Muziek

Wanneer we aandacht besteden aan de muziek van de natuur, ontdekken we dat elk ding op de aarde bijdraagt aan de harmonie ervan. De bomen wuiven vrolijk met hun takken in het ritme van de wind; het geluid van de zee, het geruis van het briesje, het fluiten van de wind door rotsen, heuvels en bergen heen; de flits van de bliksem en de klap van de donder, de harmonie van de zon en maan, de bewegingen van de sterren en planeten, het bloeien van de bloem, de verbleking van een blad, de regelmatige verandering van morgen, avond, middag en nacht onthullen de ziener alle de muziek van de natuur.

De insecten hebben hun concerten en balletten en de koren van vogels zingen in eenheid hun hymnen van aanbidding. Honden en katten hebben hun orgieën, vossen en wolven hebben hun soirées musicales in het woud, terwijl tijgers en leeuwen hun operas in de wildernis hebben. Muziek is het enige middel van begrip onder vogels en beesten. Dit kan gezien worden door de gradatie van toonhoogte en het volume van de toon, de manier van afstemming, het aantal herhalingen en de duur van hun verschillende geluiden; deze brengen hun mede-schepsels de tijd om zich bij de zwerm te voegen, de waarschuwing van komend gevaar, de verklaring van oorlog, het gevoel van liefde en het gevoel van sympathie, ongemak, passie, boosheid, angst en jaloezie over en maken daardoor een taal op zichzelf.

In de mens is de adem een constante toon en de slag van het hart, van de pols en van de slaap houdt het ritme continu. Een baby reageert op muziek voordat hij geleerd heeft hoe hij moet praten; hij beweegt zijn handen en voeten op het tempo en drukt zijn plezier en pijn uit op verschillende tonen.

In het begin van de menselijke schepping bestond er geen taal zoals wij die nu hebben, maar alleen muziek. De mens drukte in eerste instantie zijn gedachten en gevoelens uit via lage en hoge, korte en aangehouden geluiden. De diepte van zijn toon liet zijn kracht en macht zien en de hoogte van zijn toonhoogte liefde en wijsheid. De mens deelde zijn oprechtheid en onoprechtheid, zin en tegenzin, genoegen en ongenoegen mee door de variëteit van zijn muzikale expressies. De tong die verschillende punten in de mond aanraakt en het openen en sluiten van de lippen op verschillende manieren brachten de variëteit van geluiden voort. Het groeperen van de geluiden vormde woorden die verschillende betekenissen in hun gevariëerde wijzen van expressie overbracht. Dit transformeerde geleidelijk aan muziek in een taal, maar taal kon zich zelf nooit bevrijden van muziek.

Een woord dat op een bepaalde toon wordt uitgesproken laat ondergeschiktheid zien en hetzelfde woord dat op een andere toon wordt uitgesproken laat een bevel zien; een woord dat op een bepaalde toonhoogte wordt uitgesproken laat vriendelijkheid zien en hetzelfde woord dat op een andere toonhoogte wordt uitgesproken laat kilte zien. Woorden die in een bepaalde ritme worden uitgesproken laten bereidwilligheid zien en dezelfde woorden drukken onwil uit wanneer die in een ander spreektempo worden uitgesproken. Tot op vandaag de dag kunnen de talen uit de oudheid Sanskriet, Arabisch en Hebreeuws niet worden beheerst door simpelweg woordjes, de grammatica en de uitspraak te leren, omdat er een specifieke ritmische en tonale expressie nodig is. Het woord is op zichzelf vaak onvoldoende om de betekenis helder uit te drukken. De student van de taal kan dit door scherpe studie ontdekken. Zelfs moderne talen zijn slechts een simplificatie van muziek. Geen enkel woord van welke taal dan ook kan op dezelfde manier worden uitgesproken zonder het onderscheid in toon, toonhoogte, ritme, accent, pause en rust. Hoe eenvoudig een taal ook is, ze kan niet bestaan zonder dat er muziek in zit; muziek geeft de taal een concrete expressie. Om deze reden wordt een vreemde taal zelden perfect uitgesproken; de woorden worden geleerd, maar de muziek wordt niet beheerst.

Taal kan de simplificatie van muziek worden genoemd; muziek wordt erin verborgen net zoals de ziel in het lichaam wordt verborgen; bij elke stap in de richting van simplificatie heeft de taal haar muziek verloren. Een studie van oude overleveringen onthult dat de eerste goddelijke boodschappen in een lied werden gebracht, zoals de Psalmen van David, het Lied van Salomo, de Gathas van Zarathoestra en de Gita van Krishna.

