstwerk kan prachtig zijn om naar te kijken, het kan een grote vaardigheid in zich hebben en toch is de mind van de kunstenaar erdoorheen werkzaam en het effect dat een afbeelding heeft is niet wat het naar buiten toe suggereert, maar wat het hardop uitspreekt als de stem van zijn hart. In elke afbeelding, in elk beeldhouwwerk, in elke artistieke constructie kun je dit zien; er is een stem in verborgen die continu vertelt voor welk doeleinde het kunstwerk werd gecreëerd.

Soms is een kunstenaar zich niet bewust van hetgeen hij aan het creëren is. Hij is zijn verbeelding aan het volgen; hij kan tegen zijn eigen kunstwerk werkzaam zijn; hij kan een effect voortbrengen dat hij niet voor zichzelf heeft gewenst of voor degene aan wie het kunstwerk geschonken zou moeten worden. Ik ging ooit een tempel bezoeken. Ik kon niet zeggen dat die tempel mooi was; maar die was prachtig, enig in zijn soort. Nauwelijks vielen mijn ogen op het kleurenschema en de afbeeldingen die er als zijn prominente kenmerken stonden of ik werd zo verrast dat ik me afvroeg hoe het mogelijk was dat zo´n tempel als zo lang bestond; hij zou lang geleden verwoest hebben moeten worden. En niet lang daarna hoorde ik dat de tempel was verwoest. Het idee is dat de bouwer van die tempel zo in beslag was genomen door zijn schema dat hij de harmonie van de spirit was vergeten die het plan had moeten maken; en zo resulteerde het in mislukking.

Een vriendin nam me ooit mee om wat afbeeldingen te bekijken die haar man had gemaakt. Nauwelijks had ik ze gezien of het bracht me de gehele geschiedenis van die persoon, hoe zijn ziel voortging door het leven, de zielenstrijd waar ze doorheen ging; alles werd uitgedrukt in de afbeeldingen. En wat was de gesteldheid van de bezitter van deze afbeeldingen? Niets anders dan leed en depressie.

Het is beter als een kunstenaar bang is om een kunstwerk te maken dat iets onwenselijk zou kunnen produceren, omdat hij dan zorgzaam zal zijn; en als hij probeert het effect te kennen, dan zal hij het kennen. Het is heel gemakkelijk om te genieten van een schilderachtig idee, maar je stopt nooit om te ontdekken dat niet alleen het idee belangrijk is, maar ook wat er het resultaat van is; is het destructief, is het constructief? Bijvoorbeeld bij stoomboten, vooral in het Kanaal, zodra je de cabine in gaat is het eerste wat je ziet een afbeelding van iemand die op het punt staat te verdrinken en zijn reddingsvest aan het aantrekken is. Het is het eerste waarmee je wordt beïndrukt als het eerste voorteken. Het is zeker instructief; maar het is niet een psychologische instructie. Als er al enige instructie nodig zou zijn dan zou het beter zijn kaarten met afbeeldingen rond te laten gaan nadat het schip is gaan varen, nadat de mensen eraan gewend zijn. Het is ook zeer onwijs – je zou er een ander woord voor moeten gebruiken – om in een klaslokaal of in een kapel scenes van de dood te plaatsen, zelfs van heiligen of meesters; vooral in verband met heiligen en meesters die, daar ze onsterfelijk zijn, nooit zijn gestorven.

Zo is het ook met poëzie. Onder de Hindoes bestaat er een psychologie van poëzie die de dichter wordt geleerd nadat hem is toegestaan om poëzie te schrijven. Want niet alleen het ritme en de bezieling van mind en denken dienen uitgedrukt te worden; poëzie schrijven betekent ook iets construeren, iets maken of iets in de war sturen. Poëzie heeft soms een effect op de voorspoed of het verval van de groten in wier lofprijzing ze is gemaakt. Er is een wetenschap aan verbonden. Iemand kan hoog van een ander opgeven in poëzie, en toch kan de constructie van de woorden of het idee erachter schadelijk zijn. Het is niet alleen schadelijk voor degene voor wie het werd gemaakt; maar soms, als die persoonlijkheid sterk is, valt die op de dichter en vernietigt die hem voor altijd.

