Een grote Indische dichter zong in het Sanskriet zijn lof over de vina: ´Dat instrument van darmsnaren! Door ernaar te kijken, door het aan te raken, door het te horen, kun je vrij gemaakt worden, zelfs als je een Brahmaan doodt!´ En een Brahmaan doden wordt als de grootste zonde beschouwd.
Dit instrument werd uitgevonden door de Heer van de Yogis, Shiva, wiens naam ook Mahadeva is. Hij gaf de wereld zijn levenslange ervaringen in het beoefenen van Yoga en hij wordt in India aanbeden als een godheid. Zijn geschriften worden als heilig beschouwd. Hij was een grote meester van de ademhaling en een asceet; hij leefde in de bergen, waar hij zat en de vrije lucht van de ruime horizonnen van het Oosten ademde en beoefende Mantras, woorden en frasen die het gehele wezen van de mens veranderen. Toen wilde hij een of ander instrument maken dat gebruikt kon worden voor hogere exaltatie via muziek. In het woud sneed hij een stuk bamboe af. Hij pakte vervolgens twee pompoenen, holde ze uit en bond ze vast aan de bamboe. Hij maakte snaren van dieren van deze bond hij vast aan het instrument; op deze manier maakte hij de eerste vina, en hij oefende erop in eenzaamheid. Men vertelt dat toen de herten in het woud hem hoorden spelen zij gewoon waren te zeggen: ´Maak de snaren uit mijn eigen aderen en plaats ze op uw vina, maar ga, zolang als ik leef, door met spelen´.
Mahadeva maakte zijn instrument als een hulpmiddel voor het menselijke lichaam en de menselijke mind, zijn gesteldheid in acht nemen in de morgen, op het midden van de dag, in de middag, in de avond en wanneer die wakker werd tijdens de dageraad. Hij ontdekte dat er op elk moment van de dag en de nacht er een specifiek effect gemaakt werd op het menselijke lichaam en de menselijke mind en dat er een ritme dat gelijk was aan dat specifieke moment op psychologische en mystieke wijze moest worden voorgeschreven teneinde de ziel te verheffen. En derhalve werd er door Mahadeva een psychologische wetenschap van muziek gemaakt, een wetenschap die Raga werd genoemd wat emotie betekent; emotie die werd beheerst en voor het beste doel werd gebruikt. Toen zijn metgezellin Parvati dit instrument zag zei ze: ´Ik dient mijn vina uit te vinden´. Dus nam ze de helft van de pompoenen en produceerde een ander soort vina, de Sarasvati-vina. Er zijn dus twee vinas; de ene wordt bespeeld door mannen en de andere door vrouwen. Op dit laatste instrument worden niet alleen heldere en doffe noten voortgebracht, maar ook micro-tonen en op deze manier wordt de muziek rijk. Het ontwikkelen van de wetenschap van micro-tonen is echter zo moeilijk dat dat een leven lang vergt.
De musici van India wijden twaalf uur of meer per dag aan het beoefenen van de verschillende ritmes, op de ritmes improviserend. En uiteindelijk produceren ze een psychologisch effect dat niet muziek maar magie is; een magie die iemand kan verrukken en het hart van de mens kan doordringen. Het is een droom, een meditatie; het is paradijs. Wanneer je die hoort voel je je in een andere wereld. Toch is hun muziek nauwelijks hoorbaar. In plaats van dat het voor duizenden mensen wordt gespeeld komen slechts twee of drie mensen van dezelfde kwaliteit en natuur bij elkaar om op een heel diep niveau van die muziek te genieten. Als er een vreemd element aanwezig is dan voelt de musicus zich niet geïnspireerd.
Ooit werd er een musicus uitgenodigd om de vina te bespelen. De musicus kwam en werd verwelkomd. Hij pakte zijn vina uit. Toen keek hij hier en daar en vond een dissonant. Hij pakte zijn vina in, groette en begon weg te gaan. Degenen die aanwezig waren voelden zich teleurgesteld en smeekten hem te spelen; maar zijn antwoord was: ´Wat jullie mij ook geven, ik heb geen zin om te spelen´. Dit is heel wat anders dan maanden van tevoren een programma samenstellen. De musicus in het Westen is zes maanden van tevoren gebonden om een bepaald programma te spelen; hij is hulpeloos. Op deze manier is het echter geen muziek, het is werk, het wordt mechanisch verricht. Een zanger in het Oosten weet nooit wat hij gaat zingen voordat hij begint te zingen. Hij voelt de atmosfeer van de plek en de tijd en begint vervolgens wat er ook maar tot zijn mind komt, te zingen of te spelen. Het is iets heel speciaals. Ik wil niet zeggen dat muziek van deze soort universele muziek kan zijn; ze behoort aan een zeldzaam iemand op een afgesloten plaats.
In India sterven musici uit uit gebrek aan waardering. Die potentaten, die Goeroes, die leraren van hoge inspiraties die in het verleden hebben geleeft, waardeerden deze muziek. Maar zelfs in India raken de mensen meer geïndustrialiseerd en materialistischer en is de muziek stervende. Er zijn tegenwoordig maar weinig van die musici uit eerdere tijden die allen die naar hen luisteren in de ban brengen; ze bestaan nauwelijks nog. Onder miljoenen bevinden zich er misschien drie of vier en zij zullen in een paar jaar tijd zijn verdwenen. Misschien zal de Westerse wereld ooit ontwaken voor de muziek van India zoals nu het Westen aan het ontwaken is voor de poëzie van het Oosten en zulke werken als die van Rabindranath Tagore beginnen te waarderen. Er zal een tijd komen waarin zij ook naar die soort muziek zullen vragen en dan zal die niet gevonden worden, het zal te laat zijn. Maar er bestaat geen twijfel dat die muziek die magisch is en die wordt opgebouwd op een psychologische basis in het Westen wordt geïntroduceerd, die zal al dat soort zaken als jazz uitroeien. De mensen lijken hun zintuigen te bederven; deze muziek is hun verfijndheid van gevoel aan het vernietigen. Duizenden dansen elke dag op jazz-muziek en zij vergeten het effect dat dat heeft op hun spirit, hun mind, hun verfijnde zintuigen.
Er was ooit een prins van Rampur die muziek wilde studeren bij een grote leraar. Maar de leraar kende het karakter van de prins die gek was op muziek en hij begreep dat vele musici hun talent aan hem wilden laten zien. Hij zei: ´Ik kan jou slechts onderrichten op een voorwaarde; ik wil niet dat je musici hoort die niet een volledige kunstenaar zijn, omdat jouw gevoel voor muziek niet vernietigd dient te worden; dat dient voorbehouden te worden aan verfijnde muziek, dat dient in staat te zijn de verfijnde kneepjes ervan te waarderen´.
Wanneer de educatie van het publiek de verfijndheid van zijn muzikale waardering vernietigt, dan kan die er niets aan doen dat het er niet van houdt om naar ware muziek te luisteren maar de jazz prefereert. In plaats van vooruit te gaan, gaat het achteruit. En als muziek die het centrale thema van de gehele menselijke cultuur is de mensen niet helpt om vooruit te gaan, dan is dat heel jammer.
Vina-muziek lijkt heel erg op de menselijke stem. Als je de vina zou horen terwijl die wordt bespeeld dan zou je nooit denken dat dat een instrument is. Vina-muziek is niet zo magnetisch als de muziek van de menselijke stem, maar ze is aantrekkelijker, ze maakt meer indruk; en alle verfijndheden van de menselijke stem en zijn zijde-achtige structuur worden geperfectioneerd in het geluid van de vina.