Toen de taal complexer werd, sloot zij als het ware een vleugel, de zin voor toon; en hield de andere vleugel, de zin voor ritme, uitgespreid. Dit maakte poëzie onderscheiden en apart van muziek. In de oude tijden werden religies, filosofieën, wetenschappen en kunsten uitgedrukt in poëzie. Delen van de Vedas, Puranas, Ramayanas, Mahabharata, Zendavesta, Kabbala en de Bijbel zijn te vinden in dichtregels, zowel als verschillende kunsten en wetenschappen in de klassieke talen. Onder de geschriften is alleen de Koran helemaal in proza, en zelfs deze is niet verstoken van poëzie. In het Oosten werden, zelfs in de huidige tijden, niet alleen manuscripten van wetenschap, kunst en literatuur geschreven in poëzie, maar betoogden de geleerden zelfs in dichtvorm. In de volgende fase bevrijdde de mens de taal van de band van ritme en maakte proza uit poëzie. Ofschoon de mens heeft geprobeerd de taal te bevrijden uit het keurslijf van toon en ritme, bestaat desondanks de spirit van muziek nog steeds. De mens heeft een voorkeur om mooi voorgedragen poëzie en mooi voorgelezen proza te horen, wat op zich een bewijs is van de ziel die zelfs in het gesproken woord muziek zoekt.

Het zachte geneurie van de moeder sust het kind en laat het slapen en levendige muziek geeft ons een neiging om te dansen. Muziek verdubbelt de moed en de kracht van een soldaat wanneer hij naar het slagveld marcheert. In het Oosten zingt men al lopend terwijl de karavaan van plaats tot plaats reist op een pelgrimage. In India zingen de koelies onder het werk en het ritme van de muziek maakt het moeilijkste werk gemakkelijk voor hen. Een legende uit de oudheid vertelt hoe de engelen op bevel van God zongen om de onwillige ziel te bewegen tot het binnengaan van het lichaam van Adam. De ziel, bedwelmd door het lied van de engelen, ging het lichaam binnen wat als een gevangenis wordt beschouwd.

Alle spiritualisten die werkelijk de diepten van spiritualisme hebben geproefd hebben beseft dat er geen beter middel dan muziek is om spirits vanaf hun plan van vrijheid aan te trekken naar het uiterlijke plan. Zij maken gebruik van verschillende instrumenten die aantrekkingskracht hebben op bepaalde spirits en ze zingen liedjes die een speciaal effect hebben op de specifieke spirit met wie ze wensen te communiceren. Om een effect te hebben op de menselijke ziel bestaat er geen betere magie dan muziek. De zin voor muziek is de mens aangeboren en het laat zich het eerst zien in de baby. Muziek is een kind vanaf de wieg bekend, maar als het in deze wereld van waandenkbeelden opgroeit raakt zijn mind zo in beslag genomen door zo veel en verscheidene objecten dat het de aanleg voor muziek die de ziel bezat, kwijtraakt. Wanneer hij volwassen is geniet hij van muziek en waardeert hij die in overeenstemming met zijn evolutietrap en met de omgeving waarin hij is geboren en is opgegroeid; de man van de wildernis zingt zijn wilde liederen en de man van de stad zijn populaire lied. Hoe verfijnder de mens wordt hoe verfijnder de muziek is waarvan hij geniet. Het karakter in elke mens creëert een neiging tot de muziek die aan hem gelijk is; met andere woorden: de vrolijke mens geniet van lichte muziek terwijl de ernstige persoon klassieke muziek prefereert; de intellectuele mens schept behagen in techniek terwijl de eenvoudige mens tevreden is met zijn trommel.

Er zijn vijf verschillende aspecten van de kunst van muziek: populair, hetgeen wat beweging van het lichaam in gang zet; technisch, hetgeen wat het intellect bevredigt; artistiek, hetgeen wat schoonheid en gratie heeft; aantrekkelijk, hetgeen wat het hart doorboort; verheffend, hetgeen waarin de ziel de muziek van de sferen hoort.

