Conclusie

Wat is deze reis die door de ziel wordt ondernomen van de bron naar de manifestatie en van de manifestatie terug naar dezelfde bron die haar doel is? Is het een reis of niet? Het is in feite een reis, maar niet een reis in waarheid. Het is een verandering van ervaring wat het een reis, een verhaal maakt; en toch bevindt een gehele reis zich als geproduceerde beelden in een film die niet mijlenver reist, zoals het op het scherm lijkt.

Reizen er velen of reist er één? Velen terwijl ze zich nog in de illusie bevinden; en één wanneer de spirit zichzelf van die illusie heeft ontdaan. Wie reist er, de mens of God? Beide en toch één: de twee uiteinden van een lijn. Wat is de natuur en het karakter van deze manifestatie? Het is een interessante droom. Waardoor wordt deze illusie veroorzaakt? Door bedekking op bedekking; de ziel wordt door duizend sluiers bedekt. Geven deze bedekkingen de ziel geluk? Niet geluk, maar bedwelming. Hoe verder de ziel is verwijderd van haar bron, des te groter is de bedwelming. Helpt deze bedwelming het doel van de reis van de ziel richting haar volbrenging? Op een bepaalde manier, maar het doel van de ziel wordt volbracht door haar hunkering. En waar hunkert zij naar? Nuchterheid. En hoe wordt nuchterheid verworven? Door de sluiers weg te gooien die de ziel hebben bedekt en haar zo hebben afgesneden van haar ware bron en doel. Wat ontdoet de ziel van deze sluiers van illusie? De verandering die dood heet. Deze verandering kan een ziel tegen haar wil worden opgelegd en wordt dan dood genoemd. Dit is een hoogst onaangename ervaring net als het weggraaien van de wijnfles van een dronkaard, wat een tijdje zeer pijnlijk voor hem is. Of de verandering kan vrijwillig tot stand komen en de ziel gooit de bedekking af die haar omringt en verwerft dezelfde ervaring van nuchterheid terwijl ze op aarde is, al is het maar een glimp ervan. Dit is dezelfde ervaring als waar de ziel na miljoenen jaren bij arriveert, dronken van illusie; en toch ook niet precies dezelfde.

De ervaring van het eerste is Fanà, vernietiging, en de realisatie van het laatste is Baqà, de wederopstanding. De ziel, aangetrokken door de magnetische kracht van de goddelijke Spirit, valt erin, met een vreugde die niet in woorden is uit te drukken, net als een liefhebbend hart dat zich neervlijt in de armen van haar geliefde. De toename van deze vreugde is zo groot dat niets wat de ziel ooit heeft ervaren haar zo onbewust van zichzelf heeft gemaakt; maar deze onbewustheid van het zelf wordt in werkelijkheid het ware zelf-bewustzijn. Op dat moment is de ziel zich er volledig van bewust dat ´ik besta´. Maar de ziel die bewust bij dit stadium van verwerkelijking arriveert heeft een andere ervaring. Het verschil is als dat van een persoon die heeft getrokken, met zijn rug naar het doel gekeerd en een andere persoon die naar het doel heeft gereisd, genietend van elke stap waarmee elke ervaring hem heeft geconfronteerd en zich verheugend over elk moment van zijn reis in het nader komen bij het doel. Wat verwerkelijkt deze ziel die zich bewust is van haar vooruitgang richting het doel? Zij verwerkelijkt met elke sluier die zij heeft afgeworpen een grotere macht, een toegenomen inspiratie, totdat zij in die fase is gekomen, na de sfeer van de djins en de hemel van de engelen te hebben gepasseerd, dat zij die fout die zij heeft gekend en toch niet volledig heeft gekend, beseft; de fout ligt erin dat zij zich heeft geïdentificeerd met haar reflectie, met haar schaduw die op deze verscheidene niveau´s valt.

Het is net als de zon die naar de zonnebloem kijkt en denkt: ´Ik ben de zonnebloem´, en op dat moment vergeet dat de zonnebloem slechts zijn voetafdruk is. De mens was noch op het aarde-niveau zijn eigen zelf noch in de sfeer van de djins noch in de hemel van de engelen. Hij was slechts een gevangene van zijn eigen illusie, gevangen in een frame; en toch bevond hij zich er niet binnen in, het was slechts zijn reflectie. Maar hij zag zichzelf nergens, dus kon hij zich slechts identificeren met zijn verscheidene reflecties totdat zijn ziel zich realiseerde: ´Ik was als er al enkele waren. Wat ik had gedacht dat mijn zelf was is niet mijn zelf, maar was mijn ervaring. Ik ben alles wat er is en het is mijn zelf dat zal zijn, wie er ook mag zijn. Ik ben de bron, de reiziger en het doel van dit bestaan.

Waarlijk, waarheid is alle religie die er is; en het is de waarheid die verlossing zal brengen´.