Je zou je af kunnen vragen: ´Doen drama en tragedie dan geen kwaad?´ Er zijn veel dingen die ons schaden, maar er zijn ook veel dingen die tegelijkertijd interessant zijn. Bovendien zijn er minds die zich meer aangetrokken voelen tot tragedie dan tot wat dan ook. Dat is natuurlijk, omdat er soms een pijnlijke plek is en die pijnlijke plek voelt zich voor een moment levend, een gevoel dat misschien aangenaam is. Het kan een pijn genoemd worden; maar tegelijkertijd is het een aangename pijn wanneer er aan de pijnlijke plek wordt gekrabd. Te veel tragedie is ongetwijfeld voor niemand wenselijk, maar een artistieke natuur, iemand die van poëzie houdt vindt iets in tragedie. Je ontzegt jezelf een grote vreugde wanneer je Shakespeare niet zou lezen. Maar wanneer mensen poëzie schrijven in verband met de een of andere persoonlijkheid, een koning of een soeverein of wie dan ook, dan heeft dat een direct effect; de poëzie van Shakespeare is algemeen. Desalniettemin heeft een toneelstuk een effect, en een zeer serieus effect.

Het voorafgaande is overeenkomstig het psychologische gezichtspunt; het is niet bedoeld als het gezichtspunt van de Soefi. Want Soefis houden veel van poëzie en hun passie voor poëzie gaat soms erg ver in het uitdrukken van het sentiment van het smachten, het hunkeren, het hartenzeer, de teleurstelling. Maar zelfs dat is niet psychologisch; volgens de psychologie is dat niet juist.

En zo is het ook met muziek. Het kan voor een musicus erg interessant zijn om een soort magische muziek te maken, beschrijvend hoe de vloed kwam en de stad werd vernietigd en iedereen die in de stad woonde; voor het moment zelf kan het hem een amusement toeschijnen, een vreemde verbeelding; maar die heeft haar invloed.

Het interessantste is dat er via kunst, poëzie, muziek of via de bewegingen die in de dans worden gemaakt, een gedachte of een gevoel wordt geschapen, waarvan het effect het resultaat is van de hele actie; de kunst is als het ware een bedekking. En op elk plan is de bedekking van dat plan vereist teneinde het leven op het plan uit te drukken. Dus is muziek een wereld; is poëzie een wereld; is kunst een wereld. Iemand die in de wereld van kunst leeft dat is degene die de kunst kent, die de kunst waardeert; en dus kent de persoon die in de wereld van de muziek leeft de muziek, waardeert hij de muziek. Teneinde inzicht te hebben in muziek moet je in de muziek leven en deze wereld op een scherpere wijze observeren. Met andere woorden: het is niet voldoende dat iemand muzikaal is en dat hij zijn hart en ziel met muziek bezighoudt; maar hij dient ook intuïtie te ontwikkelen zodat hij scherper zou kunnen zien.

Hoe prachtig is het niet om op te merken dat kunst in al haar aspecten iets levends is, wat spreekt van goed of kwaad. Het is niet alleen de betekenis die je in de frescos in de oude huizen van Italië ziet en welke kunst er in de beeldhouwkunst van vroeger wordt geproduceerd; maar deze kunstwerken spreken ook tegen je over de geschiedenis van het verleden; zij zullen je over de kunstenaar vertellen die ze gemaakt heeft, zijn trap van evolutie, zijn drijfveer, zijn ziel en de spirit van die tijd. Dit leert ons dat ons denken en voelen op onbewuste wijze worden geproduceerd in alles wat we gebruiken; een plek, een rots, een boom, een zetel, in dingen die we klaarmaken; in de kunst echter completeert een kunstenaar de muziek van zijn ziel, van zijn mind. Dat is niet automatisch; het is heel vaak een bewust effect, een effect dat resulteert in een ander effect. Dit laat zien dat het voor ons niet genoeg is om kunst te leren of na te streven; maar dat we teneinde die kunst te completeren we de psychologie van kunst dienen te begrijpen, waardoor je het doel van je leven voltooit.