Het effect van de muziek hangt niet alleen af van de vakkundigheid, maar ook van de evolutie van de uitvoerende. Het effect ervan op de luisteraar is in overeenstemming met zijn kennis en evolutie; om deze reden verschilt de waarde van muziek voor elk individu. Voor een zelfvoldaan iemand is er geen kans op vooruitgang omdat hij zich tevreden vastklampt aan zijn smaak in overeenstemming met zijn evolutietrap en weigert een stap verder te gaan dan zijn huidige niveau. Degene die geleidelijk aan voortgaat langst het pad van muziek verwerft uiteindelijk de hoogste perfectie. Geen enkele andere kunst kan de persoonlijkheid zo inspireren en verzachten als muziek; de liefhebben van muziek verwerft vroeg of laat het meest sublieme veld van gedachte.

India heeft de mystiek van toon en toonhoogte levend gehouden die door de mensen uit de oudheid zijn ontdekt en de muziek van India zelf wijst daarnaar.

De Indische muziek wordt gebaseerd op het principe van de raga die haar laat zien dat ze gelijk is aan de natuur. Ze heeft beperkingen van de techniek vermeden door een puur bezielde methode aan te nemen.

De ragas worden ontleend aan vijf verschillende bronnen: de mathematische wet van variëteit, de inspiratie van de mystici, de verbeeldingskracht van de musici, de natuurlijke liederen die eigen zijn aan de mensen die in de verschillende delen van het land wonen en de idealisering van de dichters; deze vormden een wereld van ragas en noemden de een rag, het mannelijke, de ander ragini, het vrouwelijke en andere putra, zoons, en bharja, schoondochters.

Raga wordt het mannelijk thema genoemd vanwege zijn creatieve en positieve natuur; ragini wordt het vrouwelijke thema genoemd vanwege zijn ontvankelijke en verfijnde eigenschap. Putras zijn die themas die worden ontleend aan het vermengen van ragas en ragini; in hen kan een gelijkenis worden gevonden met de raga en de ragini waaraan zij zijn ontleend. Bharja is het thema die reageert op de putra. Er zijn zes ragas en zesendertig raginis, bij elke raga horen zes raginis; en achtenveertig putras en achtenveertig bharjas die deze familie uitmaken.

Elke raga heeft een eigen regering, inclusief een regeringsleider, Mukhya, de grondtoon; Wadi, een koning, een hoofdnoot; Samwadi een minister, een ondergeschikte noot; Anuwadi, een bediende, een assonante noot; Viwadi, een vijand, een dissonante noot. Dit geeft de student van de raga een heldere conceptie van zijn gebruik. Elke raga heeft zijn beeld onderscheiden van de ander. Dit laat het hoogste bereik van verbeeldingskracht zien.

De dichters hebben de beelden van de ragas beschreven net als het beeld van elk aspect van het leven duidelijk is in de verbeeldingskracht van de intelligente mens. De goden en godinnen uit de oudheid waren eenvoudigweg beelden van de verschillende aspecten van het leven en teneinde de aanbidding van de immanentie van God in de natuur te onderrichten werden deze verscheidene beelden in de tempels geplaatst opdat God in al Zijn aspecten van manifestatie aanbeden zou kunnen worden. Hetzelfde idee is uitgewerkt in de beelden van ragas, die met verfijnde verbeeldingskracht het type, de vorm, de figuur, de handeling, de expressie en het effect van het idee creëren.

Elk uur van de dag en de nacht, elke dag, week, maand en seizoen heeft zijn invloed op de fysieke en mentale toestand van de mens. Op dezelfde manier heeft elke raga macht over de sfeer als over de gezondheid en de mind van de mens; hetzelfde effect als het effect dat wordt getoond door de verschillende perioden in het leven, onderheving aan de kosmische wet. Door de kennis van zowel de periode als de raga hebben de wijzen hen verbonden om hen aan elkaar aan te laten passen.

Er zijn gevallen in de oude overlevering waarin vogels en dieren werden betoverd door de fluit van Krishna, rotsen werden gesmolten door het lied van Orpheus; en de Dipak Raga gezongen door Tansen stak alle fakkels aan, terwijl hijzelf werd verbrand vanwege het innerlijke vuur dat zijn lied voortbracht. Zelfs vandaag de dag worden slangen betoverd door de Pungi (een speciale soort fluit) van de slangenbezweerders in India. Dit alles laat ons zien hoe de mensen uit de oudheid gedoken zijn in de meest mysterieuze oceaan van muziek.

