Abraham

Abraham was de vader van drie grote wereldreligies. Want uit zijn volgelingen, die Ben Israël werden genoemd, kwam het Jodendom, het Christendom en de Islam voort.

Abraham was de eerste die de kennis van mystiek vanuit Egypte bracht, waar hij werd ingewijd in de oudste esoterische orde. En op zijn terugweg was de plaats die hij als wereldcentrum uitkoos Mekka, waar mensen pelgrimstochten naar ondernamen. Niet alleen in de tijd van de Islam, maar lang voor Mohammed werd het heilige centrum van Mekka door de devoten in ere gehouden.

In de klassieke overlevering wordt de familie van Jezus Christus teruggeleid tot de familie van Izaak en Mohammed kwam uit de familie van Ismaël. De profetieën van Abraham waren altijd levende woorden, hoewel verschillende mensen er al naar gelang hun eigen ideeën verschillende interpretaties over hebben gegeven. Voor de mind van de ziener echter hebben deze profetieën een zeer diepe betekenis.

Met zijn ruime kennis van esoterie werd Abraham als een groot patriarch onder zijn volk beschouwd. Hij was in ieders´ problemen en moeilijkheden geïnteresseerd. Hij werd midden in de wereldse verantwoordelijkheden geworpen om er alles wat hij maar kon uit te leren en vervolgens zijn kennis en ervaring te leren aan diegenen die naar hem keken voor hun brood van kennis. Ongetwijfeld klinken sommige van de verhalen uit de oudheid onze moderen oren als kinderlijk in de oren. Maar het is de manier waarop ze worden verteld en tegen wie dat veel verklaart. Op de eerste plaats was er in die dagen een groot tekort aan geletterde mensen; daarom werden de verhalen door de ongeletterde mensen verteld, die zeker geïmproviseerd hebben bij elke legende en die afschilderen in overeenstemming met het begrip van hun specifieke tijdperk. Desalniettemin zit er waarheid in als we maar weten hoe we de sluier moeten oplichten.

Het leven van Abraham maakte hem niet alleen tot profeet, maar ook tot murshid. Hij was een mysticus. Hij gaf raad aan degenen die in moeilijkheden tot hem kwamen. Hij onderzocht hen, behandelde hun mind en healde hun zielen in overeenstemming met hun behoeften. Het meest opmerkelijke dat je bij Abraham vindt is dat hij, naast dat hij profeet en mysticus was, het leven van een gewoon menselijk wezen leidde, een met zijn naaste in hun tijden van plezier of verdriet.

Een verhaal uit het leven van Abraham is in het Oosten een onderwerp van grote discussie geweest en dat is het verhaal van het offer van Isaak. Het is niet alleen in het Oosten een bron voor discussie, maar ook alarmerend voor de westerse mind. Mensen kunnen duizenden vragen stellen over de juiste reden en rechtvaardiging voor zo´n daad, en toch kan, als we er vanuit het ideale gezichtspunt naar kijken, geen enkel offer te groot zijn. Er zijn talloze zielen van wie hun geliefden, hun geliefde echtgenoten of zonen, in de recente oorlog (WO-I, vert.) zijn opgeofferd. Zij konden niet anders. Zij moesten hun wil overgeven aan het ideaal van het land en dit offer brengen voor de nationale zaak, zonder er ook maar een seconde over na de denken dat dat ongebruikelijk is.

In de tijd van Abraham bestond er een groep denkers die hun leven wijdden aan de gedachte van God en aan het zoeken van de eeuwige waarheid. Zij brachten hun tijd door in afzondering en contemplatie en zij hielpen degenen die naar hen toekwamen om gegidst te worden op het spirituele pad. Het is hun symbolenleer die we in de overleveringen van Abraham vinden die zijn zoon uit liefde van God opoffert. Want in het soefisme wordt het menselijke leven beschouwt als een lijn met twee uiteinden: het ene uiteinde onsterfelijk, het andere sterfelijk; het ene uiteinde onbeperkt, het andere beperkt; het ene Allah, het ander Bandeh; het ene de vader, het andere de zoon.

Net zoals het kind soms door de vader meer wordt liefgehad dan zijn eigen zelf, zo wordt het lichaam door de spirit meer liefgehad dan hij van zichzelf houdt. Dat is de reden waarom de mens altijd het geluk van de spirit voor lichamelijk gemak en genot verwaarloost. Het offer van de zoon verzinnebeeldde de complete vermorzeling van het menselijke ego, van het beperkte zelf en dat kon alleen maar worden gedaan door een hoger gewin, zoals de liefde van God. Men zegt dat de zoon weg werd genomen en dat hij uiteindelijk helemaal niet werd gedood en in andere geschriften vinden we dat in plaats van de zoon een ram werd gevonden en geofferd, wat betekent dat de dierlijke aard van het ego in de mens werd vermorzeld. En vervolgens zegt men dat vanaf dat moment beide door God werden gezegend, wat betekent dat zowel het natuurlijke zelf als het spirituele zelf gezegend werden toen dit offer werd gebracht. Soefi´s noemen dit Fanà, wat verzaking betekent. Dit niet begrijpend hebben velen dieren geofferd uit liefde voor God en hebben ze een feestmaal bereid van dit offer, maar de onderliggende betekenis is de manier van de soefi, die vordert door zelf-beheersing en aankomt bij het uiteindelijke doel.

Wanneer we diep nadenken over het probleem van het leven, dan is er geen enkel pad op de wereld, of dat nu spiritueel of materialistisch is, dat we zonder offer succesvol kunnen betreden. Soms is het offer groot en soms klein. Soms wordt het offer eerst gebracht voordat er succes wordt bereikt en soms achteraf. Daar opoffering in het leven nodig is, wordt dat door iedereen in de een of andere vorm gedaan, maar wanneer het bereidwillig wordt gedaan verandert het in een deugd. Hoe groter het ideaal, hoe groter het offer is dat er wordt vereist en als je op wijze wijze het proces van voortgang door het leven in elke richting bekijkt dan ontdek je dat het niets anders is dan een continue opoffering. En geluk komt voort uit het begrip dat dit de aard van het leven is en er niet door worden gekwetst of bezorgd te raken maar door te weten dat de mens door opoffering, tot het einde toe gebracht, het gewenste doel bereikt.

Het idee van opoffering heeft altijd in de een of andere vorm bestaan, in elke religie. Soms is het onderricht als het opgeven van je bezittingen uit liefde voor een hoger ideaal, wat betekent dat wanneer iemand beweert zijn hoge ideaal lief te hebben en toch niet bereid is er iets voor op te geven wat hij bezit, dat er dan twijfel bestaat over zijn devotie. Opoffering van een bezit is echter de eerste stap; de volgende is zelf-opoffering, wat de innerlijke noot van de religie van Jezus Christus was. Liefdadigheid, vrijgevigheid, zelfs tolerantie en verdraagzaamheid zijn een soort offer, en elk offer in het leven, in welke vorm dan ook, betekent een stap voorwaarts in de richting van het doel van elke ziel.