Het geheim van compositie ligt in van de toon zo solide en zo lang als het mogelijk is door al zijn verschillende graden; een breuk vernietigt zijn leven, gratie, macht en magnetisme, net als de adem het leven vasthoudt en alle gratie, macht en magnetisme bezit. Er zijn noten die naar hun karakter en doel een langer leven nodig hebben dan andere.

In een ware compositie wordt een miniatuur van de muziek van de natuur gezien. De effecten van donder, regen en storm en de beelden van heuvels en rivieren maken muziek tot een ware kunst. Ofschoon kunst een improvisatie op de natuur is, het zij toch slechts authentiek als zij dicht bij de natuur blijft. De muziek die de natuur en het karakter van individuen, naties of rassen uitdrukt is nog hoger. De hoogste en ideaalste vorm van compositie is die vorm die het leven, het karakter, de emoties en gevoelens uitdrukt want dit is de innerlijke wereld die slechts door het oog van de mind wordt gezien. Een genie gebruikt muziek als een taal om volledig, zonder de hulp van woorden, datgene bekend te maken wat hij maar wil; want muziek, een perfecte en universele taal, kan gevoel begrijpbaarder uitdrukken dan enige tong dat kan.

Muziek verliest haar vrijheid door afhankelijk te zijn van de wetten van de techniek, maar mystici bevrijden in hun heilige muziek, ongeacht de mening van de wereld hierover, zowel hun compositie als hun improvisaties van de beperkingen van een technisch karakter.

De kunst van muziek wordt in het Oosten Kalá genoemd en heeft drie aspecten: de vocale, de instrumentale en de expressieve beweging.

De vocale muziek wordt als de hoogste beschouwd omdat die natuurlijk is; het effect voortgebracht door een instrument die slechts een machine is, kan niet vergeleken worden met het effect van de menselijke stem. Hoe perfect snaren ook mogen zijn, zij kunnen niet dezelfde impressie op de luisteraar maken als de stem die direct vanuit de ziel komt als adem en naar de oppervlakte is gebracht via het medium van de mind en de vocale organen van het lichaam. Wanneer de ziel zich wenst uit te drukken in de stem veroorzaakt zij eerste een activiteit in de mind; en de mind projecteert met behulp van het denken verfijndere vibraties op het mentale plan; deze ontwikkelen zich in de loop van de tijd en stromen als adem via de regionen van de onderbuik, longen, mond, strottehoofd en neusorganen en veroorzaken dat de lucht door alles heen vibreert totdat zij zich als stem aan de oppervlakte manifesteren. De stem drukt derhalve van nature de houding van de mind uit of die nu waar of vals, oprecht of onoprecht is.

De stem heeft al dat magnetisme wat een instrument ontbeert; want de stem is het ideale instrument van de natuur waarop alle andere instrumenten van de wereld zijn gemodelleerd.

Het effect voortgebracht door zingen hangt af van de diepte van gevoel van de zanger. De stem van een sympathieke zanger is totaal anders dan die van degene die harteloos is. Hoe kunstig een stem ook ontwikkeld is, hij zal nooit gevoel, gratie en schoonheid voortbrengen tenzij het hart ook is ontwikkeld. Zingen heeft een tweevoudige bron van interesse, de gratie van muziek en de schoonheid van poëzie. In verhouding tot de mate waarin de zanger de woorden voelt die hij zingt wordt er een effect voortgebracht op de luisteraars; zijn hart vergezelt als het ware het lied.

Ofschoon het geluid voortgebracht door een instrument niet voortgebracht kan worden door de stem, is het instrument toch helemaal afhankelijk van de mens. Dit verklaart op heldere wijze hoe de ziel gebruik maakt van de mind en hoe de mind het lichaam regeert; toch lijkt het alsof het lichaam en niet de mind werkzaam is en de ziel er buiten wordt gelaten. Wanneer de mens het geluid van een instrument hoort en de hand van de speler aan het werk ziet, ziet hij niet de mind die erachter werkzaam is, noch het fenomeen van de ziel.

Op elke stap vanaf het innerlijke wezen naar de oppervlakte is er een ogenschijnlijke verbetering, die positiever lijkt te zijn; toch brengt elke stap in de richting van de oppervlakte beperking en afhankelijkheid met zich mee. Er is niets wat niet als medium voor geluid kan dienen, ofschoon toon zich via een sonoor lichaam op een duidelijkere wijze manifesteert dan via een solide lichaam, het eerste staat open voor vibraties terwijl het laatste daarvoor gesloten is. Alles wat een helder geluid geeft laat leven zien, terwijl solide lichamen helemaal vol met substantie doods lijken. Resonantie is het bewaren van toon, met andere woorden het is de weerkaatsing van toon die een echo voortbrengt. Op dit principe worden alle instrumenten gemaakt, het verschil ligt in de kwaliteit en quantiteit van de toon die afhangen van de constructie van het instrument. De percussie-instrumenten zoals de tabla, of de trommel, zijn geschikt voor praktische muziek en besnaarde instrumenten zoals de sitar, viool of harp zijn bedoeld voor artistieke muziek. De vina is vooral geconstrueerd om vibraties samen te brengen; daar ze een vaag geluid geeft, soms alleen maar hoorbaar voor de bespeler, wordt ze in meditatie gebruikt.

Het effect van instrumentale muziek hangt ook af van de evolutie van degene die met zijn vingertoppen op het instrument zijn evolutietrap uitdrukt; met andere woorden: zijn ziel spreekt via het instrument. De toestand van de mind van iemand kan gelezen worden door zijn aanraking op het een of ander instrument; want hoe deskundig hij ook mag zijn hij kan niet puur door vaardigheid, zonder een ontwikkeld gevoel binnenin zichzelf, de gratie en schoonheid voortbrengen die aantrekkingskracht op het hart hebben.

Blaasinstrumenten, zoals de fluit en de algosa, drukken vooral de hartkwaliteit uit, want zij worden gespeeld met de adem die de kern van het leven is; derhalve wakkeren zij het vuur van het hart aan.

Instrumenten die snaren van dierendarmen hebben hebben een levenmakend effect, want zij komt voort uit een levend schepsel dat eens een hart had; de instrumenten die zijn besnaard met ijzerdraad hebben een trillend effect; en de percussie-instrumenten zoals de trommel hebben een stimulerend en opwekkend effect op de mens.

Na de vocale en instrumentale muziek komt de bewegingsmuziek van de dans. Beweging is de natuur van vibratie. Elke beweging bevat in zichzelf een gedachte en een gevoel. Deze kunst is aangeboren in de mens; een eerste genot in het leven voor een baby is zichzelf te vermaken met de beweging van handen en voeten; een kind dat muziek hoort begint te bewegen. Zelfs beesten en vogels drukken hun vreugde uit in beweging. De pauw trots bij het zien van zijn schoonheid vertoont zijn ijdelheid in de dans; op dezelfde wijze ontvouwt de cobra zijn kap en beweegt zijn lichaam van voor naar achteren bij het horen van de muziek van de pungi. Dit alles bewijst dat beweging het teken van leven is en wanneer die wordt begeleid door muziek zet die zowel de uitvoerende als de toeschouwer in beweging.

De mystici hebben dit onderwerp altijd beschouwd als een heilige kunst. In de Hebreeuwse geschriften vinden we David die danst voor de Heer; en de goden en godinnen van de Grieken, Egyptenaren, Boeddhisten en Brahmanen worden vertegenwoordigd in verschillende houdingen, die alle een bepaalde betekenis en filosofie hebben, betrekking hebbend op de grote kosmische dans die de evolutie is.

Zelfs tot op de dag van vandaag vindt er onder Soefis in het Oosten dansen plaats op hun heilige bijeenkomsten die Suma worden genoemd, want dansen is het resultaat van vreugde; de derwisjen op de Suma geven uiting aan hun extase in Raqs wat met het grootste respect en de grootste eerbied door de aanwezigen wordt betoond en is op zich een heilige ceremonie.

De kunst van het dansen is grotendeels gedegenereerd tengevolge van het misbruik ervan. Mensen dansen voornamelijk omwille van vermaak of oefening, en misbruiken in hun frivoliteit vaak de kunst.

De juiste toonhoogte en ritme hebben de neiging een behoefte tot dansen voort te brengen. Om samen te vatten: men kan zeggen dat dansen een gratieuze expressie van gedachte en gevoel is zonder één woord te uiten. Het kan ook gebruikt worden om de ziel te beïndrukken met beweging, door voor haar een ideaal beeld voort te brengen. Wanneer schoonheid van beweging als de voorstelling van het goddelijke ideaal wordt genomen dan wordt de dans heilig.

De muziek van het leven laat haar melodie en harmonie in onze dagelijkse ervaringen zien. Elk gesproken woord is ofwel een valse ofwel een ware noot in overeenstemming met de toonladder van ons ideaal. De toon van de ene persoonlijkheid is hard als een hoorn; terwijl de toon van een ander zacht als de hoge tonen van een fluit is.

De graduele vooruitgang van de gehele schepping van een lagere naar een hogere evolutie, haar verandering van het aspect naar het andere, wordt getoond als in muziek waar een melodie van de ene naar de andere sleutel wordt getransponeerd. De vriendschap en vijandschap onder mensen en hun voor- en afkeuren, zijn als akkoorden en dissonanten. De harmonie van de menselijke natuur en de menselijke aanleg tot aantrekking en afkeer zijn als het effect van de consonante en dissonante intervallen in muziek.

In tederheid van hart verandert de toon in een halve toon; en met het breken van het hart breekt de toon in micro-tonen. Hoe tederder een hart wordt, hoe voller de toon wordt; hoe verharder een hart raakt hoe doodser het klinkt.

Elke noot, elke toonladder en elke flard sterft op het aangewezen moment af; en op het einde van de ervaring van de ziel komt de finale; maar de impressie blijft, als een concert in een droom, achter voor de stralende visie van het bewustzijn.

Met de muziek van de Absolute gaat de bas, de ondertoon, continu door; maar aan de oppervlakte onder de verscheidene sleutels van alle instrumenten van de muziek van de natuur, wordt de grondtoon verborgen en getemperd. Elk wezen met leven komt naar de oppervlakte en gaat weer terug naar waar het vandaan kwam, net zoals elke noot zijn terugkeer heeft naar de oceaan van geluid. De ondertoon van dit bestaan is de luidste en de zachtste, de hoogste en de laagste; de toon overweldigt alle instrumenten met een zachte of luide, een hoge of lage toon, totdat ze er allemaal in ondergaan; deze ondertoon is er altijd en zal er altijd zijn.

Mystiek is het mysterie van geluid; de harmonie van het leven is religie. De kennis van vibraties is metafysica en de analyse van atomen is wetenschap; en hun harmonieuze groepering is kunst. Het ritme van vorm is poëzie en het ritme van geluid is muziek. Dit toont aan dat muziek de kunst aller kunsten is en de wetenschap aller wetenschappen; en het omvat de fontein van alle kennis binnen in zichzelf.

Muziek wordt een goddelijke of celestijnse kunst genoemd, niet alleen vanwege haar gebruik in religie en devotie en omdat zij op zichzelf een universele religie is, maar ook vanwege haar verfijndheid in vergelijking tot alle andere kunsten en wetenschappen. Elk sacraal geschrift, elke heilige afbeelding of gesproken woord, brengt de impressie van haar identiteit voort op de spiegel van de ziel; muziek staat echter voor de ziel zonder enige impressie, in naam noch in vorm, van deze objectieve wereld voort te brengen, en bereidt op die manier de ziel voor op het verwezenlijken van de Oneindige.

Dit erkennend noemt de Soefi muziek Giza-i Ruh, het voedsel voor de ziel, en gebruikt hij haar als een bron van spirituele perfectie; want muziek wakkert het vuur van de ziel aan en de vlam die eruit op stijgt verlicht de ziel. De Soefi haalt in zijn meditaties veel meer profijt uit muziek dan uit wat dan ook. Zijn devotionele en meditatieve houding maakt hem ontvankelijk voor muziek, die hem helpt bij zijn spirituele ontplooiing. Het bewustzijn bevrijdt zich, met behulp van muziek, eerst van het lichaam en vervolgens van de mind. Als dit eenmaal is volbracht is er nog slechts een stap nodig om spirituele perfectie te verwerven.

Soefis van alle tijden hebben een grote interesse in muziek gehad, in welk land ze ook hebben vertoefd; Rumi nam vooral deze kunst tot zich vanwege zijn grote devotie. Hij luisterde naar de dichtregels van de mystici over liefde en waarheid, gezongen door de Qawwals, de musici, onder begeleiding van de fluit.

De Soefi visualiseert het object van zijn devotie in zijn mind, dat wordt gereflecteerd op de spiegel van zijn ziel. Het hart, de gevoelsfactor, wordt door iedereen bezeten, ofschoon het niet bij iedereen een levend hart is. Dit hart wordt levend gemaakt door de Soefi die in tranen en zuchten een uiting geeft aan zijn intense gevoelens. Door dit te doen vallen de wolken van Jelal, de macht die toeneemt met zijn psychische ontwikkeling, in tranen als regendruppels; en de lucht van zijn hart is helder en staat de ziel toe te schijnen. Deze toestand wordt door de Soefi als de heilige extase beschouwd.

Sinds de tijd van Roemi is muziek een deel van de devoties in de Mevlana-orde van de Soefis geworden. Over het algemeen hebben de menigten vanwege hun kleinzielige orthodoxe zienswijzen de Soefis uitgesloten en zich tegen hen gekant omwille van hun vrijheid van denken; op die manier de lering van de Profeet verkeerd interpreterend, de lering die het misbruik van muziek verbood, niet de muziek in de ware zin van het woord. Om deze reden werd er een taal van muziek door Soefis gemaakt zodat alleen de ingewijde de betekenis van de liederen kon begrijpen. Veel mensen in het Oosten horen deze liederen en genieten ervan zonder te weten wat ze werkelijk betekenen.

Een tak van deze orde kwam in oude tijden naar India en was bekend als de Chishtia-school van Soefis; ze werd tot grote bloei gebracht door Khwaja Moin-ud-Din Chishti, een van de grootste mystici die er ooit aan de wereld bekend zijn geweest. Het zou niet overdreven zijn te zeggen dat hij in feite leefde op muziek; en zelfs tegenwoordig, ofschoon zijn lichaam al gedurende vele eeuwen in de tombe in Ajmer is, wordt er altijd bij zijn heiligdom door de beste zangers en musici van het land muziek geschonken. Dit laat de glorie van een armoedige heilige man zien, vergeleken met de armoede van een glorierijke koning; de een heeft gedurende zijn leven alles wat bij zijn dood verdwijnt, terwijl de glorie van de heilige man almaar-toenemend is. In de huidige tijd is muziek gangbaar in de school van de Chishtis die meditatieve muzikale bijeenkomsten houden die Suma of Qawwali heten. Gedurende deze mediteren ze op het ideaal van hun devotie, wat in overeenstemming is met hun evolutietrap en zij vergroten het vuur van hun devotie terwijl ze naar de muziek luisteren.

Men kan zeggen dat Wajad, de sacrale extase die de Soefis tijdens de Suma ervaren, de vereniging is met de Gewenste. Er zijn drie aspecten aan deze vereniging die door Soefis van verschillende evolutietrappen worden ervaren. Het eerste is de vereniging met het aanbeden ideaal vanaf dat plan van de aarde dat voor de ingewijde aanwezig is, het objectieve plan of het plan van het denken. Het hart van de ingewijde, gevuld met liefde, verering en dankbaarheid raakt dan in staat de vorm van zijn ideaal van devotie te visualiseren terwijl hij naar muziek luistert.

De tweede stap in extase en het hogere aspect van vereniging is de vereniging met schoonheid van karakter van het ideaal, zonder rekening te houden met de vorm. Het lied in eerbied voor het ideale karakter helpt de liefde van de ingewijde om te gaan stromen en over te stromen.

De derde fase in extase is vereniging met de goddelijke Geliefde, het hoogste ideaal, die zich voorbij de beperking van naam en vorm, deugd of verdienste bevindt; met wie de ziel constant vereniging heeft gezocht en uiteindelijk heeft gevonden. Deze vreugde is niet uit te leggen. Wanneer de woorden van die zielen die al vereniging hebben verworven met de goddelijke Geliefde worden gezongen voor degene die het pad van goddelijke liefde aan het betreden is, ziet hij alle tekenen op het pad beschreven in die dichtregels en is het een grote troost voor hem. De lofprijzing van de Ene zo geïdealiseerd, zo anders dan het ideaal van de wereld in het algemeen, vervult hem met vreugde die voorbij de woorden gaat.

Extase manifesteert zich in verschillende aspecten. Het kan zijn dat een Soefi in tranen is, het kan zijn dat hij zucht, soms drukt het zich zelf uit en Rakhs, beweging. Dit alles wordt met respect en eerbied beschouwd door degenen die aanwezig zijn op de Suma-bijeenkomst, daar extase beschouwd wordt als goddelijke zegen. Het zuchten van de ingewijde maakt voor hem een pad vrij naar de ongeziene wereld en zijn tranen wassen de zonden van eeuwen weg. Elke openbaring volgt op extase; alle kennis die een boek nooit kan bevatten, die een taal nooit kan uitdrukken noch een leraar kan onderrichten, komt uit zichzelf naar hem toe.